Showing posts with label toevluchtsoord. Show all posts
Showing posts with label toevluchtsoord. Show all posts

Monday 22 February 2010

Trust God to shelter, safety and security

Psalm 91:2 (81 kb)
I will say of the LORD, "He is my refuge and my fortress, my God, in whom I trust."



Thoughts
Phil Ware    "In God we trust." That's the phrase written on much of the money in the United States. It's a great reminder. The financial climate ebbs and flows, always vulnerable to instability in the world. Only God is our refuge and fortress during the storms of life. He is eternal. He desires to bless us. He has earned our trust.
Prayer
    Heavenly Father, I am so thankful that I can trust my life with you. Mold me and use me in ways that are a blessing to others. You are my source of security and strength. Please continue to make your presence known in my life. In Jesus' name. Amen.

Dutch version / Nederlandse versie > God te vertrouwen schuilplaats, veiligheid en geborgenheid

+++

2016 linkupdate

God te vertrouwen schuilplaats, veiligheid en geborgenheid

Christelijke Overdenking

Maandag 22 februari 2010
Psalm 91:2
Psalm 91:2 (81 kb)
         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek
"Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw!" (Ps 91:2 STV)
"hij kan zeggen: 'U bent mijn schuilplaats, mijn vesting. Mijn God, ik vertrouw op u.'"
"Ik zeg tot de HERE: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw."
"zegt tegen de HEER: 'Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op u vertrouw ik.'"
"Ik getuig daarvan en zeg tegen de HERE: U bent mijn toevlucht; bij U ben ik veilig en geborgen. U bent mijn God en ik vertrouw alleen op U."
Overdenking van vandaag:Phil Ware

"We vertrouwen op God." Dat is de zin die staat geschreven op een groot deel van het geld in de Verenigde Staten. Het is een fantastische herinnering. Het financiële klimaat gaat op en neer, altijd kwetsbaar voor instabiliteit in de wereld. Alleen God is onze toevlucht en fort tijdens de stormen van het leven. Hij is eeuwig. Hij wil ons zegenen. Hij heeft ons vertrouwen verdiend.

Gebed:
Hemelse Vader, ik ben zo dankbaar dat ik u mijn leven kan toevertrouwen. Vorm me en gebruik me zodat ik een zegen ben voor anderen. U bent mijn bron van veiligheid en sterkte. Continueer alstublieft het bekend maken van uw aanwezigheid in mijn leven. In Jezus' naam. Amen.

Engelse versie / English version > Trust God to shelter, safety and security

God is my refuge and my fortress in Him I will trust

“I will say of Jehovah, He is my refuge and my fortress; My God, in whom I trust.”
(Ps 91:2 ASV)

Trust In God
“I will say of Yahweh, \@He is\@ my refuge and my fortress: my God; in him will I trust.” (Ps 91:2 KJBPNV)


What do we do when we are in trouble or when we find our circumstances are out of control? 

One of the best things about being a father is learning from our children.  In a child's life things often go wrong and events happen that leave them feeling out of control.  Until a child is grown they are not equipped to face everything the world throws at them.  They lack strength, confidence and skill.  This is where mum and dad come in.  At those out of control moments the first thing a child does is to cry, "Mum!" or "Dad!"  It is the first thing they think of.  It is a totally natural response to difficulty and fear.  To a small child a parent is an inexhaustible supply of strength, wisdom and skill, so it is only logical that their mum or dad should be their first port of call.  It comes from a total trust in their parents who care for them.

The Psalmist wrote the following: "I will say of the LORD, 'He is my refuge and my fortress, my God in whom I trust.'"  (
Psa 91:2) The LORD should also be our refuge in the same way that we are a refuge for our children.  We must have the same sort of faith in God as our young children have in us, and with that, put all our trust in him.

Let's make God our first port of call, relying on his wisdom and strength to help us in our times of need.

Robert Prins [Auckland - Pakuranga - (NZ)] 

Dutch translation / Nederlandse vertaling > God is mijn toevlucht, mijn fort en sterte, op Hem zal ik vertrouwen

+++

2016 added related articles

God is mijn toevlucht, mijn fort en sterkte, op Hem zal ik vertrouwen

Vertrouw In God
“Ik zal van Jehovah zeggen, Hij is mijn toevlucht, mijn vesting; mijn God in wie ik vertrouw” (Psalm 91:2)

Wat doen wij wanneer wij in probleem zijn of wanneer wij vinden dat onze omstandigheden buiten controle zijn?

Één van de beste dingen betreft het vader zijn is het leren van onze kinderen. In het leven van een kind gaan de dingen vaak verkeerd en de gebeurtenissen gebeuren dat zij zich onbeheerst voelen.  Tot een kind wordt opgegroeid is, is het niet uitgerust om alles onder ogen te zien dat de wereld hen voor de voeten werpt. Het ontbreekt hen aan sterkte, vertrouwen en vaardigheid. Dit is waar moeder en de vader in het beeld komen. Op die onbeheerste ogenblikken is het eerste ding een kind doet schreeuwen, „Mama!“ of „Papa!“  Het is het eerste dat zij kunnen bedenken.  Het is een totaal natuurlijke reactie op moeilijkheid en vrees. Voor een klein kind is een ouder een onuitputtelijke voorziening van sterkte, wijsheid en vaardigheid, zodat het slechts logisch is dat hun mama of papa hun eerste thuishaven zouden moeten zijn. Het komt uit een totaal vertrouwen in hun ouders die voor hen geven.

De Psalmist schreef het volgende: „ik zal van de Heer zeggen, „hij is mijn toevluchtsoord en mijn vesting, mijn God in wie ik vertrouw. “ „(Psalm 91:2) De Heer zou ook ons toevluchtsoord moeten zijn op de zelfde manier dat wij een toevluchtsoord voor onze kinderen zijn.  Wij moeten het zelfde soort geloof in God hebben zoals onze jonge kinderen in ons, en met dat, zet al je vertrouwen in op hem.

Maak God tot onze eerste thuishaven die, zich op zijn wijsheid en sterkte baseert ons in onze tijden van nood.

- Robert Prins [Auckland - Pakuranga - (NZ)]
Engels origineel / English original > God is my refuge and my fortress in Him I will trust

Tuesday 25 August 2009

God mijn schutting, mijn hoop voor de toekomst


“(40:18) Ik ben zo ellendig, zo arm - Heer, wil aan mij denken. Mijn hulp zijt Gij, mijn bevrijder: mijn God, laat U niet wachten.” (Ps 40:17 WV78)

 “De Heer houdt de mens recht op zijn voeten wanneer Hem zijn wandel behaagt: mocht hij vallen, geveld is hij nooit, want de Heer heeft zijn hand reeds gegrepen.” (Ps 37:23-24 WV78)

“De vrees voor Jahwe geeft hechte zekerheid en voor zijn zonen is Hij een toevlucht.” (Spr 14:26 WV78)

“Ik, Ik ben het zelf die u bemoedig; en wie zijt gij, dat gij bevreesd zijt voor een sterfelijk mens, en voor een mensenkind, dat als gras vergaat? Gij zoudt Jahwe, uw Maker, vergeten, die de hemelen heeft gespannen en de aarde gegrondvest. Gij zoudt aanhoudend beangst zijn, heel de dag door, voor de woede van de verdrukker, als maakt hij zich op om u te vernietigen! Waar blijft de verdrukker met zijn woede?” (Jes 51:12-13 WV78)

“Wees niet bang voor hen, want Ik ben bij u om u te redden - godsspraak van Jahwe.” (Jer 1:8 WV78)

“Wees sterk en moedig, wees niet bang en heb geen schrik voor hen, want Jahwe uw God trekt zelf met u mee: Hij geeft u niet prijs, Hij laat u niet in de steek.” (De 31:6 WV78)

“(59:17) Laat mij van uw macht mogen zingen, van uw goedheid een morgenlied, jubelend: een vaste burcht zijt Gij mij, in het uur van mijn nood mij een toevlucht.” (Ps 59:16 WV78)

“Gij, mijn schutse, ontheft mij van druk, bevrijding schept Gij rondom mij.” (Ps 32:7 WV78)


Verder ook uitgebreid in: God Helper en Bevrijder = 

Jehovah de persoon om hoop op te stellen


Duitse uibreiding: Deutsch > Gott Helferer und Retter
Engelse versie / English version > God my fence, my hope for the future
  Franse uitbreiding: texte en français > Dieu aide et libérateur


Monday 2 March 2009

Christus winnen, Jehovah vertrouwen

“Dan wordt Juda bevrijd, leeft Israel veilig. Dit is de naam die men het geeft: ‘Jahwe, onze gerechtigheid.’” (Jer 23:6 WV78)
 “(64:5) Allen hebben wij ons verontreinigd, heel onze gerechtigheid werd een stondendoek gelijk; en wij zijn allen als bladeren verwelkt; de wind van onze zonden blaast ons weg.” (Jes 64:6 WV78)
 “en ik uitspreek de daden van Hem, van de Heer, uw gerechtigheid - de enige - aanzeg.” (Ps 71:16 WV78)
 “Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want mijn Heer Christus Jezus kennen gaat alles te boven. Om Hem heb ik. alles prijsgegeven. Om Christus houd ik alles zelfs voor vuilnis, als het erom gaat Hem te winnen en een te zijn met Hem, niet met mijn eigen gerechtigheid op grond van de wet, maar met de gerechtigheid die verkregen wordt door het geloof in Christus de gerechtigheid die van God komt en steunt op het geloof.” (Flp 3:8-9 WV78)
 “(18:3) De Heer is mijn steenrots, mijn burcht, gevaren doet Hij mij ontkomen: mijn God, mijn beschuttende rots, mijn schild, hoorn mijns heils, mijn verheffing.” (Ps 18:2 WV78)
 “(18:31) Hij, God - volmaakt is zijn weg; onvermengd is het woord van de Heer. Hij is schild voor wie bij Hem schuilen.” (Ps 18:30 WV78)
 “Dan laat Ik binnen uw muren alleen nog over een ootmoedig, bescheiden volk, dat zijn toevlucht vindt hij de naam van Jahwe,” (Sef 3:12 WV78)
 “opdat in vervulling zou gaan het woord door de profeet Jesaja gesproken: Zie, mijn Dienaar, die ik heb verkoren, mijn Welbeminde, in wie mijn ziel behagen vond. Ik zal mijn geest op Hem doen rusten, Gods Wet zal Hij verkondigen aan de volkeren. Hij zal twisten noch schreeuwen en op straat zal men zijn stem niet horen. Een geknakt riet zal Hij niet breken en een smeulende vlaspit niet doven voordat Hij Gods Wet ter overwinning heeft gevoerd; en op Zijn Naam zullen de volkeren hopen.” (Mt 12:17-21 WV78)
 “En ten slotte zegt Jesaja: De Wortel van Isai zal verschijnen, Hij die opstaat om te heersen over de heidenen. Op Hem zullen de heidenvolken hun hoop vestigen.” (Ro 15:12 WV78)
 “Hij is het die ons gered heeft uit dat dodelijk gevaar. En Hij op wie onze hoop gevestigd is, zal ons ook in de toekomst redden,” (2Co 1:10 WV78)
 “Zo groot is ons Godsvertrouwen, dank zij Christus.” (2Co 3:4 WV78)
 “God zelf heeft ons geschikt bevonden en ons het evangelie toevertrouwd; daarom spreken wij ook niet om bij mensen in de gunst te komen, maar alleen om te behagen aan God, die ons hart toetst.” (1Th 2:4 WV78)
 “Dit is het doel van al ons zwoegen en strijden, want wij hebben onze hoop gesteld op de levende God, die een Heiland is voor alle mensen, inzonderheid voor de gelovigen.” (1Ti 4:10 WV78)

Engelse versie / English version > Gaining Christ, trusting Jehovah

Thursday 4 December 2008

Uitkijken naar twee adventen

„Op de dag", !AB; D: „bij de tegenwoordigheid"; Vg: „op de dag van de komst (advent)." (1Co 1:8)
Tijdens de adventsperiode zouden vele christenen uit moeten kijken naar het vreugdemoment van de herinnering aan de geboorte van de Verlosser. zij hebben de eerste komst van Christus voor ogen en denken dikwijls niet aan de tweede komst.
Merk op met welke term de christelijke martelaar Stéfanus naar Christus’ eerste komst of advent verwees toen hij tot het joodse Sanhedrin sprak: „Wie van de profeten zijn door uw voorvaders niet vervolgd? Ja, zij hebben hen gedood die van tevoren de komst [Grieks: éleusis] van de Rechtvaardige aankondigden, wiens verraders en moordenaars gij nu zijt geworden" (Hand. 7:52). Merk op dat het woord éleusis, niet het woord parousía, werd gebruikt. Dit zijn twee Griekse woorden die niet alleen verschillend zijn wat vorm en afleiding betreft, maar ook een verschillende betekenis hebben.


Broeder Russell wees op het feit dat The Emphatic Diaglott, die in 1864 voor het eerst in complete vorm met een interlineaire Engelse woord-voor-woordvertaling was verschenen, het bewijs overlegde dat de Griekse uitdrukking par·ou'si·a „tegenwoordigheid" betekende. In zijn traktaat analyseerde Russell het bijbelse gebruik van die term en verklaarde: „Het Griekse woord dat algemeen wordt gebruikt om de tweede advent aan te duiden — Parousia, dikwijls vertaald met komst — betekent onveranderlijk een persoonlijke tegenwoordigheid, in de zin van gekomen zijnde, aangekomen, en betekent nooit in aantocht zijn, in de zin waarin wij het woord komst gebruiken."


Het woord parousía betekent letterlijk „bij [iemand] zijn", want het is een samenstelling van het Griekse voorzetsel para („bij") en ousía („zijn"). In A Greek-English Lexicon, door Liddell en Scott (Deel II, blz. 1343, 2de kolom), wordt als eerste definitie van parousía het Engelse woord voor „tegenwoordigheid" gegeven. Als tweede definitie wordt het Engelse woord voor aankomst gegeven met de vermelding: „Vooral voor een bezoek van een koning of een hoge functionaris." In overeenstemming hiermee wordt in de Theological Dictionary of the New Testament (door Gerhard Friedrich), in Deel V, als „De algemene betekenis" het Engelse woord voor „tegenwoordigheid" gegeven (blz. 859). Onder „Het technische gebruik van de termen", in het hellenisme, kan men vervolgens lezen: „1. Het bezoek van een heerser." Op bladzijde 865 wordt over „Het technische gebruik van pareimi [werkwoord] en parousía in het N.T." gezegd: „In het N.T. worden de termen nooit voor de komst van Christus in het vlees gebruikt, en parousía heeft nooit de betekenis van wederkomst. Het denkbeeld van meer dan één parousía wordt pas in de latere Kerk aangetroffen."

 Velen hebben onvervulde verwachtingen gekoesterd met betrekking tot de dag van Jehovah. Sommige vroege christenen in Thessalonika zeiden: ’Jehovah’s dag is reeds aangebroken!’ (2 Thessalonicenzen 2:2) Maar er waren twee fundamentele redenen waarom die dag niet ophanden was. Over een van die redenen had de apostel Paulus gezegd: „Wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid!’, dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen" (1 Thessalonicenzen 5:1-6). Als men de huidige gebeurtenissen aanschouwt kan men er niet naast kijken dat wij mogelijk bij de „tijd van het einde" kunnen zijn waar wij wachten op de vervulling van die woorden der verlossing (Daniël 12:4). De Thessalonicenzen misten nog een bewijsvoering dat Jehovah’s grote dag aangebroken was, want Paulus vertelde hun: „Die dag komt niet tenzij eerst de afval komt" (2 Thessalonicenzen 2:3). Toen Paulus die woorden (omstreeks 51 G.T.) optekende, was „de afval" van het ware christendom nog niet volledig tot ontwikkeling gekomen. Thans zien wij in de christenheid de volle bloei ervan. Maar hoewel de verwachtingen van die getrouwe gezalfden in Thessalonika, die God tot in de dood getrouw zijn blijven dienen, niet vervuld werden, hebben zij uiteindelijk een hemelse beloning ontvangen (Openbaring 2:10). Ook wij zullen beloond worden als wij in afwachting van Jehovah’s dag getrouw blijven.


De bijbel brengt „de grote dag van Jehovah" in verband met „de tegenwoordigheid van onze Heer Jezus Christus" (2 Thessalonicenzen 2:1, 2). De zogenoemde kerkvaders hielden er met betrekking tot Christus’ wederkomst, zijn tegenwoordigheid en zijn duizendjarige regering verschillende denkbeelden op na (Openbaring 20:4). In de tweede eeuw G.T. koesterde Papias van Hiërapolis verwachtingen omtrent een fabuleuze vruchtbaarheid van de aarde gedurende de duizendjarige regering van Christus. Justinus Martyr sprak herhaaldelijk over Jezus’ tegenwoordigheid en verwachtte dat het herstelde Jeruzalem de zetel van zijn koninkrijk zou zijn. Irenaeus van Lyon leerde dat Jezus na de vernietiging van het Romeinse Rijk zichtbaar zou verschijnen, Satan zou binden en in het aardse Jeruzalem zou regeren.


 De historicus Philip Schaff merkte op dat „het meest opvallende punt" in de periode vóór het concilie van Nicea in 325 G.T. „het geloof [was] in een aan de algemene opstanding en het algemene oordeel voorafgaande en door de verheerlijkte Christus op aarde uitgeoefende zichtbare regering die duizend jaar zou duren en waarin de opgestane heiligen zouden delen". In A Dictionary of the Bible, onder redactie van James Hastings, staat: „Tertullianus, Irenaeus en Hippolytus zien nog steeds uit naar een ophanden zijnde Advent [van Jezus Christus]; maar met de Alexandrijnse Vaders komt er een verandering in het gedachtengoed. . . . Toen Augustinus het Millennium met de periode van de strijdende Kerk vereenzelvigde, werd de Tweede Advent naar een verre toekomst geschoven."

De eerste Advent kunnen wij nu reeds in herinnering brengen. Laat ons daarom dezer dagen stil staan bij de verlossing die ons met de geboorte van Jezus Christus voor het voetlicht is gebracht.
Wij kunnen nu dus aan twee adventen denken. De eerste: de geboorte van Christus, en de tweede de eigenlijke wederkomst van Jezus, de Gezalfde.
Het is een uitkijken naar opheffing van al het wee dat er heerst. Het is een blijvend verlangen naar het beëindigen van alle pijnen.
Wij zullen er zeker van mogen zijn dat Jehovah al de vonnissen tegen ons teniet zal doen en dat wij geen kwaad van anderen meer zullen te vrezen hebben.
Nu reeds kunnen wij Jehovah verzoeken de slappe handen te sterken en de knikkende knieën te verstevigen. Doordat wij Christus als onze Redder durven aannemen kunnen wij ons nu reeds beroepen op onze Christus Koning. Tot de versaagden van hart kunnen wij nu reeds verkondigen: "Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen." (Jes 35:3-4 NBG51)

Wij kunnen onze medebewoners onze hoop uitdrukken en hen er van verzekeren dat wij kunnen vertrouwen op al de beloften die God ons heeft geopenbaard. Wij moeten gewoon sterk blijven en ons geloof in hoop en vertrouwen blijven onderbouwen en laten funderen in de Kerk van God waarvan Christus het fundament is.

Naar Christus wederkomst moeten wij nu uitkijken en geduld oefenen dat Jehovah de Allerhoogste de Grote Verwachting tot volbrenging brengt. "Wacht op den Heer, wees sterk en onversaagd; ja, wacht op den Heer." (Ps 27:14 LU)"13 Indien ik niet het geloof had gehad de goedheid van Jehovah te zien in het land der levenden —!14 Hoop op Jehovah; wees moedig en laat uw hart sterk zijn.
 

Ja, hoop op Jehovah." (Ps 27:13-14 NWV)3 Ook zal geen van hen die op u hopen, beschaamd worden.
Beschaamd zullen worden wie trouweloos handelen zonder succes. (Ps 25:3 NWV)

24 Weest moedig, en moge UW hart sterk zijn,
GIJ allen die op Jehovah wacht. (Ps 31:24  NWV)
31 maar wie op Jehovah hopen, zullen nieuwe kracht verkrijgen. Zij zullen opvaren met vleugels als arenden. Zij zullen rennen en niet mat worden; zij zullen wandelen en niet moe worden." (Jes 40:31 NWV)

Dankzij Jehovah kunnen wij de hoop op Verlossing hebben (Ps 62:5)

Johannes schreef in zijn Openbaring:
3 Toen hoorde ik een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. 4 En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan." (Re 21:3 NWV)
David was ook bewust van de verlossende kracht van het gebed en hoefde niet te wachten op gunstaflevering tot de komst van Christus.
3 Toen richtte ik mijn aangezicht op Jehovah, de [ware] God, ten einde [hem] te zoeken met gebed en met smekingen, met vasten en zak en as. 4 Ik bad dan tot Jehovah, mijn God, en deed belijdenis en zei:
„Ach Jehovah, de [ware] God, de grote en de vrees inboezemende [God], die het verbond en de liefderijke goedheid in acht neemt jegens hen die hem liefhebben en jegens hen die zijn geboden onderhouden, 5 wij hebben gezondigd en onrecht gedaan en goddeloos gehandeld en zijn weerspannig geweest; en er is van uw geboden en van uw rechterlijke beslissingen afgeweken. 6 En wij hebben niet geluisterd naar uw knechten, de profeten, die in uw naam tot onze koningen, onze vorsten en onze voorvaders en tot heel het volk van het land hebben gesproken. 7 Aan u, o Jehovah, behoort de rechtvaardigheid, maar aan ons de schaamte van aangezicht, zoals op deze dag, aan de mannen van Juda en aan de inwoners van Jeruzalem en aan allen van Israël, degenen die dichtbij zijn en degenen die ver weg zijn in alle landen waarheen gij hen verdreven hebt wegens hun ontrouw waarmee zij tegen u gehandeld hebben. (Ps 9:3-7)

116 1 heb waarlijk lief, want Jehovah hoort mijn stem, mijn smekingen. 2 Want hij heeft zijn oor tot mij geneigd, En al mijn dagen zal ik roepen. (Ps 116:1-2 NWV)

Naar het einde van het burgerlijk jaar kunnen wij eens overlopen wat wij al of niet goed of slecht gedaan hebben. Waar wij in de fout zijn gegaan kunnen wij na gaan of wij dat weer recht kunnen zetten. Laat ons daar vergiffenis vragen waar wij verkeerd gehandeld hebben. Met nieuwjaar komen de kinderen meestal hun Nieuwjaarswensen brengen. Zorgen wij er eerst voor dat het oude goed recht gezet is.

Kunnen nu reeds genieten, voor dat Christus wederkomt van mogelijke verlossingen? Ons geloof zal ons ook de kracht kunnen geven om weerstand te bieden aan de moeilijkheden van de dag. Met vertrouwen kunnen wij nu reeds genieten van vele oplossingen en verder blijven uitkijken vol verwachting naar Christus wederkomst en de eeuwige verlossing.

13 Moge de God die hoop geeft, U vervullen met alle vreugde en vrede doordat GIJ gelooft, opdat GIJ overvloedig moogt zijn in hoop met kracht van heilige geest. (Ro 15:13 NWV)
" Jahwe heeft uw vonnis tenietgedaan, Hij heeft uw vijanden weggejaagd. De koning van Israel, Jahwe, Hij is binnen uw muren: gij hebt geen kwaad meer te vrezen." (Sef 3:15 WV78)
" Wees niet bevreesd, want Ik ben met u; wees niet beangst, want Ik ben uw God; Ik maak u sterk en sta u bij, Ik ondersteun u met mijn zegenrijke rechterhand." (Jes 41:10 WV78)
" Geeft de zwakke handen weer kracht, maakt sterk de bevende knieen. Zegt tot allen die radeloos zijn: ‘Houdt moed, weest niet bang, hier is uw God, Hij brengt de wraak mee, de goddelijke vergelding, Hij brengt u redding.’" (Jes 35:3-4 WV78)
" Jahwe, uw God, is binnen uw muren, een reddende held. Hij zal opgetogen zijn van blijdschap om u en zijn liefde opnieuw laten blijken. Luidkeels roept Hij zijn vreugd om u uit." (Sef 3:17 WV78)
" Wacht dan de Heer en wees sterk, onbezweken van hart. Wacht dan de Heer." (Ps 27:14 WV78)
"5 Waarlijk, wacht stil op God, o mijn ziel, Want van hem [komt] mijn hoop. 6 Waarlijk, hij is mijn rots en mijn redding, mijn veilige hoogte; Ik zal niet aan het wankelen worden gebracht. 7 Op God rust mijn redding en mijn heerlijkheid.
Mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God. "(Ps 62:7-7 NWV)

" Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon: ‘Zie hier Gods woning onder de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.’" (Opb 21:3-4 WV78)

Verdere lektuur > Het grootste geschenk ons gegeven