Showing posts with label nieuwverbond. Show all posts
Showing posts with label nieuwverbond. Show all posts

Friday 5 April 2013

Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond

De voorgaande week hebben wij kunnen herinneren hoe God een verbond had gesloten met Mozes en Zijn Volk. Op 14 Nisan konden wereldwijd mensen de maaltijd van Jezus in herinnering nemen waarbij deze brood en een beker name en melde dat het tekens van een Nieuw Verbond waren.

Bij het sluiten van het eerste verbond lezen we hoe er brandoffers en vredeoffers werden gebracht, hoe Mozes het bloed van de offerdieren verzamelde, en hoe hij de woorden van de wet voorlas. Als het volk dan belooft daarnaar te leven, lezen we:

“Nu nam Moses het bloed, sprenkelde het over het volk, en sprak: Zie, dit is het bloed van het Verbond, dat Jahweh met u heeft gesloten: het is gegrond op al deze bevelen.” (Exodus 24:8 CANIS)

In de Bijbel staat neergeschreven hoe Gods Volk de randen van de deuren van hun huizen moesten instrijken met het bloed van erg jonge lammetjes. De besprenkeling van het volk met het bloed was de verzegeling als het ware van die Belofte van God dat de eerstgeborenen zouden gevrijwaard blijven en dat zij samen op weg zouden mogen gaan naar het Beloofde Land.

Het bloed gesprengd op het volk was het bloed van het verbond dat Jehovah, de Allerhoogste god, met de gelovigen in Egypte sloot, op grond van al deze woorden die God uitte. Zijn Stem was de vertolking van Zijn Wens en van de Kennisgeving van Zijn Plan. Zijn Genadegave was in die vroege tijd dat het in Hem gelovende volk mocht besprenkeld worden met dat bloed, als teken van hun toetreding tot dat verbond.

Petrus verwijst daarnaar wanneer hij zijn 1e brief begint met: “Aan de uitverkorenen ... door God, de Vader, voorbestemd om, geheiligd door de Geest, gehoorzaam te zijn aan Jezus Christus en met zijn bloed besprenkeld te worden” (1 Pet 1:1-2). Hij beschrijft hen die deel mogen hebben aan dat 2e verbond dus als ‘besprenkeld met het bloed van Jezus’. De koppeling is helder, maar het gebruikte beeld niet, totdat we beseffen dat dit gaat over het bloed van het offerdier dat nodig was voor die verbondssluiting. De schrijver aan de Hebreeën legt uit dat een verbond met God gepaard gaat met een offer, en in het nieuwe verbond is Christus dat offer.

We zien Christus in het Nieuw Testament vaker voorgesteld als offer.
Zoals het oude verbond een voorafschaduwing was van het nieuwe, zo was ook de offerdienst onder de wet een voorafschaduwing van de dood van Christus.

“en leeft in liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft gegeven als gave en offer, tot een lieflijke geur voor God.” (Efeziërs 5:2 CANIS)
“Ik ben het levend brood, dat uit de hemel is neergedaald; (52) zo iemand eet van dit brood, zal hij in eeuwigheid leven. En het brood, dat Ik zal geven, is mijn vlees voor het leven der wereld.” (Johannes 6:51 CANIS)

 “die overgeleverd werd om onze ongerechtigheden, en opgewekt om onze rechtvaardiging.” (Romeinen 4:25 CANIS)

 “Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij; terwijl ik leef in het vlees, leef ik in het geloof van den Zoon van God, die mij heeft liefgehad en die Zich voor mij heeft overgeleverd.” (Galaten 2:20 CANIS)

 “Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, zoals ook Christus de Kerk heeft bemind. Hij heeft Zich voor haar overgeleverd:” (Efeziërs 5:25 CANIS)

 “Eén, die niet zoals de hogepriesters dagelijks nodig heeft, eerst voor eigen zonden te offeren, daarna voor die van het volk; want dit laatste heeft Hij eens en voor al gedaan door het Offer van Zichzelf.” (Hebreeën 7:27 CANIS)

 “hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, die door een eeuwigen Geest Zich als smetteloos Offer opdroeg aan God, ons geweten reinigen van dode werken tot de dienst van den levenden God?” (Hebreeën 9:14 CANIS)
 “10 Uit kracht van die wil zijn wij ééns en voor al geheiligd door het Offer van het Lichaam van Jesus Christus. 11 En terwijl iedere priester, dag in dag uit, dienst staat te verrichten en meermalen dezelfde offers opdraagt, welke toch nimmer de zonde kunnen wegnemen, 12 heeft Hij daarentegen, ééns en voor al, één enkel Offer gebracht voor de zonden, "en is Hij gezeten aan Gods rechterhand,"” (Hebreeën 10:10-12 CANIS)

 “Den helen ram moet ge op het altaar in rook doen opgaan. Het is een heerlijk geurend brandoffer voor Jahweh, een vuuroffer ter ere van Jahweh.” (Exodus 29:18 CANIS)

 “Dan moet ge het uit hun handen nemen, en het op het altaar in rook doen opgaan te zamen met het heerlijk geurend brandoffer voor het aanschijn van Jahweh; het is een vuuroffer ter ere van Jahweh.” (Exodus 29:25 CANIS)

 “God zij dank! Overal toch leidt Hij ons rond tot Christus’ triomf; allerwege verspreidt Hij door ons de geur van diens kennis.” (2 Corinthiërs 2:14 CANIS)
Met de dood van Christus is het gevolg van de dood van de mens teniet gedaan. Door Christus sterven kunnen wij nu leven na de dood krijgen. Jezus zijn verrijzenis is het levende bewijs dat een mensenlichaam kan opgenomen worden na de dood en door God verheerlijkt kan worden.


Bloed werd gezien als de drager van het leven. Daarom wordt er steeds gesproken over het ‘uitgieten’ van bloed bij het sterven. Het was ook nadrukkelijk verboden bloed te consumeren. De uitdrukking bloed uitgieten of bloed vergieten werd een synoniem voor doden, die ook in het Nederlands is overgenomen.

Over dat bloed, bloedvergieten, en sterven van Christus Jezus kan u meer lezen op onze andere pagina's:


  1. Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
  2. Dienaar van zijn Vader
  3. 14 Nisan, de avond om Christus Zijn predikingswerk te herinneren
  4. 14 Nisan een dag om te herinneren #1 Oorsprong
  5. 14 Nisan een dag om te herinneren #2 In Jezus tijd
  6. 14 Nisan een dag om te herinneren #3 Voor het Overgangsfeest
  7. 14 Nisan een dag om te herinneren #4 Een Gedood Lam
  8. 14 Nisan een dag om te herinneren #5 De te vieren dag
  9. Jezus aanbod op het laatste avondmaal
  10. Teken van het Verbond
  11. Christus in de wet: Het bloed van het Nieuwe Verbond
  12. De Gezalfde en de eerste dag van de feestperiode van Ongezuurde Broden 
  13. Dienstknecht voor velen terwille van de waarheid van God 
  14. Op de eerste dag voor matzah
  15. Een Feestmaal en doodsherinnering
  16. Een Groots Geschenk om te herinneren
  17. Verontrustheid van Jezus
  18. Voor de Wil van Hem die groter is dan Jezus 
  19. Gevangenneming en terechtstelling van Christus Jezus
  20. Jezus moest sterven
  21. Jezus vindt de dood op Golgota op voorbereidingsdag
  22. Een Messias om te Sterven
  23. Jezus stervensdag
  24. Na de sabbat na Pesach, de verrijzenis van Jezus Christus
  25. Jezus is verrezen

Enhanced by Zemanta

Wednesday 17 February 2010

Zeggingskracht van beelden in de Bijbel #5 Voorafschaduwing

Vervolg van > Zeggingskracht van beelden in de Bijbel #4 Verpersoonlijking

Voorafschaduwing

Als derde vorm hebben we tenslotte het verschijnsel 'voorafschaduwing' gekozen. Deze term is als zodanig afkomstig uit de brief aan de Hebreeën. De schrijver van deze brief duidt hiermee, en met enkele verwante woorden, de gewoonte van de Schrift aan om personen en zaken in het OT zo te beschrijven dat ze ons een vooraankondiging geven van een latere werkelijkheid. Bijvoorbeeld het tabernakel als beeld van de uiteindelijke 'geestelijke tempel' in de voleinding, die gemeenschap van ware gelovigen waar bijv. Petrus over spreekt, waarin God pas werkelijk in volkomenheid wordt lof gebracht. Maar ook van personen als de priester-koning Melchizedek, of Jozef als onderkoning van Egypte, die elk op hun wijze een beeld geven van Gods Koning, de Messias. En die ons daarmee een dieper inzicht schenken in de ware persoon van Christus. Dat zijn 'levende' beelden die ons de hoogst noodzakelijke inzichten verschaffen, die we nodig hebben voor een zuiver begrip van Jezus' positie ten opzichte van zijn Vader en ten opzichte van ons als zijn kinderen. Maar ook voor een zuiver inzicht in de ware bedoeling van de Mozaïsche Wet enerzijds, en de tekortkomingen van het Oude Verbond anderzijds. Een inzicht dat we op zijn beurt weer nodig hebben om te onderkennen wat nu precies de toegevoegde waarde is (en wat niet!) van het Nieuwe Verbond in Christus, waar ons heil uiteindelijk toch van afhangt.

Zo God het wil zult u dit alles kunnen meemaken op onze komende studiedag. We zijn vast van plan daar weer een boeiende dag van te maken. Zoals de meesten van u intussen weten, hebben wij geen simpele kennisoverdracht voor ogen, maar willen we u tonen hoe ook u de Bijbel zo kunt lezen dat u er zelf uw weg in kunt vinden. Want uiteindelijk zult u dat zelf moeten kunnen; wij zijn slechts de stagebegeleiders die u op weg willen helpen, en het dient het streven van elke goede leermeester te zijn dat hij zichzelf overbodig maakt. In die geest bent u dus ook dit jaar weer welkom om opnieuw met ons op ontdekkingstocht te gaan. We hopen van harte u daarbij te kunnen begroeten.


Thema van onze studiedag:

Het koninkrijk van God is als

De zeggingskracht van beelden in de Bijbel

9.45-10.30 Ontvangst

Programma

10.30 Introductie:

Wat is beeldtaal?

En Ik zal tot de profeten spreken en Ik zal veel gezichten geven, en door de dienst van profeten zal Ik in 'beelden' spreken. (Hosea 12:10 NBG'S1)

11.10 Eerste studie:

Gelijkenissen

Daarop zei hij: 'Waarop lijkt het koninkrijk van God en waarmee zal ik het vergelijken?

Het/ijkt op ... (Lucas 13:18 NBV)

11.50-12.15 Gezamenlijke discussie over de studies van de ochtend. 12.15-13.45 Gelegenheid voor gesprekken en warme maaltijd.

14.00 Tweede studie:

Verpersoonlijking

Een van de zeven engelen ... kwam op me af en zei: 'Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het lam. '(Openbaring 21:9 NBV)

14.45 Derde studie:

Voorafschaduwing

Want deze Melchisedek ... is vooreerst koning der gerechtigheid, vervolgens ook koning des vredes... en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos. (Hebreeën 7:1-3 NBG'S1)

15.30-15.45 Pauze

15.45-16.30 Gezamenlijke discussie en beantwoording van vragen. 16.30-18.00 Gelegenheid voor gesprekken en broodmaaltijd.

Naast het volgen van de studies is er ruime gelegenheid voor onderlinge gesprekken of persoonlijke vragen aan de sprekers.

Ook bent u van harte welkom bij de lectuurtafel.

Broeders in Christus, Postbus 520, 3800 AM Amersfoort,

e-mail: info@broedersinchristus.nl              website: www.broedersinchristus.nl

 


Friday 27 November 2009

De Wet van de Liefde, basis van alle instructies

Liefde in Oud en Nieuw Verbond

De wet van de liefde is de basis van alle instructies welke Christus aan zijn apostelen heeft gegeven. Zij hebben vele van de vaak genoemde gegevens, die ons niet zouden binnen vallen, gemeld. Maar die details houden allemaal strikt verband met het fundamentele beginsel gepresenteerd in de wet door Mozes en verklaard door Christus als het fundament van zijn leer: de hartgrondige liefde van God, en de zelfopofferende liefde van de mens.

Jezus gaf een nieuwe impuls en zelfs een nieuwe betekenis aan het oude commando. Hij verduidelijkte de Oude Wet en door zijn komst en loskoopoffer bezegelde hij een Nieuw Verbond, een nieuwe Wet. Sommige leerlingen waren verbaasd door zijn zeggen: "Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkaar lief hebt" (Johannes 13:34; 15:17). Wij moeten elkaar zodanig liefhebben zoals Christus Jezus ons heeft lief gehad. (Johannes 15:12) Johannes wijst er op dat het in wezen geen nieuw gebod is, maar het oude gebod dat reeds eerder door God aan de mensen was gegeven. Hij schreef: “Geliefden, niet over een nieuw gebod schrijf ik u, maar over een oud, dat gij gehad hebt van de aanvang af; dat oude gebod is het woord, dat gij gehoord hebt.” (1° brief van  Johannes 2:7 CANIS)

In het licht van het feit dat deze wet zo oud is en dat Christus had gewezen op haar fundamentele karakter, waarom heeft hij het dan nieuw genoemd? Het is gemakkelijk om het antwoord te vinden op deze vraag, en wanneer het gevonden is wordt het misschien wel het meest ontroerende en het diepgaanst van alle gedachten voor de leerlingen.

De Mozaïsche wet beveelde dat een man God zijn Heer moest liefhebben met geheel het hart, ziel en kracht, en dat hij zijn naaste moest liefhebben als zichzelf, maar deze werden niet, en konden niet de wetten worden, bij welke een mens zou kunnen worden beoordeeld voor een louter menselijke scheidsgerecht. De gevoelens en gedachten van de geest van een man kunnen niet correct worden beoordeeld door een menselijke rechter. De rechtbanken van sterfelijke mensen kunnen alleen oordelen op een negatieve manier. Dat was onvermijdelijk waar in de oude bedeling, en zo was dus een man die op geen enkele wijze zijn buren verwonde juridisch correct in zijn sociaal gedrag, ook al had hij verkeerde gevoelens in zijn hart en verkeerde gedachten in zijn hoofd. Menselijke rechters werden geleid door de aanblik van hun ogen en het horen van hun oren. Christus heeft dergelijke beperkingen niet. Zelfs in de dagen van zijn vlees wist hij wat er in de mens om ging, en had het niet nodig dat men het hem moest vertellen. Als hij komt als de heerser van de mensheid, zal hij niet oordelen naar het zien van zijn ogen of het horen van zijn oren. Met een alles-doordringende kennis zal hij kijken naar het hart van die mens, en hem beoordelen voor wat hij werkelijk is, en niet wat hij lijkt te zijn.

Voor ons om aanvaardbare discipelen te zijn moet deze wet van de liefde in onze harten zijn gebrand. Er moet niet alleen een uiterlijk vertoon van vroomheid zijn, maar de werkelijkheid van de liefde voor God, niet alleen een formele blijk van bezorgdheid voor het welzijn van een buurman, of conventionele daden van liefdadigheid, maar een echte liefde van de mens. De Heer zal er in ons diepste wezen aankijken, en eisen dat de werkelijkheid van de liefde er is. "

- Islip Collyer* en Marcus Ampe
-------
*De Wet van Liefde
Wat het betekent om een christen te zijn

The Law of Christ: Law of Love

The Exhortation to the Apostles
The Exhortation to the Apostles (Photo credit: Wikipedia)
"... we find that the law of love is the basis of all the instruction given by Christ and his Apostles. They often mentioned details which would not have occurred to us, but the details are all strictly related to the fundamental principle presented in the law through Moses and stated by Christ to be the foundation of his teaching: the whole-hearted love of God, and the self-sacrificing love of man.

The Lord Jesus gave a new impetus and even a new significance to the old command. Some disciples have been puzzled by his saying: "A new commandment I give unto you, that ye love one another" (John 13:34). In view of the fact that this law was so old and Christ had emphasized its fundamental character, why did he call it new? It is easy to find the answer to this question, and when found it becomes perhaps the most moving and searching of all thoughts for disciples.

The Mosaic law commanded that a man should love the Lord his God with all the heart, soul and strength, and that he should love his neighbour as himself; but these were not, and could not be, the laws by which a man could be judged before any merely human tribunal. The feelings and thoughts of a man's mind cannot be assessed correctly by a human judge. The law courts of mortal men can only judge in a negative manner. That was inevitably true in the old dispensation, and so a man who in no way injured his neighbours was legally correct in his social behaviour, even though wrong feelings were in his heart and wrong thoughts in his mind. Human judges were guided by the sight of their eyes and the hearing of their ears. Christ is under no such limitations. Even in the days of his flesh he knew what was in man, and needed not that any should tell him. When he comes as the ruler of mankind, he will not judge after the sight of his eyes or the hearing of his ears. With an all-penetrating knowledge, he will look into the heart of a man, and judge him by what he really is, and not what he appears to be. For us to be acceptable disciples this law of love must be in our hearts. There must be not merely an outward show of piety, but the reality of love for God, not merely a formal show of solicitude for a neighbour's welfare, or conventional acts of charity, but a real love of man. The Lord will look into our inmost being, and require that the reality of love shall be there."

- Islip Collyer
-------
The Law of Love
What it Means to be a Christian

 +++
2013 update:

 
Enhanced by Zemanta

Thursday 9 April 2009

Jesus memorial


"While they were eating, Jesus took bread, gave thanks and broke it, and gave it to his disciples, saying, "Take and eat; this is my body." Then he took the cup, gave thanks and offered it to them, saying, "Drink from it, all of you. This is my blood of the covenant, which is poured out for many for the forgiveness of sins. I tell you, I will not drink of this fruit of the vine from now on until that day when I drink it anew with you in my Father's kingdom."

Matthew 26:26-29

"WHAT the disciples could not know is that even while he encompassed them in this simple memorial, his eyes were lifted beyond them down the years that were to be; towards disciples gathered in caves with Roman soldiers dogging their steps; towards men and women dying in the mountains with his Name upon their lips; towards a faithful remnant struggling to keep the faith in a closing age of folly and darkness. He saw countless disciples down the years and over the world, humble disciples who lived and died unknown. He saw them living out their little lives with their hopes and their fears, their struggles and their failures, their prayers and their victories. He came quietly to them with his invitation, "With desire I have desired to eat this Passover with you before I suffer." And in humble earnestness had come their answer, "With desire we desire to meet at thy table, Lord." And so obediently they came, they remembered, they loved, they went back to their tasks inspired by his presence, resolved to struggle on. Eventually they died, faithful to the end, not having received the promise but having seen it afar off."
- Melva Purkis - A Life of Jesus


Dutch version / Nederlandse vertaling > Jezus aanbod op het laatste avondmaal
+++
Passover Seder 010
Passover Seder 010 (Photo credit: roger_mommaerts)

2013 update:
 
Enhanced by Zemanta

Jezus aanbod op het laatste avondmaal


"Terwijl zij aten, nam Jezus brood, gaf dank en brak het en gaf het aan zijn discipelen, zeggende:" Neemt en eet, dit is mijn lichaam. "Dan nam hij de beker, sprak dank uit en bood het aan hen, zeggende: "Drinkt jullie allemaal hieruit. Dit is mijn bloed van het verbond, dat is vergoten voor velen voor de vergeving van zonden. Ik vertel u, dat ik niet zal drinken van deze vrucht van de wijnstok, vanaf nu tot die dag dat ik het opnieuw drink met u in mijn vaders koninkrijk. "

Matteüs 26:26-29

"Wat de leerlingen niet konden weten is dat zelfs terwijl hij ze in dit eenvoudige herrineringsmaal omvatte, zijn ogen werden opgeheven buiten hen, de jaren die nog zouden komen; naar discipelen verzameld in grotten met Romeinse soldaten die hun stappen vervolgden op weg naar mannen en vrouwen die stierven in de bergen met zijn naam op hun lippen; naar een trouw overblijfsel dat worstelt om het vertrouwen in een afsluitende tijd van dwaasheid en duisternis te behouden. Hij zag talloze discipelen over de jaren en over de gehele wereld, nederige discipelen die leefden en stierven als onbekenden. Hij zag ze hun klein leven leven met hun hoop en hun angsten, hun strijd en hun mislukkingen, hun gebeden en hun overwinningen. Hij kwam rustig tot hen met zijn uitnodiging, "Met verlangen heb ik gewenst dit Pascha met u te eten voordat ik zal lijden. "En in nederige ernst was hun antwoord," Met verlangen kijken wij uit aan uw tafel samen te komen, Heer. "En zo als ze gehoorzaam kwamen, herinnerden ze, hielden ze lief, gingen ze terug naar hun taken geïnspireerd door zijn aanwezigheid, besloten om verder te worstelen. Uiteindelijk stierven ze, trouw tot aan het eind, niet de belofte te hebben ontvangen, maar die gezien hebbende van verre uit. "
- Melva Purkis - Een leven van Jezus


Originele Engelse versie / English original version > Jesus memorial

Thursday 19 February 2009

De verdwijnende heerlijkheid

TOEN Apollos Efeze verliet om de gemeente te Corinthe te steunen "moedigden de broeders hem daartoe aan en schreven aan de discipelen, dat zij hem vriendelijk moesten ontvang­en" (Handelingen der apostelen 18:27). Met zulke aanbeve­lingsbrieven werden de gemeenten goed geïnformeerd omtrent broeders die bezoek brachten. Er zijn aanduidingen dat broeders met een afwijkende mening al te bereid waren naar een andere gemeente te gaan om hun me­degelovigen over te halen tot hun eigen zienswijzen.
Dit was kennelijk ook het geval in Co­rinthe, gezien wat Paulus aan de ge­meente aldaar schrijft. "Gaan wij weder onszelf aanprijzen? Of hebben wij soms, gelijk sommigen, aanbevelingsbrieven bij u of van u no­dig? Onze brief zijt gij, geschreven in onze harten, kenbaar en leesbaar voor alle mensen, daar gij toont een brief van Christus te zijn, door onze dienst opgesteld, niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van steen, maar op tafelen van vlees in de harten".
Als de apostel tot de heidenen een aanbevelingsbrief nodig zou hebben wanneer hij te Corinthe kwam, was er daar wel een te lezen. Maar die stond niet op papyrus te lezen: de verande­ring in de levenswijze van zijn bekeer­lingen te Corinthe getuigde van de invloed van zijn evangelie en leer.

De Tien Geboden

Paulus beschrijft deze verandering in hun leven met een zinspeling op de Schrift. Onder de invloed van Gods Geest had Mozes de Tien Geboden op tafelen van steen ge­grift. Die vormden de kern van het verbond te Sinaï gesloten, met het oog op het tot­standkomen van een bestendige relatie tussen God en Israël:
"Ik zal Mij u tot een volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn" (Exodus 6:6); "Gij zult Mij een ko­ninkrijk Van priesters zijn en een heilig volk" (Exodus 19:6). Het verbond werd dan gesloten na Israëls plechtige gelofte de Tien Geboden na te komen: "Alles wat de HERE gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen ... Toen nam Mozes het bloed en spreng­de het op het volk en hij zeide: Zie, het bloed van het verbond, dat de HERE met u sluit, op grond van al deze woor­den" (Exodus 24: 7 -8).
Als het eerste gedeelte van de wet van Mozes, vertegenwoordigden de Tien Geboden de wet in haar geheel. Daarom worden ze "het verbond" ge­noemd. "Hij maakte u het verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien Woorden en Hij schreef ze op twee stenen tafelen" (Deuteronomium 4: 13); "Hij schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden" (Exodus 34:28). Salomo had in de tempel die hij liet bouwen "een plaats bereid voor de ark, waarin het verbond des HEREN berust, dat Hij met onze vaderen ge­sloten heeft, toen Hij hen uit het land Egypte had geleid" (I Koningen 8:21).

Een nieuw verbond

Gods bedoeling was dat zijn wet op stenen tafelen geschreven ook op het hart van zijn volk ingegrift zou worden. Mozes zei: "Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken" (Deuteronomium 6:6). Ondanks alles wat de Here voor hen gedaan had, door hen uit hun toe­stand van slavernij in Egypte te redden en hun het land van Israël te geven, ontbrak de bereidwilligheid hun belofte waar te maken en de Here in alles ge­hoorzaam te zijn. Vandaar dat toen het volk uit zijn land gedreven werd om weer in een heidens land te gaan wo­nen, de profeten uitzagen naar het slui­ten van een nieuw verbond. God sprak door Jeremia van een nieuw verbond, gericht evenals het eerste op het tot­stand komen van een gezegende relatie tussen God en Israël: "Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn" (Jeremia 3 I :33). Maar met dit nieuw verbond zou het oorspronkelij­ke doel wel bereikt worden: "Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven." Hetzelfde werd voorzegd ook door Ezechiël, een tijdgenoot van Jeremia: "Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven ... zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn" (Ezechiël 11: 19-20).
De vervulling van deze belofte is, volgens Paulus, in eerste instantie te zien in de invloed op gelovigen van het evangelie van Christus gestorven en opgestaan: "daar gij ons toont een brief van Christus te zijn, door onze dienst opgesteld, niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van steen, maar op tafelen van vlees in de harten."
Dat hiermee het nieuwe verbond in werking is gegaan blijkt uit de voortzet­ting van zijn verklaring van zijn taak als apostel van Christus: "onze bekwaam­heid is Gods werk, die ons ook be­kwaam gemaakt heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond, niet der letter, maar des Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend" (2 Corinthiërs 3:6).
Deze laatste woorden worden soms geciteerd als bewijs dat de Schrift beter op een figuurlijke dan een letter­lijke wijze te begrijpen is. Maar de letter waarover Paulus schrijft is ken­nelijk wat op de stenen tafelen ge­schreven stond, de Tien Geboden. In het volgende vers beschrijft hij deze als "de bediening des doods, met letters op stenen gegrift". Zij doodde doordat zij degenen die de geboden ongehoor­zaam waren veroordeelde. Jacobus heeft ongetwijfeld de Tien Geboden in gedachte als hij schrijft: "Want wie de gehele wet houdt maar op één punt struikelt, is schuldig aan alle geboden. Want hij die gezegd heeft: Gij zult niet echtbreken, heeft ook gezegd: Gij zult niet doodslaan" (Jacobus 2: I 0-1 I).
De letter die doodt is de Tien Woorden waaraan Israël niet gehoor­zaam is geweest, zodat in plaats van le­ven te schenken zij getuigden van Isra­els schuld. Zij waren aan Israël gegeven met een bijzonder betoon van Gods heerlijkheid. Zozeer dat toen Mozes van de berg Sinaï afdaalde met de twee stenen tafelen, de heerlijkheid van zijn gelaat afstraalde, zodat hij tijdelijk zijn gezicht moest versluieren.
Juist het feit dat die heerlijkheid slechts tijdelijk was, getuigde van de kortstondigheid van dat eerste ver­bond. Aldus redeneert Paulus: "Indien nu de bediening des doods, met letters op stenen gegrift, gepaard ging met zulk een heerlijkheid, dat de kinderen Israëls de blik niet op het aangezicht van Mozes konden vestigen om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die toch verdwijnen moest, hoe zal niet nog meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn? .. Want als het verd­wijnende met heerlijkheid gepaard ging, veel meer is dan het blijvende in heerlijkheid."
Hieruit volgt dat er geen reden is om onderscheid te maken tussen het oude verbond en de bijbehorende wet van Mozes. Wanneer Paulus in een an­dere brief schrijft: "Gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade", slaat dit dus ook op de Tien Geboden. Dit geldt ook voor zijn verdere verklaring; "thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes, en niet in de oude staat der letter" (Romeinen 6: 14; 7:6).
Zoals Paulus in dit derde hoofdstuk van 2 Corinthiërs vervolgens aantoont, staat de gelovige niet voor de bedekte en verdwijnende heerlijkheid van de wet, maar voor de heerlijkheid van de herrezen Here. "En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedek­king meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar het­zelfde beeld van heerlijkheid tot heer­lijkheid, immers door de Here, die Geest is" (3: 18). In deze nieuwe ver­houding tot God door Christus Jezus is de wet van God niet geschreven op tafelen buiten hem, maar in zijn bevat­telijke hart en verstand. "Vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid" (Romeinen 6: 18). De eisen van deze nieuwe dienst zijn nog indringender dan de Tien Geboden. In de leer van Christus in de evangeliën bewaard, en die van de apostelen in hun brieven, zijn de principes van de wet toegepast op het leven en de dienst van een toegewijde christen. -

Met de Bijbel in de hand