Showing posts with label wedergeboorte. Show all posts
Showing posts with label wedergeboorte. Show all posts

Thursday 13 December 2018

Francis Chans Angst voor velen die niet naar de hemel gaan

De Amerikaanse voorganger Francis Chan vertelt over zijn grootste angst: dat veel christenen denken dat ze naar de hemel gaan, maar er uiteindelijk niet komen.

Hij begint
"Ik heb de Bijbel al dertig jaar intensief bestudeerd. In het Grieks, in het Hebreeuws, in het Engels, en ik las hem minimaal één keer per jaar. Ik wil namelijk de waarheid weten, ik wil niet misleid worden."

Eigenlijk zou elke mens intensief de bijbel moeten bestuderen. Dat Boek der boeken is namelijk de beste Gids die wij ter hand kunnen nemen om meer over leven en dood te weten te komen en over de gang van zaken en de toekomst.

Vreemd is het wel dat hij met zijn lezingen nog steeds met bepaalde angsten zit, maar dat is hoofdzakelijk te wijten doordat hij verankerd wil blijven zitten in zijn theologische opleiding en de kerkelijke doctrines, in p^laats van gewoon de woorden van de Bijbel te laten door klinken.

Ook is het duidelijk dat door zich vast te klampen aan kerkelijke leerstellingen in plaats van  zich aan de woorden van de bijbel te houden dat hij niet vrij wordt gemaakt of zich niet goed kan voelen. Hij zegt

"Weet je waar ik het allermeest bezorgd over ben? Weet je wat mij slapeloze nachten bezorgt? Dat, hoewel je in een kerkgebouw zit en hier ben, dat sommigen van jullie op een dag naar de hel gaan, om gemarteld te worden, dag en nacht, zonder einde. En dat je dan beseft: het is te laat."

Het is wel zo dat de meerderheid van de christenen denkt dat ze naar de hemel gaan, maar uiteindelijk daar niet zullen komen. De bijbel spreekt duidelijk over het komende Koninkrijk van God in de hemel maar ook op de aarde. De mensen bidden er zelfs voor in het model gebed "Onze Vader" waar zij God verzoeken om zijn Rijk hier te laten komen.

Chan pakte Johannes 3:16 erbij, die veel christenen meestal gebruiken. Dat alzo lief God de wereld heeft gehad, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft. Maar Chan zei daarbij dat we ook verder moeten lezen, in Johannes 3:36: dat als je de Zoon niet gehoorzaamt, dat je niet gered zult zijn. Ook in Mattheüs 7 zegt Jezus: ‘Niet ieder die zegt Heer, Heer, zal gered worden, maar zij die de wil van de Vader doen.’

Chan doet een oproep om de bijbel te lezen. Hij zegt:
"lees de Bijbel indringend voor jezelf, en bekijk: hoe verhoudt dit tot hoe ik het altijd heb gehoord. Neem niet zomaar de woorden van je voorganger over."
Ieder van ons wordt namelijk individueel ter verantwoording geroepen. Het is niet omdat men gedoopt en herboren is dat men zo maar gered is voor altijd en maar kan doen wat men wenst. Bij het geloof horen er werken van geloof. Het oude zelf moet ter zijde gelegd worden en eens gedoopt moet men trachten te leven naar de wil van God. Dat is wel iets heel belangrijks dat velen vergeten.

Thursday 24 March 2011

De Bekeerling, bekeringsactie en bekering

Men kan helemaal niet in een God of Schepper geloven of wel een gedachtegoed aanhangen waarbij men bepaalde zaken gelooft die niet overeenstemmen met dat geloof war men naar over stapt of converteert.

In het leven kan men een bepaalde levensovertuiging er op na houden en wordt men aangelokt tot allerlei gedachten of er toe verleid over te gaan tot bepaalde handelingen. De menselijke natuur, uiterlijke omstandigheden (de wereld) en de tot kwade geneigde menselijke gedachten omstrengelen ons. Alleen indien de wil in de bekoring toestemt ontstaat zonde. Het besef van zonde kan er alleen maar zijn als er besef van goed en kwaad is en als er een connectie is met de Schepper, God de Allerhoogste.

Men kan een goede mening er op na houden. Het verlangen om het goede te doen is een eerste stap tot het betere. Als bij dit verlangen om door al zijn werken de wil van God te volbrengen de daad bij het woord wordt gevoegd is de tweede stap in de goede richting gezet. De goede mening maakt zelfs zedelijk onverschillige handelingen verdienstelijk; vandaar dat het raadzaam is goede mening regelmatig te formuleren.

Intentie is essentieel voor de vorming van het eigen ik en de aan te nemen attitude.

God heeft verscheidene dingen geopenbaard en heeft via Zijn uitverkoren mensen Zijn Woord laten neertekenen in de Boeken die wij nu kennen als de Bijbel. Het zijn die Geschriften welke de mens kunnen vormen en tot andere gedachten kunnen brengen.

Voor de niet gelovige die tot het besef komt dat er één God is, die het goede beloont en het kwade straft, kan er een punt komen in het leven dat hij of zij beslissingen moet nemen om de geloofspunten te herkennen en te erkennen als enige waarheid. Met het besef van die waarheden komt ook de zondiging tegen het geloof in beeld.
Dan komt het er op aan over te gaan om de geloofsregels al of niet te aanvaarden en er zich aan te onderwerpen.

Als men in het leven tot het punt van inkeer komt en men van het kwade wil afstappen kan men zich gaan bekeren. Dat bekeren houdt dan in dat men gaat overstappen tot een andere mening en tot het overgaan beter te gaan leven.
De bekeerling is iemand die toegetreden is tot een ander geloof of godsdienst of partij. De bekeerlinge is zij die pas bekeerd is.

Bekering noemt men de daad, waardoor iemand van godsdienstige overtuiging ver­andert. Degene, die deze daad stelt, wordt door hen bij wie hij zich aansluit bekeerling (convertiet, proseliet), door hen, die hij verlaat apostaat, renegaat of -.. afvallige genoemd.

Het zich bekeren omvat voor de gelovige het tot inkeer brengen en veranderen van levenswijze volgens de regels van God, met een kenbaar maken naar de buitenwereld van die overstap.

Bij bekering moet er een bewijs van verandering komen. er moet rechtvaardiging en rechtzetting gebracht worden, naast het waarmaken en het betonen of aantonen van verandering. De bekering zal een testificatie moeten inhouden waarbij men getuigt of testificeert, aanhaalt wat en waarom men wat wil aanhangen.

Het kan zijn dat anderen iemand hebben willen overhalen, reden hebben doen verstaan, overreden of overtuigd hebben. Die verzekering die men dan heeft aangenomen mag niet zomaar een ompraten zijn. Men kan bepraat zijn maar dat zal van generlei waarde zijn als er geen inzicht bij te pas is gekomen. Men kan verwonnen zijn, overhaalt worden, iets uit het hoofd gehaald zijn, overrompeld zijn, meegesleept zijn, overtuigd of gepersuadeerd zijn, maar voor een goede bekering zal het nooit mogen gestoeld zijn op valse voorwendsels, valse of onstabiele leerstellingen, inducering of omkoperij.

Om te kunnen komen tot een werkelijke bekering moet deze houding gestoeld zijn op overdenkingen die grondig, welgegrond, beredeneerd, proefhoudend, overwegend, doorslaand, afdoend, gedocumenteerd, gemotiveerd, demonstratief, liquide, apologetisch, overredend, overtuigend zijn. Het moet niet vergezocht zijn, maar wel a priori, a posteriori, a forteriori, bewijsbaar, betoogbaar en afdoende gefundeerd.

Bij de bekering komt men aan het punt van kiezen en verwerpen.
Er is het verlangen, het wensen, wilen, verkiezen, begeren, iets gaarne hebben, ergens op staan, op iets gezet zijn, het oog op iets hebben, met daarbij het op gedachten komen, van gedachte veranderen en van gedachten zijn. Men kan de keur hebben en zijn wil hebben, maar men komt tot het punt dat men zal moeten kiezen, verkiezen en zijn keus zal moeten laten vallen of het strootje trekken.
Na veel lezen, onderzoeken, in vraag stellen, antwoorden vinden en bevindingen te verwoorden zal men moeten kunnen uitkiezen en de voorkeur moeten geven aan datgene wat men wil voortrekken of prefereren.
Met zijn voorstem te getuigen moet men dan zijn keuze bevestigen en afkiezen alsook zijn houding gaan afstemmen of in overeenstemming gaan leven volgens de nieuw gekozen te volgen weg. Men moet met zich zelf eens worden maar ook met het geloofsgoed waartoe men zich wil bekeren. Men kan te rade worden, een besluit nemen en opmaken. het is een beslissing die van de persoon zelf uit moet gaan waarbij hij vele oude knopen zal moeten doorhakken, uitwijzen, zaken zal moeten beëindigen of afvallig maken. Hij zal moeten beslissen, bepalen of uitmaken welke stappen hij zal willen gaan ondernemen en wat hij zal willen beklinken.
Hij zal moeten over gaan tot, besloten zijn, decideren, resolveren en determineren.
De bekering eist een besluitsverandering, een gemoedstoestand die zuiver is waarbij men over gaat tot een zich verzinnen, omdraaien, omkeren en een draai neemt in een andere richting. Het is echter gemakkelijker van kleren te veranderen dan van geloof, waarbij men beslissend, decisief, beslist moet optreden.
Naast het voornemen moet er het raadsbesluit komen, de eindbeslissing en het eindbesluit waarbij men partij kiest.

Alle bedrog, misleiding, bejuicheling, begoocheling moet opzij gezet worden. Er is dan geen plaats meer voor verschalken, verstrikken, verknikkelen, verlakken, foppen of foeteren. Men mag niet meer knoeien, knippen, knijpen, knevelen, lorren, lorsen, lapzalven, trochelen, smousen of niet meer met streken zitten, slinks handelen of slinkse wegen inslaan.
er kan geen wijn meer versneden worden want bij een bekering word klare taal vereist naast rouwmoedigheid. Namelijk is er berouw nodig over het verleden en moet men als het ware versterven of van de wereld afsterven om godverzoend te geraken.

De bekeerling moet zich bezwaard voelen over vroeger verkeerd gedane dingen, maar hij of zij kan zich verheugen dat door de doop hij of zij zal kunnen witgewassen worden. Als het geweten wakker geschud is en men tot inkeer is gekomen kan het rouwproces beginnen en kan men de wroeging laten uitwerken. Bij het in eigen boezem tasten kan men tot inkeer komen en het zich op de borst kloppen, zich bekeren, zich beteren en de oude mens of Adam afleggen. Het bekeren is zich figuurlijk omkeren en verkleden waarbij men wil afboeten, uitboeten, betalen en zijn vuile lakens zelf wil wassen om wederom geboren te worden.

Er is een zondebewustheid nodig maar men mag gerust beseffen dat vallen en opstaan geen schande is. Het vallen is geen schand, maar wel 't niet op te staan. Beter ten halve gekeerd dan ten gehele gedwaald. Heeft half geboet; niet meer doen is het beste berouw.

Anderen kunnen helpen om iemand tot betere gedachten te brengen, iemand te bekeren en op de rechte weg te helpen. Hierbij kunnen zij hem ondersteunen, maar de daad zal uit eigen wil moeten komen waarbij iedereen zijn eigen stoep zal moeten schoon vegen.
De bekeerling zal rechtzinnig, rechtgelovig de juiste beslissing zelf moeten nemen waarbij hij best bijbelvast, schriftvast confessioneel zowel oud-testamentisch als nieuw-testamentisch, canonisch als paulinisch de leer van Christus aan neemt, een belijdenis wil afleggen en voor zijn geloof durven uitkomen, waarbij hij fijn op de graat moet zijn.

Het zal niet gaan om zo maar een gevoelschristendom, maar het meot dorleeft zijn in een gewetensvrijheid met geloofsvrede en zonder geloofsdwang, gemoedsdwang of verkeerde gewetensdwang. Er mag een consciëntiedwang zijn, want het diepgaande besef voor verandering is de beste voedingsbodem om een degelijk fundament op te bouwen voor een Bijbels geloof.

Geloofsvragen en geloofsbegrippen moeten de bekeerling bezig houden en hij of zij kan maar over gaan tot de act van bekering als de geloofszaak duidelijk is. Na de geloofsvraag moet het geloofsbegrip gekomen zijn waarbij soms wel geloofsbeproeving bij optreedt. Het geloofsonderzoek kan geloofstwisten oproepen, maar met het geloofsonderscheid moet men de geloofsbegrippen duidelijk kunnen gaan sorteren. Geloofsgeschillen en geloofsregels moeten duidelijk bekeken en afgewogen worden. Er moet een duidelijk inzicht zijn in wat menselijke leerstellingen zijn of dogmas en wat God werkelijk wil. Gods Wil moet in de eerste plaats komen.
De geloofsstukken met de christenleer moet niet zozeer een Kerkleer maar wel de zuivere leer. Het Verlossingsplan en verlossingswerk moeten gekend zijn met de heilsfeiten en het godsbegrip met juiste godsbeeld en heilbelofte.

Door het over gaan tot bekering kan een rechtvaardigmaking plaats grijpen en kan de genade of heiligmakende genade bewerkstelligd worden. Dadelijke gratie kan bij de doop als bezegeling van de bekering verkregen worden.

Elke bekeerling heeft de geloofsbronnen voor hem ter beschikking. De Godsopenbaring ligt zo voor het grijpen in de revelatie of openbaring in de Geschriften, de Schriftuur, Schrift, Heilige Schrift of Bijbel, het Woord. De Bijbel, biblia, Woord van God, moet een vertrouwd instrument worden, dat met een huisbijbel regelmatig zo niet dagelijks ter hand kan genomen worden, niet enkel voor vluchtige inzage maar voor bezinning en bestudering van Gods Woord.

Als rechtzinnige kan men na de doop overgaan tot het deel uitmaken van de geloofsgemeenschap. Na het kerstenen kan men opgenomen worden in de Gemeenschap van gelovigen of ecclesia. Na mogelijk bekeringswerk van anderen zal men na de christianisatie zelf zijn geloof in daden moeten omzetten. Het convertiet zijn hoeft niet, zoals in de enge zin, slaan op  een overgang van de Protestantse kerk naar Katholiek kerk. De conversie kan naar elke ander geloofsvorm zijn. Maar als bekeerde moet men nu ook stappen durven ondernemen om anderen te gaan bekeren.

Als bekeerde kan men na de doop een aannemeling worden. De neofiet, of nieuw gedoopte kan zich dan al gauw inwerken in de gemeente als nieuw lidmaat van die broederschap. Met zijn doop kan hij zijn bekering confirmeren en bevestigd hij zijn wil tot witwassing en tot opname in de gemeenschap van Kinderen van God.

Monday 13 September 2010

Wat gebeurt er als wij sterven

In de vorige postings kwam de dood reeds ter sprake.

Niemand kan het eindpunt van dit wereldse leven vermijden. Allen worden wij ook tijdens ons leven geconfronteerd met de dood. Vroeger leek het wel de mensen meer aan te grijpen en werden zelfs perioden van rouw ingevoerd. Vandaag de dag lijken de jongeren er makkelijk over te stappen en als het iemand in hun omgeving over komt vinden zij dat dan "bad luck".

De jongeren behandelen de kwestie niet serieus. De tragedie is spoedig vergeten. Ook diegenen van middelbare leeftijd geven niet om de dood. Waarom zouden zij er over na denken? Het is nog te ver van hun bed om een echt gevaar te schijnen: "beter het aan te durfen wanneer het komt". Oudere mensen worden bewuster dat zij tegen een realiteit moeten aankijken waaraan zij niet zullen kunnen aan ontsnappen. Hun vrienden en relaties blazen de kaarsjes uit en verdwijnen uit het landschap. Hun gezichtsvermogen en gehoor verminderen en de lichamelijke kwalen die groeien herinneren hen dat de menselijke omlijsting uiteindelijk vergaat.

Vele mensen vinden een troost in het idee van overleven. volgens verscheidene christenen zouden de mensen een geheimzinnig innerlijk leven hebben dat zij "de ziel" noemen. Hiervan  wordt gedacht  dat dit deel van het vergankelijke lichaam rechtstreeks na de dood naar de "hemel" kan gaan, waar de persoonlijkheid verdergaat met leven -- in zaligheid. dit kan dan volgens sommigen enkel gebeuren als zij gedoopt zijn. Weer anderen vinden dat iedereen die een spirituele wedergeboorte heeft gekregen naar de hemel zal gaan. Noch anderen zeggen dat elke dode rechtstreeks in de hemel wordt opgenomen of een nieuw leven krijgt ofwel in die hemel of terug op aarde. Maar er zijn ook veel christenen die aan de waarschuwing van hun priesters houden dat zij ook mogelijk in een vagevuur kunnen terecht komen en bang moeten zijn dat zij niet in de hel worden geplaatst na hun dood, waar zij dan eeuwige pijniging zullen moeten ondergaan.

Velen zien een groot verschil tussen de afloop in de dood van dieren tegenover de afloop voor hen. Maar wat zegt de bijbel daar over en wat gelooft u?

Ga naar de enquête van de maan september op This is your Bible en geef uw antwoord op volgende vragen:

  1.  - Dood is als een slaap waarvan die in Christus zijn delen tot aan zijn terugkeer, wanneer zij   zullen gewekt worden.
  2.  -Onze onsterfelijke ziel gaat naar heerlijke zaligheid of brandende hel.
  3.  - Wanneer wij dood gaan, dan is het gewoon gedaan. Afgelopen. Wij zijn dan gestorven voorgoed.
  4.  - Wij worden na onze dood nog als een persoon gereïncarneerd en de cyclus van heropleving gaat verder.
  5.  - Weet niet wat er na de dood gebeurt.

What happens when we die?

The Question  of the Month by www.thisisyourbible.com is: What happens when we die?

Everybody becomes confronted with death.
Today when young people hear the bad news they often quickly change the subject or say: "bad luck". The tragedy is soon forgotten.
The middle-aged do not care to contemplate death. It is too far off yet to seem a real danger. This is Your bible looks how they react , but also how those people react when they got older, and closer to the age of dementia and deterioration.
When the end of this life is more nearby, people start wondering more. Or when something seriously happened with themselves. Often first something serious has to happen before they think of God, and after life.
Lots of people in the capitalist world accept the fact that death is the end of life. There is no escaping the reality of death. But is it really the end of everything?
Many Christians think that their soul goes straight up to an other place after they die. They either can go straight in heaven or have to undergo a cleansing first in purgatory. In the worst case they go like all the big sinners to hell.
Most people agree that we cannot reverse what has happened when a person dies. All human resources are powerless to restore a dead person to life.

But what do you think death is and what happens in death?

POSSIBLE ANSWERS:
  1. - Death is like a sleep from which those in Christ will be awakened at his return
  2. -Our immortal soul goes to heavenly bliss or burning hell.
  3. - When we die, that's it. We are extinct forever.
  4. - We are reincarnated as another person and the cycle of rebirth continues
  5. - Don't know
Fill in this month's survey question at http://www.thisisyourbible.com/


Friday 28 May 2010

Victory in rebirth

To be able to share in the victory that Jesus brought for us we must have our 'old man', that in Adam is, being killed and become an entire 'new man' in Christ.

Jezus describes this as 'rebirth', for no other image will in state to describe sufficiently this radical renewal .  And that rebirth is something that we our selfs shall have to bring till position.  In such a way we may count for it on Christ' help: we our self are  the only ones that can take this decision, and take action to fulfil it.  From now on our fight against the sin is against the temptation back now to turn till our old man.  Only when we persevere the victory has been promised, because the sin is robbed of its power.  And then is there also no power in the world, of whichever nature, that  would be able to separate us of Christ, and for which we thus yet would have to need fear.

Dutch version / Nederlandse versie> Overwinnen in wedergeboorte

Overwinnen in wedergeboorte

Om te kunnen delen in de overwinning die Jezus voor ons heeft gebracht moeten wij onze ‘oude mens’, die in Adam is, doden en een geheel ‘nieuwe mens’ in Christus worden.
Jezus beschrijft dat als een ‘wedergeboorte’, want geen enkel ander beeld zou in staat zijn deze radicale vernieuwing afdoende te beschrijven. En die wedergeboorte is iets dat wijzelf tot stand moeten brengen. Ook al mogen wij daarbij rekenen op Christus’ hulp: wijzelf zijn de enige die deze beslissing kunnen nemen, en hem ook uitvoeren. En van nu af is onze strijd tegen de zonde een strijd tegen de verleiding terug te keren tot onze oude mens. Maar wanneer wij volharden is de overwinning ons toegezegd, want dan is de zonde van zijn kracht beroofd. En dan is er ook geen macht ter wereld, van welke aard ook, die ons zou kunnen scheiden van Christus, en waarvoor wij dus nog angst zouden hoeven te hebben.

Engelse versie / English version > Victory in rebirth

Wednesday 6 January 2010

Rebirth and belonging to a church


Continuing our thoughts about the belonging to a Church we are looking after what comes really in the first place. Should we stick to standard ways of thinking and hold to the "commonplace of Christian thought"? Can we just get baptized in every community and then be reconciled with God? Whether is it important that we first make some choices and then we submit to a baptism in full compliance with the autonomy of God?
Some assume that the rebirth lies in the membership of a church, a denomination or community, an ecclesia. Jesus had a different idea about the rebirth.


SOMETHING TO CHEW ON

“There was a man of the Pharisees, named Nicodemus, a ruler of the Jews: the same came to Jesus by night, and said unto him, Rabbi, we know that you are a teacher come from God: for no man can do these miracles that you do, except God be with him. Jesus answered and said unto him, Verily, verily, I say unto you, except a man be born again (“from above”), he cannot see the kingdom of God.” John 3:1-3.
  The new birth is the only way to salvation: “Except a man be born again,” he cannot see, much less enter, the kingdom of God. Everyone should be interested in this question, because there is normally in man a desire to be saved, at least from physical death; and this should be manifested in a desire to be saved from eternal death.
  Now Nicodemus wanted to discuss the Messiahship with Jesus. He acknowledged that he believed Jesus to be a teacher sent from God; for, he said, “no man can do these miracles that you do, unless God is with him.” But Jesus waved this all aside, and directed his attention to the greatest of miracles, the new birth. “You must be born again,” Jesus said.
  The new birth is indeed a miracle, greater than the miracles of healing, cleansing lepers, opening blind eyes, and opening deaf ears. The new birth is a new creation: “Wherefore if any man is in Christ, he is a new creature: the old things are passed away; behold, they are become new.” 2 Corinthians 5:17.
   
The Bible teaches that the agencies that work to accomplish the new birth are the same that worked in the creation of the world. In the original creation there were the Spirit (Genesis 1:2), the water (verse 2), and the word (verse 3; Psalm 33:6, 9: Hebrews 11:3). In the new birth there are the Spirit (John 3:5), the water (verse 5), and the word 1 Peter 1:23).
  Since the new birth is the only way to salvation, it is man’s greatest need. Though Nicodemus wanted to discuss the theories and doctrines regarding the coming Messiah, he actually laid bare his greatest need. Jesus emphasized that theories, doctrines, and ritualism were not his need. He needed a change of heart. “You must be born again.”
  Nicodemus was startled to think that he was not already saved. I am a Pharisee, he probably said in his heart. I am a member of the true church of God. I pay tithe, and keep all of God’s commandments. I am not an idolater. I am a moralist, and am in no need of regeneration. These words might be appropriate if spoken to a Herod, a Magdalene, a Judas, or a Zacchaeus; but not to me a Pharisee. But Jesus pressed the truth upon him, “You must be born again.”

 No, church membership is not the new birth; for no one will dispute the fact that there are many members of churches who give no evidence of changed lives, many who have no hope of eternal life. Judas was a church member, but he betrayed his Lord. To the church has been committed the proclamation of the gospel of salvation; still no church can save anyone. To be saved, one must be born again. It is rather sad that some churches do not teach the new birth for salvation; it is no part of their creed. They teach that men are saved by being initiated into the church through the church’s ritualism.
  Some seem to believe that they have been born again because they have been baptized. But while baptism is important for salvation, it is plain that many have been baptized in water, but have not experienced the new birth and have not renewed their minds and hearts to live and think for the Lord as a new creation. It is for this reason that there are always two classes to be found in the church - the wheat and the tares.

  The new birth does not consist in mere outward conformity to the law of God; it does not consist in merely making good resolutions; it does not consist in being merely a good moral person. A moralist needs the new birth for salvation as much as the worst sinner.
  What is it then? It is a new life from above. It is a transformation of heart and life by the direct work of the Word inspired by the Holy Spirit. It is a new creation. It is a new being created spiritually in the image of God. It is the impartation of the nature of God by the regenerating power of the Spirit. Jesus said further in explaining the new birth: “Verily, verily, I say unto you, except a man be born of water and of the Spirit, he cannot enter into the kingdom of God. That which is born of the flesh is flesh; and that which is born of the Spirit is spirit. Marvel not that I said unto you, you must be born again.” John 3:5-7. The new birth is the essence of the kingdom of God implanted in the heart. It is not an improvement on the old sinful nature through education or refinement, but the implanting of a new nature in man, the divine nature.
  What are the results in a man’s life when the new birth is experienced? He leaves the life of sin for the life of righteousness. Romans 6:2, 12, 13. He passes from death to life (1 John 3:14), from the reign of the flesh to the reign of the Spirit (John 3:6; Romans 8:8, 9). He leaves behind the domination of the carnal mind which “is enmity against God” and “is not subject to the law of God,” and takes up the rulership of the spiritual mind, the mind of Christ. Verses 5-7; 1 Corinthians 2:16. He passes from the rule of the flesh in which one “cannot please God” (Romans 8:8) to living in the Spirit and walking in the Spirit (Galatians 5:25).

 The Corinthians, to whom the Apostle Paul preached the gospel, were guilty of the grossest sins - adultery, fornication, drunkenness, and sodomy; but when they were born again, they were delivered from these sins. Paul, writing to them and naming these hideous sins, says: “And such were some of you: but you are washed, but you are sanctified, but you are justified in the name of the Lord Jesus.” 1 Corinthians 5:17.
  The results of the new birth are the same today as they were in the days of Paul. Through his first birth a man inherits a nature wholly incompatible with the nature of God. To enter the kingdom of God, one must be born again.

 - John Aldersley



Dutch translation / Nederlandse vertaling > Wedergeboorte en lidmaatschap tot een kerk

Wedergeboorte en lidmaatschap tot een kerk


Vervolgend op onze bedenking omtrent tot welke Kerk te behoren gaan wij even na wat er werkelijk in de eerste plaats komt. Moeten wij ons houden aan de standaard denkwijzen en het 'gemeengoed van het Christelijk denken' aanhouden? Kunnen wij ons zo maar bij elke gemeenschap laten dopen en dan verzoend zijn bij God? Of is het toch belangrijk dat wij eerst bepaalde keuzes maken en ons dan onderwerpen aan een doop die in volledige overeenstemming is met de wilsbeschikking van God?
Sommigen nemen aan dat de wedergeboorte ligt in de aansluiting bij een kerk, een denominatie of gemeente. Jezus had echter een ander idee over de wedergeboorte.

***

Iets om op te kauwen

"Er was een man van de Farizeeën, genaamd Nicodemus, een overste van de Joden: dezelfde die tot Jezus kwam bij nacht, en tot hem zei: “Rabbi, wij weten dat u een leraar bent gekomen van God, want geen mens kan deze wonderen doen die je doet, tenzij God met hem is.” Jezus antwoordde en zei tot hem: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt ( "van boven"), kan hij het koninkrijk van God niet zien." Johannes 3:1-3.

De nieuwe geboorte is de enige weg naar verlossing: "Tenzij iemand wederom geboren wordt," kan hij niet zien, noch minder het koninkrijk van God binnentreden. Iedereen zou geïnteresseerd moeten zijn in deze kwestie, omdat er normaal bij de mens een verlangen is om gered te worden, ten minste uit de lichamelijke dood, en dit zou tot uiting moeten komen in de wens om gered te worden van de eeuwige dood.

Nu wilde Nicodemus de Messias met Jezus bespreken. Hij erkende dat hij geloofde dat Jezus een leraar van God gezonden was, want, zei hij, "geen mens kan deze wonderen die je doet doen, tenzij God met hem is." Maar Jezus wuifde dit alles terzijde, en richt zijn aandacht op de grootste van de wonderen, de nieuwe geboorte. "Je moet wederom geboren worden, 'zei Jezus.

De nieuwe geboorte of wedergeboorte is inderdaad een wonder, groter dan de wonderen van genezing, reiniging van melaatsen, opening van blinde ogen en dove oren. De nieuwe geboorte is een nieuwe schepping: "Daarom, indien iemand in Christus is, hij is een nieuw schepsel: het oude is voorbijgegaan, zie, zij zijn nieuw geworden." 2 Korintiërs 5:17.

De Bijbel leert dat de instanties die er aan werken om de nieuwe geboorte te bereiken dezelfde zijn die werkten in de schepping van de wereld. In de oorspronkelijke schepping waren er de Geest (Genesis 1:2), het water (vers 2), en het woord (vers 3; Psalm 33:6, 9: Hebreeën 11:3). In de nieuwe geboorte zijn er de Geest (Johannes 3:5), het water (vers 5), en het woord 1 Peter 1:23).

Omdat de weder geboorte de enige weg is naar verlossing, is dat het grootste wat de mens nodig heeft. Hoewel Nicodemus de theorieën en leerstellingen met betrekking tot de komende Messias wilde bespreken, legde hij werkelijk zijn grootste behoefte bloot. Jezus benadrukte dat theorieën, doctrines, en ritualisme niet zijn behoefte waren. Hij moest een verandering van hart ondergaan. "Je moet wederom geboren worden."

Nicodemus schrok om te denken dat hij nog niet gered was. ‘Ik ben een Farizeeër, zei hij waarschijnlijk in zijn hart. Ik ben lid van de ware kerk van God. Ik betaal tienden, en houdt alle geboden van God. Ik ben geen afgodendienaar. Ik ben een moralist, en heb geen behoefte aan regeneratie. Deze woorden zouden geschikt zijn als ze gezegd werden aan een Herodes, een Magdalena, een Judas, of een Zacheüs, maar niet voor mij een Farizeeër.’ Maar Jezus drukte de waarheid op zijn hart, "Je moet wederom geboren worden."

Nee, lidmaatschap van een kerk is niet de nieuwe geboorte, want niemand zal het feit betwisten dat er veel leden van kerken zijn die geen bewijs geven van veranderde levens, velen die geen hoop op het eeuwige leven hebben. Judas was lid van een kerk, maar hij verraadde zijn Heer. De kerk is begaan om de verkondiging van het evangelie van redding, maar nog steeds kan geen kerk iedereen redden. Om gered te worden, moet men opnieuw geboren worden. Het is nogal triest dat sommige kerken de nieuwe geboorte voor redding niet leren, het is geen deel van hun geloof. Ze leren dat de mens gered wordt door inwijding in de kerk door middel van rituelen van die kerk.

Sommigen lijken te geloven dat zij wedergeboren zijn, omdat ze gedoopt zijn. Maar terwijl de doop belangrijk is voor het heil, is het duidelijk dat velen gedoopt zijn met water, maar nog niet de nieuwe geboorte ervaren hebben en  hun geest en hart nog niet vernieuwd hebben om te leven en te denken voor de Heer als een nieuwe schepping. Het is om deze reden dat er altijd twee klassen te vinden zijn in de kerk - de tarwe en het onkruid.

De nieuwe geboorte bestaat niet uit de louter uiterlijke overeenstemming met de wet van God, het bestaat niet alleen in het maken van goede voornemens, en het bestaat niet in slechts een goede morele persoon te zijn. Een moralist heeft even veel behoefte aan de nieuwe geboorte voor redding als de ergste zondaar.

Wat is het dan? Het is een nieuw leven van boven. Het is een transformatie van het hart en het leven door de directe werking van het Woord geïnspireerd door de Heilige Geest. Het is een nieuwe schepping. Het is een nieuw wezen geestelijk gecreëerd in het beeld van God. Het is de mededeling van de aard van God door de regenererende kracht van de Geest. Jezus zei verder in het uitleggen van de nieuwe geboorte: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij niet ingaan in het Koninkrijk van God. Dat wat geboren is van het vlees is vlees, en dat wat uit de Geest geboren is geest. Verwonder u niet dat ik gezegd heb, je moet opnieuw geboren worden. " (Johannes 3:5-7). De nieuwe geboorte is de essentie van het Koninkrijk van God ingeplant in het hart. Het is geen verbetering ten opzichte van de oude zondige natuur door middel van onderwijs of verfijning, maar de inplanting van een nieuwe natuur in de mens, de goddelijke natuur.

Wat zijn de resultaten in het leven van een man als de wedergeboorte wordt ervaren? Hij laat het leven van de zonde voor het leven van de gerechtigheid. (Romeinen 6:2, 12, 13). Hij gaat van de dood naar het leven (1 Johannes 3:14), van de heerschappij van het vlees tot de heerschappij van de Geest (Johannes 3:6, Romeinen 8:8, 9). Hij laat de overheersing achter van het menselijke denken dat " vijandschap is tegen God" en "niet is onderworpen aan de wet van God," en neemt de heerschappij op van de spirituele geest, de geest van Christus. (Verzen 5-7; 1 Korintiërs 2:16). Hij passeert van de regel van het vlees, waarin men " God niet kan behagen " (Romeinen 8:8) tot aan het leven in de Geest en wandelend in de Geest (Galaten 5:25).

De Korintiërs, aan wie de apostel Paulus het Evangelie predikte, waren schuldig aan de ergste zonden - overspel, hoererij, dronkenschap, en sodomie, maar toen ze weer werden geboren, waren zij verlost van deze zonden. Paul, schreef naar hen en deze afschuwelijke zonden benoemde, zegt: "En dit waren enkele van u: maar u bent afgewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus." (1 Korintiërs 5:17).

De resultaten van de nieuwe geboorte zijn vandaag hetzelfde als in de dagen van Paulus. Door zijn eerste geboorte erft een man een natuur die geheel onverenigbaar is met de aard van God.

Voor het binnen gaan van het koninkrijk van God, moet men opnieuw geboren worden.

 - John Aldersley


Engelse vertaling / English translation > Rebirth and belonging to a church

Wednesday 11 February 2009

De Wederkomst en de Eindtijd #5 De Verlosser uit de hemel

De Wederkomst en de Eindtijd
Voorafgaand:
    De Wederkomst en de eindtijd #1 Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan
    De Wederkomst en de eindtijd #2 Blik op de nabije toekomst
    De wederkomst en de eindtijd #3 Let op de Vijgeboom
    De Wederkomst en de eindtijd #4 De komende toorn
    Vervolg
    De Wederkomst en de eindtijd #6 De Dagen van Noach en Lot


    DE VERLOSSER UIT DE HEMEL

    MET welk een blijdschap en dankbaarheid zien de schrijvers van het Nieuwe Testament terug op het leven, de dood en de opstanding van Christus, de beloofde en door enkelen zo lang verwachte Verlosser! Zij worden niet moe de betekenis van zijn offer uit te leggen: “Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen” (Titus 2: 11). “Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God verscheen ... “ (Titus 3:4; verg. 1 Johannes 4:9). “Hij was van tevoren gekend, vóór de grondlegging der wereld, doch is bij het einde der tijden geopenbaard ter wille van u ... “ (1 Petrus 1 :20). “ ... het leven toch is geopenbaard en wij hebben gezien en getuigen” (1 Johannes. 1 :2).

    In al deze passages gebruikt de schrijver óf het werkwoord phaneroo óf het daarmee verwante epiphaino, alle twee afgeleid van het woord phaino dat betekent “schijnen, licht geven, duidelijk worden”. Gods genade en heil, zeggen de apostelen, is niet meer een verwachting voor de toekomst, opgesloten in de geschriften en visioenen van profeten voorafgeschaduwd in de rituelen van de wet van het oude verbond. De genade is nu verschenen, als een licht in de wereld, duidelijk voor iedereen: “de duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt (phaino) reeds” (1 Johannes 2:8).

    In andere passages gebruikt Paulus het woord apokalupto, of het zelfstandig naamwoord apokalupsis, in plaats van phaneroo of epiphaino. Daarmee legt hij de nadruk op het openbaar worden van iets dat eertijds een geheimenis was (kalupto = bedekken of verbergen): “de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring (apokalupsis) van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen. maar thans geopenbaard (phaneroo) “ (Romeinen. 16:25-26); “ wij werden onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden” (Galaten. 3:23); “het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet be­kend is geworden aan de kinderen der mensen zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen ... “ (Efezen. 3:5).

    In deze passages beschouwt Paulus de komst van Christus als een nieuwe fase in de ontplooiing van Gods eeuwige voornemen. De mensheid had in onwetendheid van Gods heilsplan geleefd, maar de openbaring van zijn heil door de komst van Christus bracht een ingrijpende verandering, zodat alle mensen voortaan genoodzaakt zijn voor of tegen Hem te beslissen.

    Christus geopenbaard in heerlijkheid Maar hoe groot de vreugde ook moge zijn, dat Gods genade in Christus open­baar is geworden en het licht onder de mensen schijnt, de apostelen zijn allerminst mensen die alleen maar terugblikken naar die verschijning: “Want de genade Gods is verschenen ... om ons op te voeden, zodat wij ... bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven, verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus” (Titus 2:11-13). “ ... u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd” (1 Petrus 1:5).

    Het heil is gekomen, het verzoe­ningswerk is volbracht - en toch is de wereld nog steeds vol van leed, verdriet en kwaad. Zelfs zij die geloven moeten nog worstelen tegen de zonde en tegen de sterfelijkheid die in hen heerst. En hoewel Christus na zijn lijden verheerlijkt is en aan de rechterhand van de Vader is gezeten en “alle macht in de hemel en op aarde” (Mattheus 28: 18) ontvangen heeft, kent de wereld Hem niet; de keizer in Rome en zijn stadhouders heersen nog steeds alsof er niets aan de hand is. Maar het evangelie aangaande het eeuwige voornemen Gods is niet beperkt tot een geestelijke boodschap en een onzichtbare heerschappij in de harten van een minderheid van de mensen. Daarom zien de apostelen, overeenkomstig de profetieën van het Oude Testament, uit naar een volle ontplooiing van dat voornemen en de openbaring van wat nog verborgen is, wanneer het licht en de glorie van Christus in de gehele wereld zullen schijnen. Hun gehele verlangen is gericht op de openbaring (apokalupsis) van Christus, voor Wie de overgrote meerderheid van de mensen geen plaats in hun leven heeft (1 Petrus 1: 7,13; 1 Corinthiërs 1 :7). Daarom zal die dag vreselijk zijn voor velen die buiten Hem gerekend hebben: “Maar op de dag, waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag, waarop de Zoon des mensen geopenbaard (apokalupto) wordt” (Lucas 17:30).

    Het gaat er niet alleen om dat Christus wederkomt; het zal ook een openbaring (apokalupsis) van zijn heerlijkheid zijn (1 Petr. 4:13). De macht en majesteit die de Vader Hem verleend heeft bij zijn hemelvaart (Filipenzen. 2:9-11) zijn thans niet algemeen bekend, maar dan zal elk oog Hem zien (Openbaring 1 :7) en elke knie zich voor Hem moeten buigen: “ bij de openbaring (apokalupsis) van de Here Jezus van de hemel met de engelen zijner kracht, in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen. Dezen zullen boeten met een eeuwig verderf, ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte” (2 Thessalonicenzen. 1:7-9).

    De glans van zijn verschijning

    Met de openbaring van de heerlijkheid van Christus zijn wij dicht in de buurt gekomen van de denkbeelden die met zijn verschijning (phaneroo, epiphaino) verbonden zijn. En aangezien het schijnen van dat grote licht elk ander licht van zijn glans berooft, is het niet verwonderlijk dat het idee van het oordeel zo dikwijls hiermee gepaard gaat. Immers, de verschijning van Christus werpt de vraag op in hoeverre wij gedurende ons leven in het licht van Christus hebben gewandeld of in hoeverre wij eigen heerlijkheid hebben gezocht, een heer­lijkheid die onvermijdelijk verdwijnen zal wanneer Hij verschijnt. “En nu kinderkens, blijft in Hem, opdat wij, als Hij zal geopenbaard (phaneroo) worden, vrijmoedigheid hebben en voor Hem niet beschaamd staan bij zijn komst” (1 Johannes 2:28).

    Zijn verschijning liefhebben

    Het is evenwel niet Paulus’ bedoeling dat zijn lezers de verschijning van Christus zullen vrezen. Integendeel, want die verschijning zal de vervulling van al hun hoop en verwachting betekenen. Zolang Christus uitblijft, leven zij in geloof, vervuld met een innerlijke vreugde en vrede; zij ervaren in hun eigen leven de zegenende, sterkende hand van hun Here. Pas bij de wederkomst van de Here zullen de gelovigen het heil ontvangen dat Christus voor hen bewerkstelligd heeft en dat nu al eeuwen voor hen is weggelegd: “.een levende hoop, een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis; die in de hemelen weggelegd is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard (apokalupto) te worden in de laatste tijd” (1 Petrus 1: 4,5).

    Er is dus geen enkele reden tot vrees: “voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here ... mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning (epiphaneia) hebben liefgehad” (2 Timotheus 4:8).

    Ook Petrus gebruikt dit beeld van een krans: “En wanneer de opperherder verschijnt (phaneroo) zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven” (l Petrus 5:4). Petrus noemt zich in hetzelfde hoofdstuk “een deelgenoot van de heerlijkheid, welke zal geopenbaard (apokalupto) worden” (v. 1). Wanneer dus Christus als Koning wederkomt en Zich in al zijn heerlijkheid aan een verraste wereld openbaart, dan zullen ook zijn volgelingen geopenbaard worden. Het zijn in al de eeuwen sinds Christus’ eerste verschijning “niet vele wijzen, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken” geweest (l Corinthiërs 1 :26) en de mensheid in het algemeen besefte niet dat dezen aangenomen waren als zonen en dochters van God. Maar bij de komst van Christus zal dit duidelijk worden. Paulus spreekt van “het openbaar worden der zonen Gods” (Romeinen 8: 19), terwijl Johannes schrijft: “Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard (phaneroo) wat wij zijn zullen; maar wij weten dat, als Hij zal geopenbaard zijn (phaneroo), wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is” (l Johannes 3:2).

    Christus’ heerlijkheid aanschouwen

    Hoe moet dit worden verstaan? In de brief aan de Hebreeën vergelijkt de schrijver de dood van Christus - die eens en voor altijd verzoening maakt en zijn heengaan tot God, met het werk van de hogepriester op de grote Verzoendag onder de wet van Mozes. Eén keer per jaar ging de hogepriester het allerheiligste binnen met het bloed van een offer voor het gehele volk. Als hij er weer uit kwam verscheen hij voor het verzamelde volk met de vrucht van zijn werk, vergiffenis en verzoening. Zo zal ook de komst van Christus zijn: “zo zal ook Christus, nadat Hij Zich éénmaal geofferd heeft om veIer zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten” (Hebreeën 9:28).

    Bij zulke gelegenheden was de hoge­priester bevoegd het volk te zegenen. Toen Aäron tot priester gewijd werd “gingen Mozes en Aäron in de tent der samenkomst en toen zij er weer uitkwa­men, zegenden zij het volk, en de heer­lijkheid des Heren verscheen aan het gehele volk” (Levieten 9:23). De vorm van de priesterlijke zegen doet hieraan den-ken: “De Here zegene en behoede u; de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.”

    De belofte die in deze woorden besloten ligt, zal zeker in vervulling gaan wanneer Christus in de volle ‘epiphaneia’ van zijn heerlijkheid verschijnt. Omdat zij in dit leven zijn heerlijkheid hebben aanschouwd, zullen zijn volgelingen niet vernietigd worden door de glans van zijn verschijning (verg. 2 Thessalonicenzen. 2:8). Zij zullen Hem aanschouwen in al zijn glorie, en daarbij zal de tegenwoordige geestelijke verandering voltooid worden met een verandering van lichaam: “En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is [een zinspeling op het stralen van Mozes’ gelaat], de heerlijkheid des Heren weerspiegelen (of ‘aanschouwen’ S.v.), veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is” (2 Corinthiërs 3:18).

    De verlossing van het lichaam

    Zij worden veranderd; de kinderen Gods worden openbaar. Zoals wij al eerder zeiden, het evangelie is niet beperkt tot een geestelijke boodschap, een innerlijke bevrijding en wedergeboorte. De openbaring van Christus’ glorie zal de gehele wereld doordringen; zij omvat de materiële werkelijkheid van al Gods scheppingswerk: “omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods” (Romeinen 8:21). En deze kinderen Gods zullen er allereerst deel aan hebben; hun gehele wezen, lichaam en geest, zal bevrijd worden van deze “dienstbaarheid aan de vergankelijkheid”, en zal deel hebben aan de volmaaktheid en glorie van Christus: “wij zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam” (Romeinen 8:23).

    Christus’ heerlijkheid zal dan pas ten volle geopenbaard worden wanneer zij weerspiegeld wordt in een verloste schepping en vooral in verloste mensen, volmaakt naar geest en naar lichaam:
    “Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt” (Filipenzen. 3:20,21). “Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. 
    Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid” (Colosenzen 3:3,4). G. J

    Monday 15 December 2008

    Horen bij Christus en één worden met Christus

    Jezus is voor je zonden gestorven en daarom staat de rest van je leven in het teken van dankbaarheid. De 34-jarige predikant Hans Burger uit Franeker kent deze manier van denken door en door. Als gelovige heeft hij gezocht naar meer. ,,Ik moet dus heel erg dankbaar zijn. Dat heeft iets vermoeiends, iets oppervlakkigs.''

    Vandaag promoveert hij aan de vrijgemaakt-gereformeerde Theologische Universiteit over 'in Christus zijn', zoals Paulus en Johannes in de Bijbel het leven als gelovige typeren. ,,Ik ben ermee aan de gang gegaan vanuit een gevoel van malaise. Wat kan ik nog met de gereformeerde theologie?'' De predikant verwijst naar de identiteitscrisis en het weg-met-onsgevoel in zijn kerken, de vrijgemaakt-gereformeerde.

    ...

    Burger heeft onderzocht hoe de bredere reformatorische traditie het 'zijn in Christus' heeft ingevuld. Daarvoor analyseerde hij het werk van de puritein John Owen (1616-1683) en de invloedrijke Nederlandse theoloog Herman Bavinck (1854-1921). ,,De gemeenschap met Christus is in hun theologie heel belangrijk. In de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) zijn we dat echt kwijtgeraakt. Alle nadruk is komen te liggen op Gods beloften. De vrees voor subjectivisme - dat gelovigen houvast zoeken in hun eigen gevoelsleven -, heeft geleid tot een tekort aan aandacht voor de doorwerking van het evangelie in het concrete leven van mensen. Verzet tegen moderne theologen als Wiersinga, die de verzoeningsleer afschreef, leidde ook tot eenzijdige nadruk op de verzoening in Christus.''

    ...

    Wedergeboorte moet meer begrepen worden vanuit de verbondenheid met Christus: één worden met Christus en daardoor nieuw leven krijgen.''

    Paulus en Johannes geven in de Bijbel ieder een eigen invulling aan 'zijn in Christus', concludeert Burger. ,,Bij Paulus is het een soort van tussenfase: je hoort bij Christus, je bent met hem gestorven, maar nog niet helemaal met hem verlost en in heerlijkheid. Je bent nog ver van Hem in den vreemde, want Jezus moet nog terugkomen. Bij Johannes gaat het om een intieme verbondenheid: Christus woont in ons en wij in Hem.''

     - Naar Nederlands Dagblad

    Lees meer > Meer-aandacht-voor-het-leven-hier-en-nu