Showing posts with label volkvangod. Show all posts
Showing posts with label volkvangod. Show all posts

Tuesday 22 March 2011

Christadelphians kinderen van God

COLLECTIE TROPENMUSEUM Jaratku ziet zijn vader...
COLLECTIE TROPENMUSEUM Jaratku ziet zijn vader in de hel omdat hij nog niet getrouwd is en dus geen nakomelingen heeft TMnr 3525-44 (Photo credit: Wikipedia)
“Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken!
 Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook.
 Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld hem niet kent.
 Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals hij is. Ieder die dit vol vertrouwen van hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is.
 Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden.
 U weet dat Jezus verschenen is om de zonden weg te nemen; er is in hem geen zonde. Ieder die in hem blijft, zondigt niet. Ieder die zondigt, heeft hem nooit gezien en kent hem niet. Kinderen, laat niemand u misleiden: wie rechtvaardig leeft is een rechtvaardige, zoals ook Jezus rechtvaardig is, en wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd.
 De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren.
 Hieraan is te zien wie kinderen van God en wie kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt niet uit God voort. Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster niet liefheeft.” (1 Johannes 3:1-10 NBV) 

Christadelphians children of God

1 John 3:1-10 (New International Version, ©2011)

1 John 3

 1 See what great love the Father has lavished on us, that we should be called children of God! And that is what we are! The reason the world does not know us is that it did not know him. 2 Dear friends, now we are children of God, and what we will be has not yet been made known. But we know that when Christ appears,[a] we shall be like him, for we shall see him as he is. 3 All who have this hope in him purify themselves, just as he is pure.
 4 Everyone who sins breaks the law; in fact, sin is lawlessness. 5 But you know that he appeared so that he might take away our sins. And in him is no sin. 6 No one who lives in him keeps on sinning. No one who continues to sin has either seen him or known him.
 7 Dear children, do not let anyone lead you astray. The one who does what is right is righteous, just as he is righteous. 8 The one who does what is sinful is of the devil, because the devil has been sinning from the beginning. The reason the Son of God appeared was to destroy the devil’s work. 9 No one who is born of God will continue to sin, because God’s seed remains in them; they cannot go on sinning, because they have been born of God. 10 This is how we know who the children of God are and who the children of the devil are: Anyone who does not do what is right is not God’s child, nor is anyone who does not love their brother and sister.
Footnotes:
  1. 1 John 3:2 Or when it is made known
Dutch version / Nederlandse versie: Christadelphians kinderen van God

Thursday 11 November 2010

Weekly World Watch 24th - 30th Oct 2010‏



CLICK HERE FOR THIS WEEKS WWW

In this weeks WWW

  • Pope makes comments about Israel
  • The latest diplomatic battlefield between Israel and the United Nations. Known as Rachel's Tomb to Jews and the Bilal Rabah mosque to Muslims, the site was included in a resolution by Unesco
  • Pope Benedict XVI has urged Israelis and Palestinians to push for peace in the Middle East and not to give up hope of a settlement.
  • Russia's troubled nuclear weapons programme is back on track after the Russian Navy successfully test-fired a new intercontinental ballistic missile for the second time in a month.
  • An international terrorist alert over an al-Qaeda parcel bomb plot has been triggered following the discovery of a package containing explosive material at a British airport.
  • Terrorism has gone quiet for the Western world for some time but we know that those who want to bring destruction have not been idle.
  • The Creator’s promise in the Bible that the Promised Land belongs to the Jewish People is no longer valid, a Catholic synod declared.(2)
  • After fires in Russia, now water raging with Tsunami in Western Indonesia which strikes and kills over 400 (sea in the Bible symbolic of nations and people.)



(1) In Dutch about
United Nations making comments about Israel: Het graf van Rachel
(2) Synod: Jesus cancelled Biblical ‘Chosen People’ > Synode: Jezus annuleerde Bijbels 'Gekozen volk'

Tuesday 13 July 2010

Israel Gods people

Was Moses being too starry-eyed, too close to the Israelites to see things in perspective, when he spoke of them as the "chosen people"?


The idea that God has a special relationship with the nation of Israel does not go down well today.  Our society is pre-occupied with equality and equal opportunity.  Why should God choose one nation out of the many that fill the globe?  What is so special about that tiny strip of land between the continents, the country we now call Israel, for which He seems to have such a deep regard?

Did every detail of the prophecy come true: the sojourn in a foreign land; the slavery; the taking of a spoil; the 400 years?
In case the murder of God's Son was the ultimate act of rebellion by the Chosen People, were the Israelites punished whe they, as Moses had foreseen, became the Wandering Jews after 70AD, to be found in practically every country of the world, despised, reviled and hounded by persecution from city to city?  For long centuries, exactly as the cursings had warned, they had no rest for the soles of their feet.
"Has God rejected His people?"

This month's survey question:
 God's People?  God's Land?

  1. The people of Israel are God's people and an integral part of His plan.
  2. The people of Israel are NOT God's people nor is Palestine their land.
  3. The notion of a chosen people is irrelevant and wrong-headed.
  4. Don't know.

> http://thisisyourbible.com/



Saturday 20 February 2010

Through Christ's death you can be adopted as a child of God

Through Christ's death, you, by faith, can be adopted as a child of God (Romans 8:14-17, James 4:4-5). Because of Christ's work on the Cross, the Father can celebrate "for this son of mine was dead and is alive again; he was lost and is found" (Luke 15:24).
As God's adopted children from every race, ethnicity, society, and people-group, we are his people. Just as a husband and wife are united and become one flesh, so also, we, God's people, will be united with Christ in a new marriage covenant when he returns (Ephesians 5:31-32, Revelation 19:6-9).

Dutch version / Nederlandstalige versie > Door Christus' dood kunt u worden aangenomen als een kind van God

+++

2016 linkupdate

Door Christus' dood kunt u worden aangenomen als een kind van God

Door Christus' dood, kunt u door het geloof, worden aangenomen als een kind van God (Romeinen 8:14-17, James 4:4-5).
Vanwege het werk van Christus aan het Kruis, kan de Vader vieren omdat deze zoon van Hem dood
was en weer levend is geworden, "hij was verloren en is gevonden"  (Lucas 15:24).

Zoals Gods geadopteerde kinderen van elke ras, etniciteit, samenleving , en mensen-groep, zijn we zijn volk. Net zoals een man en vrouw worden verenigd en een vlees worden, zullen ook wij, Gods volk, worden verenigd in Christus in een nieuw huwelijksverbond wanneer hij terug komt. (Efeziërs 5:31-32; Openbaring 19:6-9) 


Friday 18 September 2009

Het volk van God dankt zijn bestaan aan de genade en goedheid van God

Volk en kind van God zijn is geen prestatie maar gratie



Jozua 24:1-13 Nog één keer roept Jozua het hele volk bijeen. Deze keer in Sichem, de eerste plek die Abraham, stamvader van Israël, in het Beloofde Land aandeed en waar hij het eerste altaar voor God bouwde. In zijn afscheidsrede herinnert Jozua het volk aan de grote dingen die God heeft gedaan in het verleden. Zonder zijn roeping en trouw waren zij niet zijn volk en woonden ze nu niet in het Beloofde Land. Hun bestaan danken zij niet aan eigen inzet, het is een geschenk van God.

God heeft Abram geroepen uit de duisternis tot het licht en Hij heeft hun het land en de steden gegeven om niet, zonder hun toedoen. Het volk van God dankt zijn bestaan aan de genade en goedheid van God. Jozua bepaalt het volk van God bij dit geheim van haar bestaan. Dat is ook de basis van Gods volk vandaag.

Saturday 2 May 2009

Zijn de joden Gods uitverkoren volk

Deze maand stellen wij in ons onderzoeksplatform de vraag in welke mate u denkt dat de Joden al of niet Gods uitverkoren volk zijn en nog in Zijn Plan horen.

God had grootse plannen met het nageslacht van Abraham, Isaak en Jakob.Niet voor hun rechtvaardigheid kregen de Joden de hoop voor een eigen grote natie. Voor het doel van voorbeeld en dat Gods naam over de hele wereld zou verkondigd worden werd het volk gekozen. Maar hoe is het nu gesteld na dat Jezus Christus gestorven is. God had hen gezegd dat hij hen boven alle volken zou stellen indien zij gehoorzaam zouden zijn, maar zij hebben zich niet gehoorzaam getoond.
Wat denkt u? Hoe beantwoord u deze vragen?:

Are the Jews REALLY God's Chosen People?

- The Jews are NOT God's chosen nor is Israel their land.

- The Jews are God's people and an integral part of His plan.

- The notion of a chosen people is irrelevant and wrong-headed.

- Don't know.

Ga naar www.thisisyourbible.com om uw antwoorden te geven!



Click here to read  Israel: God’s People God’s Land!

Thursday 12 February 2009

De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl

De Knecht des Heren
2. GODS ZWAARD EN PIJL (Jesaja 49: 1-13)
DE eerste in deze reeks profetieën aangaande de Knecht des Heren was begonnen met Gods introductie van Hem: "Zie, mijn knecht!" In de inleiding op deze tweede profetie treedt de Knecht zelf op om de hele wereld toe te spreken. Reeds na de proloog had God de heidenwereld toegesproken: "Hoort Mij zwijgend aan, gij kust­landen" (Jesaja 41: 1). Dat doet nu ook zijn Knecht. 


De Knecht richt Zich tot alle aardbewoners om zijn bijzondere roeping bekend te maken. Zelfs vóór zijn ge­boorte is Hem een bijzondere opdracht voorbeschikt. "De Here heeft mij geroepen van moeders lijf aan, van de schoot mijner moeder aan heeft Hij mijn naam vermeld" (v. 1). Enige tijd later zou God tegen de profeet Jeremia zeggen: "Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd; tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld" (Jeremia. 1:5). Paulus heeft ditzelfde gezegd met betrekking tot zijn apostelschap: "Hem, die mij van de schoot mijner moeder aan afgezonderd en door zijn genade geroepen heeft" (Galaten 1: 15). Dit geldt bij uitnemendheid ook voor de Knecht, want voor zijn geboorte heeft God Jozef en Maria verteld dat zij een zoon zou baren: "en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden" (Mattheus 1:21). 


Toen God beloofde profeten onder zijn volk Israël te doen opstaan zei Hij:
"Ik zal mijn woorden in zijn mond leg­gen, en hij zal alles zeggen, wat Ik hem gebied" (Deuteronomium. 18: 18). Deze woorden zijn vooral van toepassing op Gods Knecht: zijn mond zal zijn als een scherp zwaard of een puntige pijl, doeltreffende wapens in zijn geestelijke uitrusting. De vier evangelisten laten ons de vervulling van deze profetie zien. Jezus treedt in de synagogen op met de woorden van Jesaja's laatste Knechtprofetie: "Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen" (Jesaja 61: I). Hij spreekt zoals dat Hem door de Vader is ingegeven: "Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zó, als de Vader Mij gezegd heeft" (Johannes 12:49-50).
De taak van de Knecht
Uit het gevolg blijkt dat God zijn Knecht geroepen heeft om zijn afvallige volk Israël tot bekering te roepen en te herstellen. In zijn stem klinkt de posi­tieve verwachting van bijvoorbeeld Zacharias in zijn lofzang, als hij zich verheugt over de geboorte van zijn zoon, die de weg van de Messias zal voorbereiden: "dat de Here ons zou geven, zonder vreze, uit de hand der vijanden verlost, Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid voor zijn aangezicht, al onze dagen" (Lucas 1:74­75). Mattheüs ziet hierin de vervulling van de profetische woorden: "het volk, dat in duisternis gezeten is, heeft een groot licht gezien, en voor hen, die gezeten zijn in het land en de schaduw des doods, is een licht opgegaan" (Mattheus 4: 16).
De Knecht teleurgesteld
Jesaja voorziet dat de profetische arbeid van de Knecht toch op een mis­lukking zal uitlopen, en aan de hand van de vier evangeliën kunnen we de vervuiling ook van deze woorden nagaan. Enige tijd na zijn verschijning in Galilea met vele wonderen van genezing en ongekende prediking verwijt Jezus zijn volk zijn gebrek aan belangstelling in zijn boodschap en hun matte reactie op zijn oproep: "Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen." De roep van teleurstelling: "Ik heb mij afgemat voor niets en vruchteloos mijn kracht verbruikt", geeft lang van tevoren het verdriet van Jezus aan, dat op de laatste week van zijn aardse leven zijn dieptepunt bereikte. "Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt het niet gewild" (Mattheus 23:37).
Vele voormalige discipelen hadden al eerder aanstoot genomen en Hem de rug toegekeerd (Johannes 6:66). Hij was weggelopen toen het volk, vol enthousiasme na de spijziging van vijfduizend, Hem met geweld koning wilde maken. In de hof van Gethsemane liet zelfs de innerlijke kring discipelen Hem in de steek. Jezus had afscheid van hen in de bovenzaal genomen met de slotwoorden: "Zie, de ure komt en is gekomen, dat gij verstrooid wordt, een ieder naar het zijne en Mij alleen laat. En toch ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij" (Johannes 16:32).
In plaats van Israël te hebben hersteld, heeft Jezus de verwoesting van de stad en de tempel voorzegd en hoe de joden als gevangenen onder alle heidenen weggevoerd zouden worden. Gelet op zijn zeer belovend optreden onder zijn volk had geen mens zijn offerdood kunnen voorzien. Toch heeft God dit zevenhonderd jaar ervoor door Jesaja geopenbaard.
Een voorspoedige zending
God had tegen zijn Knecht gezegd dat Hij Zich door Hem zou verheerlijken. En als God opnieuw tot Hem spreekt blijkt dat Hij in zijn zending, ondanks zijn verwerping door zijn volk, toch zal slagen. "Het is te gering, dat gij Mij tot een knecht zoudt zijn om de stammen van Jakob weder op te richten en de bewaarden van Israël terug te brengen: 
Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde" (v.6). Paulus past deze woorden in eerste instantie toe op de verkondiging, na Christus' opstanding en verhoging, van het evangelie overal ter wereld. In de verbreiding van zijn gemeente overal in de toenmalige wereld bleek hoe het scherpe zwaard en de puntige pijl inderdaad effectief waren om menselijke weerstand te overwinnen. Velen hebben de waarheid van de woorden van de brief aan de Hebreeën uit eigen ervaring gekend: "Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard" (Hebreeën. 4: 12). 

Maar de woorden zullen hun volledige vervulling hebben bij Christus' wederkomst, wanneer Hij de Koning over allen zal zijn, wanneer in plaats van een krachtig beroep op zijn volk te doen Hij de vonnissen van een Rechter Koning over allen zal uitspreken. "En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmee de heidenen te slaan" (Openbaring 19: 15). Het gevolg zal zijn dat de huidige regeerders in de wereld hun macht zullen afstaan en onderdanen worden in Christus' Koninkrijk. "Koningen zullen dit zien en opstaan; vorsten en zich nederbuigen, ter wille van de Here, die getrouw is, de Heilige Israëls, die u verkoren heeft" (v. 7).
Vrijlating van de gevangenen
De eerste Knechtprofetie had gezegd dat de Here zijn Knecht tot een verbond zou stellen en ook door Hem vrijlating van de gevangenen zou bewerkstelligen. De beide beloften zijn hier herhaald, maar de woorden: "om gevangenen uit de kerker te leiden" krijgen hier ruimere aandacht. De gevangenen verkwijnen in een ander land en moeten teruggebracht worden door de woestijn naar hun land. "Om tot de gevangenen te zeggen: Gaat uit! tot hen die in de duisternis zijn: Komt te voorschijn! Aan de wegen zullen zij weiden, op alle kale heuvels zal hun weide zijn; zij zullen hongeren noch dorsten, woestijngloed noch zonnesteek zal hen treffen, want hun Ontfermer zal hen leiden en hen afvoeren aan waterbronnen" (v.9-1 0). 

Op twee andere plaatsen in deze profetie van Jesaja, waar de Knecht niet wordt genoemd, wordt een beroep op het volk gedaan, uit Babel te vertrekken: "Vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar; raakt het onreine niet aan" (Jesaja 52: I 1-12; 48:20-21). Paulus past deze woorden toe op de pelgrimsreis van gelovigen in Christus, die de boze samenleving in de wereld achter zich laten (2 Corintiërs 6: 17). Een dergelijk beroep komt in het boek Openbaring voor waar, evenals in Jesaja, Babel genoemd wordt - nu echter met betrekking tot de rijke samenleving in de eindtijd: "Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen" (Openbaring 18:4). 

In overeenstemming met deze toepassing van Jesaja's woorden op het nieuwe Israël is het citaat van de woorden van Jesaja's tweede Knechtprofetie in het boek Openbaring. Een engel vertelt Johannes dat de grote schare die hij ziet, gekomen is "uit de grote verdrukking", d.w.z. Babel beschouwd als de plaats van slavernij en verdrukking. Bevrijding hieruit hebben zij meegemaakt door hun gewaden te hebben gewassen en wit gemaakt in het bloed van het Lam. "Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens (Openbaring 7: 16, 17) •



Met de Bijbel in de hand

++

Vindt ook

Het begin van Jezus #2 Aller Begin
Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed


De Knecht des Heren #4 De Verlosser
De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
Dienaar van zijn Vader
De Leidsman van geloof
Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
De Gezalfde en de eerste dag van de feestperiode van Ongezuurde Broden

Zoenoffer
Niemand heeft zulk een grote liefde als hij die zij leven gaf voor zijn vrienden
Jezus moest sterven
Achtergelaten aan een paal tot in de dood
Waarom vast houden aan het kruisbeeld
Kruisen en Iconen stukslaan
Zweeds theoloog vindt in historische geschriften dat Jezus niet aan een kruis stierf
Een Messias om te Sterven
Jezus drie dagen in de hel
Ook behoort gij Uzelf niet toe, want gij werd met een prijs gekocht



Sunday 4 January 2009

Bid voor de Vrede van Jerusalem, en voor Christus terugkomst - Micah 4:1-8

“Op het eind van de dagen zal het gebeuren, dat de berg van het huis van Jahwe vast zal staan als de eerste der bergen, verheven boven de heuvels en de volken stromen naar hem toe, de vele naties gaan op weg en zeggen: ‘Komt, laat ons opgaan naar de berg van Jahwe, naar het huis van Jakobs God: dan zal Hij ons zijn wegen wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen. Ja, in Sion ontspringt de wet, in Jeruzalem het woord van Jahwe.’ Hij zal recht doen tussen de vele volken en machtige naties tuchtigen, al wonen zij nog zo ver. Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen en hun speerpunten tot snoeimessen; geen volk heft het zwaard meer tegen een ander en de oorlog leren zij niet meer. Een ieder zal onder zijn wingerd zitten of onder zijn vijgeboom, door niemand opgeschrikt. Want de mond van Jahwe heeft gesproken, van Jahwe van de legerscharen. Laat de andere volken hun wegen gaan, elk volk in de naam van zijn God, wij gaan onze weg in de naam van Jahwe, onze God in tijd en eeuwigheid. Op die dag - zo luidt de godsspraak van Jahwe - wil Ik verzamelen wat kreupel is, bijeenbrengen wat uiteen is gejaag den degenen aan wie Ik leed heb gedaan. Van dat kreupele maak Ik dan een rest, van dat afgejakkerde een machtig volk. Jahwe zal hen regeren op de berg Sion van nu af tot in eeuwigheid. Wat u betreft, gij Toren-van-de-kudde, ‘Ofel, dochter Sion, tot u komt weer de heerschappij van vroeger; het koningschap behoort aan de dochter Jeruzalem.” (Mic 4:1-8 WV78)

Pray for the Peace of Jerusalem, for Christ to return - Micah 4:1-8

But in the last days it shall come to pass, that the mountain of the house of the LORD shall be established in the top of the mountains, and it shall be exalted above the hills; and people shall flow unto it. And many nations shall come, and say, Come, and let us go up to the mountain of the LORD, and to the house of the God of Jacob; and he will teach us of his ways, and we will walk in his paths: for the law shall go forth of Zion, and the word of the LORD from Jerusalem. and he shall judge among many people, and rebuke strong nations afar off; and they shall beat their swords into plowshares, and their spears into pruning hooks: nation shall not lift up a sword against nation, neither shall they learn war any more.   But they shall sit every man under his vine and under his fig tree; and none shall make them afraid: for the mouth of the LORD of hosts hath spoken it. For all people will walk every one in the name of his god, and we will walk in the name of the LORD our God for ever and ever. In that day, saith the LORD, will I assemble her that halteth, and I will gather her that is driven out, and her that I have afflicted; And I will make her that halted a remnant, and her that was cast far off a strong nation: and the LORD shall reign over them in mount Zion from henceforth, even for ever. And thou, O tower of the flock, the strong hold of the daughter of Zion, unto thee shall it come, even the first dominion; the kingdom shall come to the daughter of Jerusalem.


Friday 2 January 2009

Jood of Christen zijn

Kunnen de volgelingen van de Nazarener doorgaan als Joden of doorgaan als door God mogelijk op te nemen kandidaten voor Zijn Volk.

" Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht:" (1Pe 2:9 WV78)

Indien mensen Christus leer navolgen moeten zij de Wet der Liefde opnemen als hun Hoofdleerstelling. Het komt er niet op aan je Christen te betitelen zonder de daden bij het woord te voeren. Om Ware Christen te zijn zijn er ook daden nodig. Holle woorden hebben voor God geen zin.

" Met hun holle grootspraak en bandeloze wellust verlokken zij hen die nauwelijks begonnen zijn zich af te keren van de levenswijze der verdoolden." (2Pe 2:18 WV78)

" Maar als wij wandelen in het licht zoals Hij zelf is in het licht dan hebben wij gemeenschap met elkaar en het bloed van zijn Zoon Jezus reinigt ons van elke zonde." (1Jo 1:7 WV78)

God heeft ons de verzekering gegeven dat wij door Christus na te volgen sterker worden op onze tocht en makkelijker stand zullen houden. Steeds zullen wij ons tegen het kwaad moeten verzetten en ons in gedachten houden wat Christus ons als voorbeeld gaf en waarvoor Hij ons waarschuwde.

" Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht en hij komt niet ten val." (1Jo 2:10 WV78)

" wie zondigt is een kind van de duivel, want de duivel zondigt vanaf het begin, en de Zoon van God is juist gekomen om het werk van de duivel ongedaan te maken." (1Jo 3:8 WV78)

" En dit is zijn gebod: van harte geloven in zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons bevolen heeft." (1Jo 3:23 WV78)

" En de liefde die God is, heeft zich onder ons geopenbaard doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft, om ons het leven te brengen." (1Jo 4:9 WV78)

" En wij, wij hebben gezien en wij getuigen, dat de Vader zijn Zoon heeft gezonden om de Heiland van de wereld te zijn. Als iemand erkent dat Jezus de Zoon van God is, woont God in hem en woont hij in God." (1Jo 4:14-15 WV78)

Ook al bestaan er op deze aarde veel godsdienstrichtingen. Allerlei strekkingen waar men het al of niet mee eens kan zijn. Doch het is niet omdat men zich niet in de ene of andere strekking niet zou kunnen vinden dat deze daarom te verwensen valt. Verwensen is trouwens reeds een onchristelijke daad.
Sommigen willen Getuigen van  Jehovah, Zevende Dag Adventisten, Christadelphians, Bijbelonderzoekers, Bijbelstudenten en andere groeperingen niet aanvaarden als Christenen. De grootste grond waarop men sommige denominaties verwerpt is omdat zij bijvoorbeeld geen Drie-eenheid aanvaarden. Wij moeten echter inzien dat indien die groeperingen erkennen dat Jezus de Zoon van God is, dat God ook in hen woont en dat zij deelgenoten worden van dat Verbond en van de Kerk waar Christus het Fundament van is. Door de aanneming van Jezus als Zoon van God en als Redder hebben zij ook het volste recht zich Christen te noemen en worden zij mee opgenomen in het Volk van God.
Het is niet omdat zij niet akkoord gaan met menselijke leerstellingen dat enig mens hen zou kunnen verwerpen, want enkel God komt het toe om mensen te beoordelen. En Jehovah heeft enkel aan Zijn Zoon het recht gegeven om oordelen te vellen. Zelfs de apostelen wisten dat zelfs heiligen het moeilijk hadden om volledig rechtschapen te zijn en ook zij onder het oordeel vielen.

" Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat er reeds ligt, namelijk Jezus Christus. Of men nu op deze grondslag verder gaat met goud, zilver, kostbare stenen, of hout, hooi en stro, van ieders werk zal de kwaliteit aan het licht komen. De grote dag zal het aantonen, want deze verschijnt met vuur, en het vuur zal uitwijzen wat ieders werk waard is. Houdt het bouwwerk dat iemand optrok stand, dan zal hij loon ontvangen. Verbrandt het, dan zal hij schade lijden; hijzelf zal gered worden, maar, om zo te zeggen, door het vuur heen." (1Co 3:11-15 WV78)

" Want de tijd van het oordeel is aangebroken, en het begint met het huisgezin van God. Als het met ons begint, hoe zal het dan eindigen voor hen die het evangelie van God weigeren te gehoorzamen?" (1Pe 4:17 WV78)

" Wie zijt gij wel, dat gij u een oordeel aanmatigt over de knecht van een ander? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn meester aan. Hij zal trouwens staande blijven, want zijn Heer is bij machte hem staande te houden." (Ro 14:4 WV78)

" Ik bezweer u voor het aanschijn van God en van Christus Jezus die levenden en doden zal oordelen, bij zijn verschijning en bij zijn koningschap:" (2Ti 4:1 WV78)

Eenders op welke manier men niet volgens de regels leeft, zal het oordeel daar over komen. Dus indien in bepaalde denominaties met die regels wordt gebroken zullen de verantwoordelijken van die groepering hierover ook verantwoording moeten afleggen. (Dit geldt ook voor protestanten welke hun mannelijke of vrouwelijke priesters laten trouwen met eenzelfde geslacht of zich bezondigen aan reinheidswetten).

" Het huwelijk is iets kostbaars; laten we het allen in ere houden en de trouw respecteren. Gods oordeel zal komen over ontuchtigen en echtbrekers." (Heb 13:4 WV78)

" Niemand kan de wereld overwinnen dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is." (1Jo 5:5 WV78)

" Als wij het getuigenis van mensen aannemen, dan zeker dat van God, dat zoveel groter gezag heeft; God zelf waarborgt het getuigenis, dat Hij heeft afgelegd aangaande zijn Zoon. Wie in de Zoon van God gelooft, draagt Gods getuigenis in zijn hart. Wie God geen geloof schenkt, maakt Hem tot een leugenaar, want hij weigert Gods eigen getuigenis over zijn Zoon te aanvaarden." (1Jo 5:9-10 WV78)

Door de Zoon van God als levensbrenger te aanvaarden kan men ook vooruitzien naar de mogelijkheden om leven te ontvangen.

" Wie de Zoon heeft, heeft leven gevonden; wie de Zoon van God niet heeft, heeft ook het leven niet." (1Jo 5:12 WV78)

" Ik heb u deze brief geschreven om u er van te overtuigen dat gij eeuwig leven hebt, gij allen die waarachtig gelooft in de Zoon van God." (1Jo 5:13 WV78)

" Wij weten dat de Zoon van God gekomen is, en ons inzicht gegeven heeft om de waarachtige God te kennen, en wij zijn in de waarachtige God, want wij zijn in Jezus Christus, zijn Zoon. Dit is de ware God, dit is eeuwig leven!" (1Jo 5:20 WV78)

" Genade, barmhartigheid en vrede zal met ons zijn, vanwege God de Vader en Jezus Christus, de Zoon van de Vader, in waarheid en liefde." (2Jo 1:3 WV78)

" Alwie te ver wil gaan en niet blijft bij de leer van Christus, heeft God niet. Wie bij die leer blijft, hij heeft zowel de Vader als de Zoon." (2Jo 1:9 WV78)

" Jood zijn is iets inwendigs, en de werkelijke besnijdenis is er een van het hart, een geestelijke en niet een naar de wet. Zo iemand wordt geprezen, niet door de mensen maar door God." (Ro 2:29 WV78)

" maar de heidenen moeten God verheerlijken om zijn erbarming, volgens het woord van de Schrift: Daarom zal ik U loven onder de heidenen en uw naam met psalmen prijzen." (Ro 15:9 WV78)

" Oordeelt dus niet voorbarig, voordat de Heer gekomen is. Hij zal wat in het duister verborgen is aan het licht brengen, en openbaar maken wat er in de harten omgaat. Dan zal ieder van God de lof ontvangen die hem toekomt." (1Co 4:5 WV78)

" Ik moet u prijzen dat gij bij alles aan mij blijft denken en u houdt aan de overleveringen die ik u heb doorgegeven." (1Co 11:2 WV78)

" Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader vol ontferming en de God van alle vertroosting." (2Co 1:3 WV78)

" Met hem zenden wij de broeder die in alle gemeenten om zijn arbeid voor het evangelie wordt geprezen." (2Co 8:18 WV78)

" tot lof van de heerlijkheid van zijn genade. Hiermee heeft Hij ons begiftigd in de Geliefde," (Efe 1:6 WV78)

" opdat wij verbreiden de lof van zijn heerlijkheid wij die reeds te voren onze hoop op de Christus hadden gebouwd." (Efe 1:12 WV78)

" die het onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van Gods eigen volk, en tot lof van zijn heerlijkheid." (Efe 1:14 WV78)

" Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte." (Efe 5:19 WV78)

" verzadigd met de vrucht der gerechtigheid, die komt van Jezus Christus, tot eer en lof van God." (Flp 1:11 WV78)

" Tenslotte, broeders, houdt uw aandacht gevestigd op al wat waar is, al wat edel is, wat rechtvaardig is en rein, beminnelijk en aantrekkelijk, op al wat deugd heet en lof verdient." (Flp 4:8 WV78)

Kunnen wij behoren tot het volk Israël? Moeten wij tot het uitverkoren volk behoren?

Laten wij trachten uit te groeien tot Volk van God. Als volgelingen van de timmermanszoon Jezus van Nazareth hopen wij de ware Messias gevonden te hebben. Wij nemen deze mensenzoon aan als de Christus. Al diegenen die in navolging van de apostelen Christus willen volgen mogen Christenen genoemd worden.

Als wij als navolgers van Christus ons houden aan de Wet der Liefde kunnen wij een volgende stap zetten om de Bijbel te onderzoeken om na te gaan aan Welke voorschriften wij nog moeten voldoen om tot God te komen.
Men kan als opgedragen geboden aanhalen: 1. God te beminnen boven al; 2. enkel aan God eer en lof te brengen;  God alleen te aanbidden; geen beelden te maken van goddelijkheden en er zeker niet voor neer te knielen; 3. Niet ijdel te vloeken, spotten of Gods Naam bezoedelen; 4. Een dag voor God behouden (een sabbath houden); 5. Vader moeder zult gij eren; 6. Niet liegen of 7. bedriegen; 8. geen kwaad doen aan een ander, wat eigenlijk omsloten ligt in de Hoofdregel die Christus ons heeft gegeven.

Christus heeft ons opgedragen vredelievend te zijn, lief te hebben en goed te doen jegens anderen, tot zelfs elkaar lasten te dragen. (# Jo 13:35; 1Jo 4:20; Ro 12:18;13:18; Ga 6:2,10; Ro 12:18). Aan het grootste en eerste gebod is het tweede gebod gekoppeld om de Gehele Wet te vormen, de Gulden Regel. (# Lu 10:27; Mt 7:12; 22:37-40).

Om zich echter ware Christenen te mogen noemen zouden zij eigenlijk als Christus horen te zijn. Elke Christen zou moeten proberen als Christus te zijn, in hart en nieren.
Met de verscheidenheid van karakters en denkwijzen kunnen die navolgers van Christus toch nog in alles en in allen een nieuwe persoonlijkheid aan doen en elkaar verdragen (# Col 3:9-10; Ro 6:1-6) en zaken nastreven die vrede bevorderen (# Ro 14:19).

Wees Christuslijk en laat het goddelijke ook in u groeien. Door te willen worden als Christus zullen wij de glorie van God over ons kunnen krijgen.
Christenen kunnen het instinct overstijgen en proberen zonen van God te worden door middel van hun geloof in Christus Jezus. (# Ro 2:13-16; Gal 3:26; Jo 1:12)

Iedereen is het gegeven om tot het Naam Volk te behoren. Dankzij de kruisiging van een volledig zuivere mens, het is door Jezus dood aan een stuk hout, dat allen begenadigt zijn om rechtstreeks tot God te komen. Terwille van de Messias  Zijn Naam kunnen zij zich noemen naar de Verlosser, en uitgroeien tot een verscheiden gemeenschap van allerlei rassen of volkeren. Het is het Geloof in de Naam van Jezus Christus dat eenieder redding kan brengen en gezondheid tot in eeuwigheid. Het aanvaarden van Jezus als Redder en Bouwsteen voor Eeuwig Leven maakt het mogelijk tot dat Christendom te behoren. Door Jezus als de Weg, De Waarheid en het Leven te aanvaarden en Hem als Fundament van de Kerk te aanschouwen zal men zich Christen mogen noemen, eenders tot welke denominatie men behoort. Want dat laatste zijn dingen ingesteld door mensen buiten Christus om. (# Jo 10:1-11; 14:6; 17:3;Lu 21:12;  Ac 3:15-16; 4:12; 11:26; 16:30-34; 1Co 3:11; 2Co 10:20,21)

Christen zijn houdt in de leefregels van Christus Jezus volgen en gehoorzamen aan de Wetten van God. Het is het zoeken naar heiligheid in het leven, groeien naar innerlijke volmaaktheid om de eeuwige volmaaktheid te kunnen erven. Al de christelijkheden zouden christenen moeten proberen te verwerven. Met als voornaamste punt de nederigheid. Want Christus gaf Zijn Hoge Positie op  om in alle nederigheid, als eenvoudige timmermanszoon, hier op aarde, alle vernederingen door mensen aangebracht te dragen. Hij verdroeg het meest onzindelijke lijden, maar bleef toch van iedereen houden en drukte deze liefde ook uit door al Zijn wijze woorden en Zijn handelingen.

God wil ons via Zijn Zoon de gratie van verscheidene van Gods karakters geven. Als Christenen kunnen wij deze Christelijke Gaven de onze maken en delen met anderen. Dankzij het geloof in Christus en het godswezen in ons zullen wij dan ook over de gaven beschikken om voor anderen klaar te staan en met hen te delen.

Laten wij door Gods leven in ons goed doen!

Monday 8 December 2008

Verdrijving Joden had droogte tot gevolg

Verdrijving Joden had droogte tot gevolg

In de periode waarin er niet of nauwelijks Joden in Israël woonden, had het land te kampen met zeer ernstige droogte waardoor het landschap zelfs ingrijpend veranderde. Dat hebben geologen vastgesteld. Ze bevestigen daarmee de uitleg van een profetie door een rabbijn.
De rabbijn in kwestie, Menachem Kohen uit Brooklyn, New York, publiceerde vorig jaar het boek ‘Prophecies for the Era of Muslim Terror: A Torah Perspective on World Events’, waarin Hij schreef dat uit de Bijbel valt op te maken dat het land Israel van droogte heeft te leiden als het niet wordt bewoond door wat hij noemt de ‘rechtmatige eigenaars’, namelijk het Joodse volk.

Volgens rabbijn Kohen leed het land onder ernstige droogte vanaf de eerste eeuw na Christus tot in de twintigste eeuw. Hij baseert zich op Deuteronomium 28:23, 24. Dat is het hoofdstuk over de ‘zegen en de vloek’. Daar staat: ‘Ook zal de hemel boven uw hoofd van koper zijn en de aarde onder u van ijzer. De HERE zal poeder en stof over uw land laten regenen; van de hemel zullen die op u neerdalen, totdat gij verdelgd zijt’ (NBG’51).

Dat nu wordt bevestigd door wetenschappers. Geologen van de Universiteit van Wisconsin zeggen dat het klimaat al heel snel na het jaar 70, toen de Romeinen Jeruzalem verwoestten en de Joden werden verdreven, drastisch veranderde. Er viel aanmerkelijk minder regen. In sommige jaren viel zelfs geen druppel. En het landschap veranderde dramatisch.

Ze troffen bewijs voor hun stelling aan in de jaarringen van stalagmieten in de Soreq-grot nabij Jeruzalem. Een stalagmiet is een druipsteenpilaar van calciet die vanaf de grond omhoog groeit. Volgens de wetenschappers duurde de periode van ernstige droogte overigens van zo rond het jaar 100 na Christus tot pakweg 1100 na Christus. Aan het onderzoek werd meegewerkt door de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. De bevindingen van de wetenschappers worden binnenkort gepublicveerd in het Quaternary Research Journal.

Bron: Manna-vandaag

Monday 1 December 2008

Christen worden iets anders dan lid worden van een kerk.

Maar Agrippa zei tot Paulus: „Gij zoudt mij in korte tijd overreden een christen te worden.”  Hierop zei Paulus: „Ik zou voor het aangezicht van God wel de wens tot uitdrukking willen brengen dat hetzij in korte tijd of in lange tijd niet alleen gij, maar ook allen die mij heden horen, zo zouden worden als ik, met uitzondering van deze boeien.” (Handelingen 26:28-29)

Het gelatiniseerde Griekse woord Chri·sti'a·nos komt in de christelijke Griekse Geschriften slechts driemaal voor en duidt de volgelingen van Christus Jezus aan, de voorvechters van het christendom. — Handelingen der apostelen 11:26; 26:28; 1Pe 4:16.

Christen worden is iets anders dan lid worden van een kerk. Als wij beweren Christen te zijn moeten wij in eerste instantie een navolger van Christus Jezus zijn. Jezus deed de uitnodiging hem te volgen, doordat hij zei: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen” (Mattheus 16:24). Ware christenen zijn er volledig van overtuigd dat Jezus Christus Gods speciale Gezalfde en zijn eniggeboren Zoon is, het Beloofde Zaad, die zijn menselijke leven als een losprijs gaf, uit de dood werd opgewekt en tot de rechterhand van Jehovah werd verhoogd, en de autoriteit heeft ontvangen om zijn vijanden te onderwerpen en Jehovah’s soevereiniteit te rechtvaardigen (Mattheus 20:28; Lukas 24:46; Johannes 3:16; Ga 3:16; Filepenzen 2:9-11; Hebreeën 10:12, 13). Voor christenen is de bijbel Gods geïnspireerde Woord, de absolute waarheid, en nuttig om de mensheid te onderwijzen en streng te onderrichten. (Johannes 17:17; 2Ti 3:16; 2 Petrus 1:21).

Het is makkelijk om elk soort doopsel te herkennen als een intekenrecht om zich christen te laten noemen. In ons land zijn er massa’s mensen die een kinderdoop hebben gekregen en zich christen noemen. Maar daarbij houdt het op. Velen hebben nog wel hun eerste en hun tweede of plechtige communie gedaan, maar echte christelijke beleving hoort er niet bij.

Wie een discipel van Jezus Christus is geworden, moet de weg des levens blijven bewandelen. Hij wordt gewaarschuwd: „Wie. . . denkt te staan, moet oppassen dat hij niet valt” (1 Korinthiërs 10:12). Een christen die zich de waarheid eigen heeft gemaakt, volgt zijn door de bijbel geoefende geweten en verlaat zich op Gods leiding door middel van heilige geest. Dit helpt de opgedragen christen te beslissen wat voor hemzelf en anderen ’opbouwend’ en „heilzaam” is. Hij beseft dat de beslissingen die hij neemt van invloed zullen zijn op zijn persoonlijke verhouding met God, aan wie hij zich heeft opgedragen. Hij krijgt de raad: „Beveilig uw hart, ja, meer dan al het andere dat te behoeden is, want daaruit zijn de oorsprongen van het leven” (Spreuken 4:23). Een bepaalde vorm van leven is dus essentieel om zich christen te mogen noemen. Alsook moet dat geloof gevoed worden door handelingen, want elk geloof zonder werken is dood.

Er is de houding naar onze omgeving toe en naar God. Elke christen, afhankelijk van zijn of haar persoonlijke omstandigheden, dient God naar zijn beste vermogen te aanbidden. Dit heeft betrekking op de kwaliteit van onze aanbidding. Onze dienst voor God dient het beste te zijn wat wij kunnen geven — heilige dienst. (Lukas 16:10; Galaten 6:3, 4).

Jezus volgde zijn Vader en wenste in alles Zijn wil te doen. Christenen moeten dat ook betrachten. Dagelijks moeten zij er aan werken de hoedanigheid van Jezus Christus eigen te maken. Constant moeten zij het gevecht aan met het kwaad om dit klein te krijgen en zich vrij te maken van zonde of falen. In wezen moeten wij ons afzonderen van de wereld. Durven laten zien dat wij anders zijn en denken. Lichaam en geest moeten wij aan God laten toebehoren (1 Korinthiërs 3:16,17; 6:19,20) Bedachtzame studie van het Woord van God kan ons helpen ons leven op een goede goddelijke wijze op te bouwen. Wij mogen dan niet slechts aan ons zelf denken, maar horen de andere nauw aan het hart te dragen. Naar de andere toe moeten wij ons geloof uitnodigend laten spreken. Als gelovigen moeten wij elke poging aanwenden om het Woord van God te verkondigen en de liefde van God te laten stralen.

 

~~~


> Kan u zich Christen noemen?

> Christen, Jood of Volk van God?

Als wij beweren christenen te zijn

zullen wij het patroon van Jezus’ leven willen volgen, Zijn geboden onderhouden, Zijn dood gedenken en er voor zorgen niet door de wereld besmet te worden > Christelijk Leven

De Gemeenschap van de Christenen kunnen wij beschouwen als een Lichaam met zijn vele lichaamsdelen die elk hun waarde en doel hebben. > Wij als Christenmensen met ons geloof

Wat betekent het een christadelphian mens te zijn?

Christus toebehorenden

> Welk soort leven moet een Christen hebben?