Wednesday 3 December 2008

Het grootste geschenk ons gegeven

Advent en Kerstmis brengen mooie beelden op. Velen nemen graag de nostalgie op en kijken uit naar de cadeautjes.
Zij vergeten hierbij echter het grootste geschenk dat ons gegeven is.
Vergeten wij echter niet dit geschenk te aanvaarden in alle glorie. Laat ons al de werken van God inzien en beseffen welk een offerdaad Zijn Zoon voor ons gebracht heeft.
Vergeten wij niet te reageren op de Goede Boodschap?
Besef dat wij moeten reageren op het Goede Nieuws dat tot ons wordt gebracht en dat wij moeten handelen naar de gegevens, de opdrachten die in de Heilige Schrift verhuld staan.
Wij mogen de inzichten niet negeren, aanvullende wijsheid vereist telkenmale ook nieuwe reacties. Wij moeten opletten dat wij ons niet in de tradities gaan nestelen en ons steeds willen vasthouden aan vroegere handelingen.
 
“Dan zal Hij straffen hen die God weigeren te erkennen en hen die geen gehoor willen geven aan het evangelie van onze Heer Jezus.” (2Th 1:8 WV78)
 
“Maar afvalligen en zondaars gaan samen ten onder, zij die Jahwe verlaten, worden vernietigd.” (Jes 1:28 WV78)
 
Zonder inbreng van een mens is de jonge vrouw Maria ontvangen van de Heer Jezus welke de Christos is, de Redder der Mensen.
De zoon die zij baarde is dé Zoon van God op wie de mensheid zo lang heeft moeten wachten.
Hij is de Weg, de Waarheid en de Zin van het Leven.
Deze schrijnwerkers zoon is diegene die zou zeggen:‘Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.’” (Joh 8:12 WV78)
“Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in) en uitgaan en weide vinden.” (Joh 10:9 WV78)
 
Het is deze Nazarener die alle schuld van de mens op zich nam. Door hem kunnen ook wij straf vermijden.
Dikwijls vragen wij ons af welk een zin dit leven heeft en hoe het komt dat velen ongestraft zulk een verschrikkelijkheden kunnen aanrichten. Niemand zal echter zijn straf kunnen ontlopen. Er zal een dag komen dat iedereen naar zijn daden zal geoordeeld worden.

Indien jij een beter leven wil vinden na dit aardse bestaan dan mag je er op aan dat Jehovah,God een oplossing heeft voorzien.
God heeft ons Zijn Zoon geschonken om ons weer naar de Almachtige Vader te leiden.
Diegene die aan een houten paal is gestorven voor ons heeft over zichzelf gezegd:
 ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?’” (Joh 11:25-26 WV78)
Door Christus te erkennen als onze Verlosser, de langverwachte Messias zijn wij een eerste stap verder in het mogelijk maken om onze straf te vermijden.
 
Voor Christus was het geen straf om tijdelijk lager gesteld te worden dan de engelen. De verzoeking door het kwade aanschouwde Hij niet als een straf. Het lijden dat Hij moest verduren in de tuin van Getshemane, de olijfberg en op de "dodenheuvel" nam Hij niet op als een straf van God.
Het lijden dat wij dagelijks zien is geen straf van God, maar wat na dit leven komt kan wel een straf zijn.
Door Jezus Christus zijn nederigheid en zijn offerdaad kan de grootste straf op de mensheid: de eeuwige dood ook voor ons weg vallen.
Zij die Christus offerdaad aanvaarden moeten zich als broeders en zusters verenigt voelen in die grootse Liefde van Christus Jezus onze Heer.
 
“Maar wel zien wij hoe Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen was gesteld, nu met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft verduurd. Door Gods genade kwam zijn sterven aan allen ten goede. Het was passend dat God, einde en oorsprong van alles, wilde Hij vele kinderen de hemelse heerlijkheid binnenleiden, ook de aanvoerder die hen redt door lijden tot de voleinding bracht.” (Heb 2:9-10 WV78)
 
 “Want het zijn niet de engelen wier lot hij zich aantrekt, maar de nakomelingen van Abraham. Vandaar dat Hij in alles aan zijn broeders gelijk moest worden, om als een barmhartig en getrouw hogepriester hun belangen bij God te behartigen en de zonden van het volk uit te boeten.” (Heb 2:16-17 WV78)
 
Voor niemand is het te laat om tot die beslissing te komen om Jezus als Herder te aanvaarden en Hem te erkennen als de Messias.
Zij die weet hebben van Jezus Zijn werken en in Hem geloven is het belangrijk om anderen hiervan op de hoogte te brengen.
“Daarom, zolang de goddelijke belofte van de rust nog geldt, moeten wij ervoor zorgen dat niemand van u zou menen dat het te laat is.” (Heb 4:1 WV78)

No comments:

Post a Comment