Showing posts with label doop. Show all posts
Showing posts with label doop. Show all posts

Thursday 20 August 2020

Willem J. Ouweneel wil ware volgers van de echte Jezus niet als christenen erkennen

Willem J. Ouweneel wil diegenen die op een van de punten van de Apostolische Geloofsbelijdenis (het Apostolicum) bewust en weloverwogen een andere visie kiest, niet als christen kunnen erkennen.

De Apostolische Geloofsbelijdenis (het Apostolicum) waar hij op zinspeelt gaat om
 de Drie-eenheid, Christus’ waarachtige godheid en waarachtige mensheid, de schepping, de zondeval, de verlossing door het werk van Christus, de lichamelijke opstanding van Christus én – te zijner tijd – van de zijnen, de wederkomst en de voleinding en – voeg ik eraan toe – de betekenis van de Schrift als het geïnspireerde Woord van God.
zegt Ouweneel.

Hierbij vergeet hij dat het God zelf is die zegt dat Jezus Zijn zoon is en dat de gelovigen in slechts één Ware God in die God van Jezus geloven. En die God van Jezus, die Jood was, is de God van de Joden en God van Abraham. In de Bijbel staat eer duidelijk omschreven dat Die Godheid een eeuwig alleswetende Geest is die geen enkel mens kan zien. Jezus daarentegen was door zeer veel mensen gezien, zonder dat zij erbij dood neervielen. Iets wat de trinitarische Christenen ook over het hoofd zien. Verder vergeten die trinitarische Christenen dat God een Alwetende Godheid is, terwijl Jezus heel wat dingen niet wist en zelf toegaf dat het niet aan hem gegeven was om zulke zaken te weten, omdat het enkel aan God is gegeven om dat te weten. Indien Jezus God is zou hij dat namelijk wel geweten hebben en ook hebben kunnen vertellen. Zeker als hij van de mensen hield, zou hij de zeer belangrijke zaken, zoals zijn terugkomst dan toch hebben kunnen melden, zodat iedereen zich tijdig zou kunnen voorbereiden.

Willem J. Ouweneel in "Wanneer kun je stellen dat een christen dwaalleer verkondigt?" schrijft op 19 augustus 2020:
Zes en drie weken geleden heb ik in twee columns in totaal twintig ‘dwalingen’ opgesomd. Maar ik wil er nu nog wel graag aan toevoegen dat er ruwweg twee soort ‘dwaalleringen’ bestaan: fundamentele en niet-fundamentele dwaalleringen.
Het verschil daartussen is heel simpel. Christenen kunnen over allerlei zaken verschil van mening hebben, terwijl zij zich toch één weten in Christus. Dan hebben we het over niet-fundamentele dwaalleringen. Maar fundamentele dwaalleringen zijn zo ernstig dat je je moet afvragen of je, als je zulke leringen aanhangt, wel behouden kunt worden.
Voor een van zijn lezers zijn de leer van dopen an sich wel een fundamenteel beginsel van het christelijk geloof (Heb. 6:1-2). Opvattingen over geloofsdoop en kinderdoop zijn daar wel direct aan verbonden, toch kan die schrijver zich voorstellen dat ze wel van een ander minder fundamenteel niveau zijn. 

Maar moet men zich niet de vraag stellen wat die doop eigenlijk inhoudt en tot welk geloof men wil komen. Een baby of kind onder een bepaalde leeftijd kan helemaal niet besluiten tot welk geloof het wil behoren en wat het wil of kan geloven.

Ouweneel geeft toe dat
Christenen kunnen over allerlei zaken verschil van mening hebben, terwijl zij zich toch één weten in Christus.

Bij die hele verscheidenheid van denken bij de verschillende christelijke denominaties zijn er wel erg wezenlijke verschillen. Ook betreft de beleving van dat geloof en het al of niet gebruiken van beelden of beeltenissen en symbolen is er een groot verschil, waar volgens ons geen eenheid onder Christus valt op te merken. Want Christus volgde de Joodse wetgeving waarbij volgens de Torah (de Wet van God) duidelijk werd gesteld dat er geen beeltenissen van God mochten of mogen gemaakt worden nog aanbeden worden; In heel wat christelijke denominaties zien wij wel mensen neerknielen voor beelden en priesters beelden bewieroken. Dat is volgens de God van de Bijbel heiligschennis en iets verwerpelijks.

Zij die geloven in Christus Jezus moeten de vraag stellen in welke Christus zij wensen te geloven:
  • de God van de Bijbel
  • de God die Jezus aanbad en tot wie Jezus nu voor de mens een voorspreker of bemiddelaar is
  • de god die een groot deel van kerken in het Christendom eren
Door te beweren dat diegenen die de Drie-eenheid niet aanbidden maar enkel de Enige Ware God van Jezus aanbidden, geen christenen zouden zijn, wordt hij in feite een anti-Christ. Hij stelt zich namelijk op tegen hen die de Christus zijn leer wensen op te volgen en niet de dwaalleren van andere mensen dan de mensenzoon zijn leerstellingen.
In feite zijn zij die Jezus als zoon van God aanvaarden en hem niet een god de zoon maken, de echte ware christenen, want zij houden zich niet enkel aan Jezus leer, maar houden zich ook aan Gods Wet, om slechts één Ware God te aanbidden en dat is de Elohim Hashem Jehovah.

Thursday 24 March 2011

De Bekeerling, bekeringsactie en bekering

Men kan helemaal niet in een God of Schepper geloven of wel een gedachtegoed aanhangen waarbij men bepaalde zaken gelooft die niet overeenstemmen met dat geloof war men naar over stapt of converteert.

In het leven kan men een bepaalde levensovertuiging er op na houden en wordt men aangelokt tot allerlei gedachten of er toe verleid over te gaan tot bepaalde handelingen. De menselijke natuur, uiterlijke omstandigheden (de wereld) en de tot kwade geneigde menselijke gedachten omstrengelen ons. Alleen indien de wil in de bekoring toestemt ontstaat zonde. Het besef van zonde kan er alleen maar zijn als er besef van goed en kwaad is en als er een connectie is met de Schepper, God de Allerhoogste.

Men kan een goede mening er op na houden. Het verlangen om het goede te doen is een eerste stap tot het betere. Als bij dit verlangen om door al zijn werken de wil van God te volbrengen de daad bij het woord wordt gevoegd is de tweede stap in de goede richting gezet. De goede mening maakt zelfs zedelijk onverschillige handelingen verdienstelijk; vandaar dat het raadzaam is goede mening regelmatig te formuleren.

Intentie is essentieel voor de vorming van het eigen ik en de aan te nemen attitude.

God heeft verscheidene dingen geopenbaard en heeft via Zijn uitverkoren mensen Zijn Woord laten neertekenen in de Boeken die wij nu kennen als de Bijbel. Het zijn die Geschriften welke de mens kunnen vormen en tot andere gedachten kunnen brengen.

Voor de niet gelovige die tot het besef komt dat er één God is, die het goede beloont en het kwade straft, kan er een punt komen in het leven dat hij of zij beslissingen moet nemen om de geloofspunten te herkennen en te erkennen als enige waarheid. Met het besef van die waarheden komt ook de zondiging tegen het geloof in beeld.
Dan komt het er op aan over te gaan om de geloofsregels al of niet te aanvaarden en er zich aan te onderwerpen.

Als men in het leven tot het punt van inkeer komt en men van het kwade wil afstappen kan men zich gaan bekeren. Dat bekeren houdt dan in dat men gaat overstappen tot een andere mening en tot het overgaan beter te gaan leven.
De bekeerling is iemand die toegetreden is tot een ander geloof of godsdienst of partij. De bekeerlinge is zij die pas bekeerd is.

Bekering noemt men de daad, waardoor iemand van godsdienstige overtuiging ver­andert. Degene, die deze daad stelt, wordt door hen bij wie hij zich aansluit bekeerling (convertiet, proseliet), door hen, die hij verlaat apostaat, renegaat of -.. afvallige genoemd.

Het zich bekeren omvat voor de gelovige het tot inkeer brengen en veranderen van levenswijze volgens de regels van God, met een kenbaar maken naar de buitenwereld van die overstap.

Bij bekering moet er een bewijs van verandering komen. er moet rechtvaardiging en rechtzetting gebracht worden, naast het waarmaken en het betonen of aantonen van verandering. De bekering zal een testificatie moeten inhouden waarbij men getuigt of testificeert, aanhaalt wat en waarom men wat wil aanhangen.

Het kan zijn dat anderen iemand hebben willen overhalen, reden hebben doen verstaan, overreden of overtuigd hebben. Die verzekering die men dan heeft aangenomen mag niet zomaar een ompraten zijn. Men kan bepraat zijn maar dat zal van generlei waarde zijn als er geen inzicht bij te pas is gekomen. Men kan verwonnen zijn, overhaalt worden, iets uit het hoofd gehaald zijn, overrompeld zijn, meegesleept zijn, overtuigd of gepersuadeerd zijn, maar voor een goede bekering zal het nooit mogen gestoeld zijn op valse voorwendsels, valse of onstabiele leerstellingen, inducering of omkoperij.

Om te kunnen komen tot een werkelijke bekering moet deze houding gestoeld zijn op overdenkingen die grondig, welgegrond, beredeneerd, proefhoudend, overwegend, doorslaand, afdoend, gedocumenteerd, gemotiveerd, demonstratief, liquide, apologetisch, overredend, overtuigend zijn. Het moet niet vergezocht zijn, maar wel a priori, a posteriori, a forteriori, bewijsbaar, betoogbaar en afdoende gefundeerd.

Bij de bekering komt men aan het punt van kiezen en verwerpen.
Er is het verlangen, het wensen, wilen, verkiezen, begeren, iets gaarne hebben, ergens op staan, op iets gezet zijn, het oog op iets hebben, met daarbij het op gedachten komen, van gedachte veranderen en van gedachten zijn. Men kan de keur hebben en zijn wil hebben, maar men komt tot het punt dat men zal moeten kiezen, verkiezen en zijn keus zal moeten laten vallen of het strootje trekken.
Na veel lezen, onderzoeken, in vraag stellen, antwoorden vinden en bevindingen te verwoorden zal men moeten kunnen uitkiezen en de voorkeur moeten geven aan datgene wat men wil voortrekken of prefereren.
Met zijn voorstem te getuigen moet men dan zijn keuze bevestigen en afkiezen alsook zijn houding gaan afstemmen of in overeenstemming gaan leven volgens de nieuw gekozen te volgen weg. Men moet met zich zelf eens worden maar ook met het geloofsgoed waartoe men zich wil bekeren. Men kan te rade worden, een besluit nemen en opmaken. het is een beslissing die van de persoon zelf uit moet gaan waarbij hij vele oude knopen zal moeten doorhakken, uitwijzen, zaken zal moeten beëindigen of afvallig maken. Hij zal moeten beslissen, bepalen of uitmaken welke stappen hij zal willen gaan ondernemen en wat hij zal willen beklinken.
Hij zal moeten over gaan tot, besloten zijn, decideren, resolveren en determineren.
De bekering eist een besluitsverandering, een gemoedstoestand die zuiver is waarbij men over gaat tot een zich verzinnen, omdraaien, omkeren en een draai neemt in een andere richting. Het is echter gemakkelijker van kleren te veranderen dan van geloof, waarbij men beslissend, decisief, beslist moet optreden.
Naast het voornemen moet er het raadsbesluit komen, de eindbeslissing en het eindbesluit waarbij men partij kiest.

Alle bedrog, misleiding, bejuicheling, begoocheling moet opzij gezet worden. Er is dan geen plaats meer voor verschalken, verstrikken, verknikkelen, verlakken, foppen of foeteren. Men mag niet meer knoeien, knippen, knijpen, knevelen, lorren, lorsen, lapzalven, trochelen, smousen of niet meer met streken zitten, slinks handelen of slinkse wegen inslaan.
er kan geen wijn meer versneden worden want bij een bekering word klare taal vereist naast rouwmoedigheid. Namelijk is er berouw nodig over het verleden en moet men als het ware versterven of van de wereld afsterven om godverzoend te geraken.

De bekeerling moet zich bezwaard voelen over vroeger verkeerd gedane dingen, maar hij of zij kan zich verheugen dat door de doop hij of zij zal kunnen witgewassen worden. Als het geweten wakker geschud is en men tot inkeer is gekomen kan het rouwproces beginnen en kan men de wroeging laten uitwerken. Bij het in eigen boezem tasten kan men tot inkeer komen en het zich op de borst kloppen, zich bekeren, zich beteren en de oude mens of Adam afleggen. Het bekeren is zich figuurlijk omkeren en verkleden waarbij men wil afboeten, uitboeten, betalen en zijn vuile lakens zelf wil wassen om wederom geboren te worden.

Er is een zondebewustheid nodig maar men mag gerust beseffen dat vallen en opstaan geen schande is. Het vallen is geen schand, maar wel 't niet op te staan. Beter ten halve gekeerd dan ten gehele gedwaald. Heeft half geboet; niet meer doen is het beste berouw.

Anderen kunnen helpen om iemand tot betere gedachten te brengen, iemand te bekeren en op de rechte weg te helpen. Hierbij kunnen zij hem ondersteunen, maar de daad zal uit eigen wil moeten komen waarbij iedereen zijn eigen stoep zal moeten schoon vegen.
De bekeerling zal rechtzinnig, rechtgelovig de juiste beslissing zelf moeten nemen waarbij hij best bijbelvast, schriftvast confessioneel zowel oud-testamentisch als nieuw-testamentisch, canonisch als paulinisch de leer van Christus aan neemt, een belijdenis wil afleggen en voor zijn geloof durven uitkomen, waarbij hij fijn op de graat moet zijn.

Het zal niet gaan om zo maar een gevoelschristendom, maar het meot dorleeft zijn in een gewetensvrijheid met geloofsvrede en zonder geloofsdwang, gemoedsdwang of verkeerde gewetensdwang. Er mag een consciëntiedwang zijn, want het diepgaande besef voor verandering is de beste voedingsbodem om een degelijk fundament op te bouwen voor een Bijbels geloof.

Geloofsvragen en geloofsbegrippen moeten de bekeerling bezig houden en hij of zij kan maar over gaan tot de act van bekering als de geloofszaak duidelijk is. Na de geloofsvraag moet het geloofsbegrip gekomen zijn waarbij soms wel geloofsbeproeving bij optreedt. Het geloofsonderzoek kan geloofstwisten oproepen, maar met het geloofsonderscheid moet men de geloofsbegrippen duidelijk kunnen gaan sorteren. Geloofsgeschillen en geloofsregels moeten duidelijk bekeken en afgewogen worden. Er moet een duidelijk inzicht zijn in wat menselijke leerstellingen zijn of dogmas en wat God werkelijk wil. Gods Wil moet in de eerste plaats komen.
De geloofsstukken met de christenleer moet niet zozeer een Kerkleer maar wel de zuivere leer. Het Verlossingsplan en verlossingswerk moeten gekend zijn met de heilsfeiten en het godsbegrip met juiste godsbeeld en heilbelofte.

Door het over gaan tot bekering kan een rechtvaardigmaking plaats grijpen en kan de genade of heiligmakende genade bewerkstelligd worden. Dadelijke gratie kan bij de doop als bezegeling van de bekering verkregen worden.

Elke bekeerling heeft de geloofsbronnen voor hem ter beschikking. De Godsopenbaring ligt zo voor het grijpen in de revelatie of openbaring in de Geschriften, de Schriftuur, Schrift, Heilige Schrift of Bijbel, het Woord. De Bijbel, biblia, Woord van God, moet een vertrouwd instrument worden, dat met een huisbijbel regelmatig zo niet dagelijks ter hand kan genomen worden, niet enkel voor vluchtige inzage maar voor bezinning en bestudering van Gods Woord.

Als rechtzinnige kan men na de doop overgaan tot het deel uitmaken van de geloofsgemeenschap. Na het kerstenen kan men opgenomen worden in de Gemeenschap van gelovigen of ecclesia. Na mogelijk bekeringswerk van anderen zal men na de christianisatie zelf zijn geloof in daden moeten omzetten. Het convertiet zijn hoeft niet, zoals in de enge zin, slaan op  een overgang van de Protestantse kerk naar Katholiek kerk. De conversie kan naar elke ander geloofsvorm zijn. Maar als bekeerde moet men nu ook stappen durven ondernemen om anderen te gaan bekeren.

Als bekeerde kan men na de doop een aannemeling worden. De neofiet, of nieuw gedoopte kan zich dan al gauw inwerken in de gemeente als nieuw lidmaat van die broederschap. Met zijn doop kan hij zijn bekering confirmeren en bevestigd hij zijn wil tot witwassing en tot opname in de gemeenschap van Kinderen van God.

Thursday 11 November 2010

Synode: Jezus annuleerde Bijbels 'Gekozen volk'

De belofte van de Schepper in de Bijbel die het Beloofde Land voorzag voor het Joodse volk is niet langer geldig, kondigde een katholieke synode aan.

Een Amerikaanse aartsbisschop heeft aan de Synode uitgelegd dat de belofte van de Schepper "door de aanwezigheid van Christus werd afgeschaft. " In een beslissing die voorzeker een woedende reactie van vele Joodse leiders zal veroorzaken, beëindigde de synode met de conclusie dat "toevlucht naar theologische en Bijbelse posities die het Woord van G-d verkeerd gebruiken te rechtvaardigen om de vele onrechten te rechtvaardigen  niet aanvaardbaar is". Nochtans, kondigde een inherent tegenstrijdige Synode ook de verklaring aan, "Dezelfde Bijbelse Geschriften verenigen ons; het Oude Testament, het Woord van G-d zijn voor u en ons beide ... Wij geloven in de beloften van God en zijn overeenkomst gegeven naar Abraham en naar u. Wij geloven dat het Woord van G-d eeuwig is".

Dit is een belangrijk misverstand van de Waarheid van het Woord van God. God heeft de Joodse mensen niet uitgesloten. Zij zijn Zijn uitverkoren volk en Zijn gekozen mensen. Nu en voorgoed. Wij weten dit voor zeker wegens 2 hoofdzaken. Jeremiah 31 zegt dat indien hemel zichzelf zou kunnen opmeten of indien men ooit naar het midden van de aarde zou kunnen gaan - dan zal God  zijn mensen uitsluiten.
Apart van sciencefictionfilms zijn deze dingen nooit bereikt zo blijven de Joden het Volk van God. Interesserend dat het "Rachel wenend" citaat  in het vorige artikel komt van Jeremiah 31 waarin  God ook spreekt van Israël samen te brengen of te vergaren naar HET LAND! Maar wat van de brief naar de Galaten 3:28 die zegt dat er is noch Jood noch Niet-jood of heiden en wij allen één zijn in Christus Jezus? Dit betekent eenvoudig dat of wij Jood of Niet-jood geboren zijn, wij beide nu een gelijk gelegenheid hebben om door Jezus gered te worden. Niet-joden kunnen aangenomen Joden worden – geënten aan de Joodse olijfboom. De beloften tot Abraham zijn dan ook toepasselijk voor ons!

Galaten 3:28-29  (WV78)  Er is geen Jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw: allen tezamen zijt gij een persoon in Christus Jezus. Maar als gij bij Christus hoort, dan zijt ge ook Abraham, ‘nageslacht’, erfgenamen krachtens de belofte.

Precies zoals man en vrouw nog steeds zo bestaan, bestaan de Jood en Niet-jood. Het vers betekent dat IEDEREEN nu door doop in Christus kan gered worden. Maar doop maakt ons eigenlijk tot Jood (betrekking hebbend op Abraham)!!

Friday 5 February 2010

Belief of the things that God has promised

Faith


"The first step along the way of life, ... , is belief of the things that God has promised. This is enjoined by Jesus when he gave his last commission to the apostles: "Go ye into all the world, and preach the gospel to every creature. He that believeth and is baptized shall be saved but he that believeth not shall be condemned " (Mark 16:15, 16). "Go ye therefore, and teach all nations, baptizing them in the name of the Father, and of the Son, and of the Holy Spirit: teaching them to observe all things whatsoever I have commanded you: and, lo, I am with you always, even unto the end of the world" (Matt. 28:18-20). When men are so "taught" by the word of God, they manifest faith in the things He has promised. Without this faith men are not well pleasing to God (Heb. 11:6). In support of their teaching the Apostles turn to the Old Testament to find in Abraham an outstanding illustration of the way to secure God's approval. "Abraham believed in the Lord; and he counted it to him for righteousness" (Gen. 15:6). The whole of the fourth chapter of Romans is devoted to unfolding the implication of this statement; and at the end of the chapter Paul declares that it was "not written for Abraham's sake alone, but for us also, to whom righteousness shall be imputed, if we believe on God" (Rom. 4:23, 24). "The gospel is the power of God unto salvation", but it is ineffective unless it is believed; so Paul adds "to everyone that believeth" (Rom. 1:16)

In Acts, Chapter 10, we read of a centurion, Cornelius, described as a devout man, and one that feared God with all his house, devoted to almsgiving and to prayer, who was told by the angel of God to send men to Joppa for Peter: "he shall tell thee what thou oughtest to do" (Acts 10:6). As we think of the exemplary character of the man, judged by human standards, we might wonder what he lacked to be approved of God. His devoutness and goodness in themselves were evidently not sufficient. The phrase, "What thou oughtest to do", has the authoritative ring of a divine imperative. With the angel's assurance that he "shall tell thee words whereby thou and all thy house shall be saved" (11:14). Cornelius accordingly sent for Peter. When Peter arrived, Cornelius informed him: "We are all here present before God, to hear all things that are commanded thee of God" (10:33). Peter then recounted the work of Jesus, showed that it was witnessed by the writings of the
goodness and declared that "whosoever believeth in him shall receive remission of sins" (verse 43).

When a person "believes" or has "faith" in the Bible sense, he is fully persuaded of the truth of those things which are taught in the Scriptures. Belief is based on knowledge -- in the absence of knowledge there is no true faith: and Paul makes the emphatic declaration, truly reasonable when all the facts are considered, that without faith it is impossible to please God; for he that cometh to God must believe that he is, and that he is a rewarder of them that diligently seek him" (Heb. 11:6). To believe He is "a rewarder" presupposes an understanding of those "exceeding great and precious promises by which we might become partakers of the divine nature, having escaped the corruption that is in the world through lust" (2 Peter 1:4). "Ye are saved by grace through faith" (Eph. 2:8); for, in the words of both Old and New Testaments, "the just shall live by faith"."

- John Carter
-------
God's Way
Chapter 10
The Way of Life
Part I - God's Conditions
Dutch translation / Nederlandse vertaling > Overtuiging voor de dingen die God beloofde

Overtuiging voor de dingen die God beloofde

Geloof

„De eerste stap langs de manier van het leven,…, is geloof in de dingen die de God heeft beloofd. Dit werd opgelegd door Jezus toen hij zijn laatste commissie aan de apostelen gaf: „Ga in de gehele wereld, en predik het evangelie aan elk schepsel. Hij dat gelooft en gedoopt wordt zal worden gespaard maar hij dat niet gelooft zal worden veroordeeld „(Markus 16:15, 16). „Ga daarom, en onderwijs alle naties, hen dopende in naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest: hen onderwijzend om alle dingen waar te nemen van om het even welke aard heb ik u bevolen: en, weet dat ik altijd met u ben, zelfs tot het eind van de wereld " (Mattheüs 28:18 - 20). Wanneer de mensen zo door het woord van God „worden onderwezen“, vertonen zij geloof in de dingen die hij heeft beloofd. Zonder dit geloof stellen de mensen God niet goed tevreden. (Hebreeën 11:6). Tot steun van het hun onderwijs gaan de Apostelen terug tot het Oude Testament om in Abraham een opmerkelijke illustratie van de manier te vinden om de goedkeuring van de God te beveiligen. „Abraham geloofde in de Heer; en rekende het aan hem voor oprechtheid " (Genesis 15:6). Het geheel van het vierde hoofdstuk van de brief aan de Romeinen is toegewijd aan het openen van de implicatie van deze verklaring. En aan het eind van het hoofdstuk verklaart Paulus dat het „niet alleen voor het belang van Abraham, maar ook voor ons werd geschreven, aan wie de oprechtheid zal worden toegeschreven, als wij in God geloven“ (Romeinen 4:23, 24). Het „evangelie is de macht van God tot redding“, maar het is ondoeltreffend tenzij het wordt geloofd; zo voegt Paulus eraan toe „aan iedereen wie gelooft“ (Romeinen 1:16)

In Handelingen, Hoofdstuk 10, lezen wij over een centurion, Cornelius, die als godsvruchtige mens, wordt beschreven en een die, met heel zijn huis, God vreesde, toegewijd aan liefdadigheid en aan gebed, die door de engel van God werd verteld om mensen naar Joppa voor Petrus te sturen: „hij zal je vertellen wat je het best zou doen“ (Handelingen 10:6). Aangezien wij aan het voorbeeldige karakter van de man denken, geoordeeld door menselijke normen, zouden wij kunnen benieuwd zijn wat er ontbrak om door God goedgekeurd te kunnen worden. Zijn toegewijdheid en goedheid in zich volstonden klaarblijkelijk niet. De uitdrukking, „wat jij het best zou moeten doen“, heeft de gebiedende wijze van een goddelijke verplichting. Met de verzekering van de engel dat hij „je woorden zal vertellen waardoor jij en geheel je huis worden bewaard“ (11: 14). Cornelius zond daarmee in overeenstemming achter Petrus. Toen Petrus aankwam, informeerde Cornelius hem: „Wij zijn allen hier aanwezig vóór God, om alle dingen te horen die je bevolen zijn door God“ (10: 33). Petrus verhaalde toen het werk van Jezus, toonde aan dat het door het geschrift van profeten werd getuigd, en verklaarde dat „wie ook maar gelooft in hem vermindering van zonden zal ontvangen“ (vers 43).

Wanneer een persoon „gelooft“ of „geloof heeft“ in de betekenis van de Bijbel, wordt hij volledig overreed van de waarheid van die dingen die in de Schriften worden onderwezen. Het geloof is gebaseerd op kennis - bij gebrek aan kennis is er geen waar geloof; en Paulus legt de nadrukkelijke verklaring af, echt redelijk wanneer alle feiten worden overwogen, dat zonder geloof het onmogelijk is God te believen; voor hij die tot God komt moet geloven dat Hij is, en dat hij een beloner is van hen die naar hem vol overgave streven" (Hebreeën 11:6). Om te geloven dat hij een „beloner“is veronderstelt dit een inzicht in die „overschrijdend grote en kostbare beloften waardoor wij deelnemers van de goddelijke aard zouden kunnen worden, ontsnapt zijnde aan de corruptie die in de wereld is door verlangen“ (2 Petrus 1:4) is. „Jij wordt gered door gunst door geloof“ (Efeziërs 2:8); voor, in de woorden van zowel Oude als Nieuwe Testament, „de eerlijken zullen leven door geloof”.

- John Carter
Gods Weg; Hoofdstuk 10; Deel I de Voorwaarden van de God


Engels origineel / English original > Belief of the things that God has promised

Wednesday 6 January 2010

Rebirth and belonging to a church


Continuing our thoughts about the belonging to a Church we are looking after what comes really in the first place. Should we stick to standard ways of thinking and hold to the "commonplace of Christian thought"? Can we just get baptized in every community and then be reconciled with God? Whether is it important that we first make some choices and then we submit to a baptism in full compliance with the autonomy of God?
Some assume that the rebirth lies in the membership of a church, a denomination or community, an ecclesia. Jesus had a different idea about the rebirth.


SOMETHING TO CHEW ON

“There was a man of the Pharisees, named Nicodemus, a ruler of the Jews: the same came to Jesus by night, and said unto him, Rabbi, we know that you are a teacher come from God: for no man can do these miracles that you do, except God be with him. Jesus answered and said unto him, Verily, verily, I say unto you, except a man be born again (“from above”), he cannot see the kingdom of God.” John 3:1-3.
  The new birth is the only way to salvation: “Except a man be born again,” he cannot see, much less enter, the kingdom of God. Everyone should be interested in this question, because there is normally in man a desire to be saved, at least from physical death; and this should be manifested in a desire to be saved from eternal death.
  Now Nicodemus wanted to discuss the Messiahship with Jesus. He acknowledged that he believed Jesus to be a teacher sent from God; for, he said, “no man can do these miracles that you do, unless God is with him.” But Jesus waved this all aside, and directed his attention to the greatest of miracles, the new birth. “You must be born again,” Jesus said.
  The new birth is indeed a miracle, greater than the miracles of healing, cleansing lepers, opening blind eyes, and opening deaf ears. The new birth is a new creation: “Wherefore if any man is in Christ, he is a new creature: the old things are passed away; behold, they are become new.” 2 Corinthians 5:17.
   
The Bible teaches that the agencies that work to accomplish the new birth are the same that worked in the creation of the world. In the original creation there were the Spirit (Genesis 1:2), the water (verse 2), and the word (verse 3; Psalm 33:6, 9: Hebrews 11:3). In the new birth there are the Spirit (John 3:5), the water (verse 5), and the word 1 Peter 1:23).
  Since the new birth is the only way to salvation, it is man’s greatest need. Though Nicodemus wanted to discuss the theories and doctrines regarding the coming Messiah, he actually laid bare his greatest need. Jesus emphasized that theories, doctrines, and ritualism were not his need. He needed a change of heart. “You must be born again.”
  Nicodemus was startled to think that he was not already saved. I am a Pharisee, he probably said in his heart. I am a member of the true church of God. I pay tithe, and keep all of God’s commandments. I am not an idolater. I am a moralist, and am in no need of regeneration. These words might be appropriate if spoken to a Herod, a Magdalene, a Judas, or a Zacchaeus; but not to me a Pharisee. But Jesus pressed the truth upon him, “You must be born again.”

 No, church membership is not the new birth; for no one will dispute the fact that there are many members of churches who give no evidence of changed lives, many who have no hope of eternal life. Judas was a church member, but he betrayed his Lord. To the church has been committed the proclamation of the gospel of salvation; still no church can save anyone. To be saved, one must be born again. It is rather sad that some churches do not teach the new birth for salvation; it is no part of their creed. They teach that men are saved by being initiated into the church through the church’s ritualism.
  Some seem to believe that they have been born again because they have been baptized. But while baptism is important for salvation, it is plain that many have been baptized in water, but have not experienced the new birth and have not renewed their minds and hearts to live and think for the Lord as a new creation. It is for this reason that there are always two classes to be found in the church - the wheat and the tares.

  The new birth does not consist in mere outward conformity to the law of God; it does not consist in merely making good resolutions; it does not consist in being merely a good moral person. A moralist needs the new birth for salvation as much as the worst sinner.
  What is it then? It is a new life from above. It is a transformation of heart and life by the direct work of the Word inspired by the Holy Spirit. It is a new creation. It is a new being created spiritually in the image of God. It is the impartation of the nature of God by the regenerating power of the Spirit. Jesus said further in explaining the new birth: “Verily, verily, I say unto you, except a man be born of water and of the Spirit, he cannot enter into the kingdom of God. That which is born of the flesh is flesh; and that which is born of the Spirit is spirit. Marvel not that I said unto you, you must be born again.” John 3:5-7. The new birth is the essence of the kingdom of God implanted in the heart. It is not an improvement on the old sinful nature through education or refinement, but the implanting of a new nature in man, the divine nature.
  What are the results in a man’s life when the new birth is experienced? He leaves the life of sin for the life of righteousness. Romans 6:2, 12, 13. He passes from death to life (1 John 3:14), from the reign of the flesh to the reign of the Spirit (John 3:6; Romans 8:8, 9). He leaves behind the domination of the carnal mind which “is enmity against God” and “is not subject to the law of God,” and takes up the rulership of the spiritual mind, the mind of Christ. Verses 5-7; 1 Corinthians 2:16. He passes from the rule of the flesh in which one “cannot please God” (Romans 8:8) to living in the Spirit and walking in the Spirit (Galatians 5:25).

 The Corinthians, to whom the Apostle Paul preached the gospel, were guilty of the grossest sins - adultery, fornication, drunkenness, and sodomy; but when they were born again, they were delivered from these sins. Paul, writing to them and naming these hideous sins, says: “And such were some of you: but you are washed, but you are sanctified, but you are justified in the name of the Lord Jesus.” 1 Corinthians 5:17.
  The results of the new birth are the same today as they were in the days of Paul. Through his first birth a man inherits a nature wholly incompatible with the nature of God. To enter the kingdom of God, one must be born again.

 - John Aldersley



Dutch translation / Nederlandse vertaling > Wedergeboorte en lidmaatschap tot een kerk

Wedergeboorte en lidmaatschap tot een kerk


Vervolgend op onze bedenking omtrent tot welke Kerk te behoren gaan wij even na wat er werkelijk in de eerste plaats komt. Moeten wij ons houden aan de standaard denkwijzen en het 'gemeengoed van het Christelijk denken' aanhouden? Kunnen wij ons zo maar bij elke gemeenschap laten dopen en dan verzoend zijn bij God? Of is het toch belangrijk dat wij eerst bepaalde keuzes maken en ons dan onderwerpen aan een doop die in volledige overeenstemming is met de wilsbeschikking van God?
Sommigen nemen aan dat de wedergeboorte ligt in de aansluiting bij een kerk, een denominatie of gemeente. Jezus had echter een ander idee over de wedergeboorte.

***

Iets om op te kauwen

"Er was een man van de Farizeeën, genaamd Nicodemus, een overste van de Joden: dezelfde die tot Jezus kwam bij nacht, en tot hem zei: “Rabbi, wij weten dat u een leraar bent gekomen van God, want geen mens kan deze wonderen doen die je doet, tenzij God met hem is.” Jezus antwoordde en zei tot hem: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt ( "van boven"), kan hij het koninkrijk van God niet zien." Johannes 3:1-3.

De nieuwe geboorte is de enige weg naar verlossing: "Tenzij iemand wederom geboren wordt," kan hij niet zien, noch minder het koninkrijk van God binnentreden. Iedereen zou geïnteresseerd moeten zijn in deze kwestie, omdat er normaal bij de mens een verlangen is om gered te worden, ten minste uit de lichamelijke dood, en dit zou tot uiting moeten komen in de wens om gered te worden van de eeuwige dood.

Nu wilde Nicodemus de Messias met Jezus bespreken. Hij erkende dat hij geloofde dat Jezus een leraar van God gezonden was, want, zei hij, "geen mens kan deze wonderen die je doet doen, tenzij God met hem is." Maar Jezus wuifde dit alles terzijde, en richt zijn aandacht op de grootste van de wonderen, de nieuwe geboorte. "Je moet wederom geboren worden, 'zei Jezus.

De nieuwe geboorte of wedergeboorte is inderdaad een wonder, groter dan de wonderen van genezing, reiniging van melaatsen, opening van blinde ogen en dove oren. De nieuwe geboorte is een nieuwe schepping: "Daarom, indien iemand in Christus is, hij is een nieuw schepsel: het oude is voorbijgegaan, zie, zij zijn nieuw geworden." 2 Korintiërs 5:17.

De Bijbel leert dat de instanties die er aan werken om de nieuwe geboorte te bereiken dezelfde zijn die werkten in de schepping van de wereld. In de oorspronkelijke schepping waren er de Geest (Genesis 1:2), het water (vers 2), en het woord (vers 3; Psalm 33:6, 9: Hebreeën 11:3). In de nieuwe geboorte zijn er de Geest (Johannes 3:5), het water (vers 5), en het woord 1 Peter 1:23).

Omdat de weder geboorte de enige weg is naar verlossing, is dat het grootste wat de mens nodig heeft. Hoewel Nicodemus de theorieën en leerstellingen met betrekking tot de komende Messias wilde bespreken, legde hij werkelijk zijn grootste behoefte bloot. Jezus benadrukte dat theorieën, doctrines, en ritualisme niet zijn behoefte waren. Hij moest een verandering van hart ondergaan. "Je moet wederom geboren worden."

Nicodemus schrok om te denken dat hij nog niet gered was. ‘Ik ben een Farizeeër, zei hij waarschijnlijk in zijn hart. Ik ben lid van de ware kerk van God. Ik betaal tienden, en houdt alle geboden van God. Ik ben geen afgodendienaar. Ik ben een moralist, en heb geen behoefte aan regeneratie. Deze woorden zouden geschikt zijn als ze gezegd werden aan een Herodes, een Magdalena, een Judas, of een Zacheüs, maar niet voor mij een Farizeeër.’ Maar Jezus drukte de waarheid op zijn hart, "Je moet wederom geboren worden."

Nee, lidmaatschap van een kerk is niet de nieuwe geboorte, want niemand zal het feit betwisten dat er veel leden van kerken zijn die geen bewijs geven van veranderde levens, velen die geen hoop op het eeuwige leven hebben. Judas was lid van een kerk, maar hij verraadde zijn Heer. De kerk is begaan om de verkondiging van het evangelie van redding, maar nog steeds kan geen kerk iedereen redden. Om gered te worden, moet men opnieuw geboren worden. Het is nogal triest dat sommige kerken de nieuwe geboorte voor redding niet leren, het is geen deel van hun geloof. Ze leren dat de mens gered wordt door inwijding in de kerk door middel van rituelen van die kerk.

Sommigen lijken te geloven dat zij wedergeboren zijn, omdat ze gedoopt zijn. Maar terwijl de doop belangrijk is voor het heil, is het duidelijk dat velen gedoopt zijn met water, maar nog niet de nieuwe geboorte ervaren hebben en  hun geest en hart nog niet vernieuwd hebben om te leven en te denken voor de Heer als een nieuwe schepping. Het is om deze reden dat er altijd twee klassen te vinden zijn in de kerk - de tarwe en het onkruid.

De nieuwe geboorte bestaat niet uit de louter uiterlijke overeenstemming met de wet van God, het bestaat niet alleen in het maken van goede voornemens, en het bestaat niet in slechts een goede morele persoon te zijn. Een moralist heeft even veel behoefte aan de nieuwe geboorte voor redding als de ergste zondaar.

Wat is het dan? Het is een nieuw leven van boven. Het is een transformatie van het hart en het leven door de directe werking van het Woord geïnspireerd door de Heilige Geest. Het is een nieuwe schepping. Het is een nieuw wezen geestelijk gecreëerd in het beeld van God. Het is de mededeling van de aard van God door de regenererende kracht van de Geest. Jezus zei verder in het uitleggen van de nieuwe geboorte: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij niet ingaan in het Koninkrijk van God. Dat wat geboren is van het vlees is vlees, en dat wat uit de Geest geboren is geest. Verwonder u niet dat ik gezegd heb, je moet opnieuw geboren worden. " (Johannes 3:5-7). De nieuwe geboorte is de essentie van het Koninkrijk van God ingeplant in het hart. Het is geen verbetering ten opzichte van de oude zondige natuur door middel van onderwijs of verfijning, maar de inplanting van een nieuwe natuur in de mens, de goddelijke natuur.

Wat zijn de resultaten in het leven van een man als de wedergeboorte wordt ervaren? Hij laat het leven van de zonde voor het leven van de gerechtigheid. (Romeinen 6:2, 12, 13). Hij gaat van de dood naar het leven (1 Johannes 3:14), van de heerschappij van het vlees tot de heerschappij van de Geest (Johannes 3:6, Romeinen 8:8, 9). Hij laat de overheersing achter van het menselijke denken dat " vijandschap is tegen God" en "niet is onderworpen aan de wet van God," en neemt de heerschappij op van de spirituele geest, de geest van Christus. (Verzen 5-7; 1 Korintiërs 2:16). Hij passeert van de regel van het vlees, waarin men " God niet kan behagen " (Romeinen 8:8) tot aan het leven in de Geest en wandelend in de Geest (Galaten 5:25).

De Korintiërs, aan wie de apostel Paulus het Evangelie predikte, waren schuldig aan de ergste zonden - overspel, hoererij, dronkenschap, en sodomie, maar toen ze weer werden geboren, waren zij verlost van deze zonden. Paul, schreef naar hen en deze afschuwelijke zonden benoemde, zegt: "En dit waren enkele van u: maar u bent afgewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus." (1 Korintiërs 5:17).

De resultaten van de nieuwe geboorte zijn vandaag hetzelfde als in de dagen van Paulus. Door zijn eerste geboorte erft een man een natuur die geheel onverenigbaar is met de aard van God.

Voor het binnen gaan van het koninkrijk van God, moet men opnieuw geboren worden.

 - John Aldersley


Engelse vertaling / English translation > Rebirth and belonging to a church

Friday 5 June 2009

Doopverplichting bij Baptisten

,,Niet de doop, maar het geloof maakt zalig'', zegt Siegfried Großmann, oud-voorzitter van de Bond van Baptisten- en Broedergemeenten in Duitsland. Hij komt aandraven dat men het over het hoofd moet zien dat een kinderdoop is uitgevoerd en dat men zo in de kerkgemeenschap moet kunnen overstappen.

Volgens hem zouden Baptistengemeenten de eis los moeten laten dat iemand zich moeten laten dopen, om volwaardig lid te kunnen worden. Wat hem betreft mogen mensen die als kind gedoopt zijn, en die dat als 'hun' doop beleven, op grond van hun getuigenis volwaardig gemeentelid kunnen worden - dus zonder geloofsdoop. Maar hij vergeet er bij dat wanneer zij kind waren zij geen besef hadden en dus ook niet zelf konden kiezen voor het geloof.

Ook volgens hem zouden mensen uit 'gevestigde kerken' niet te moeilijk moeten doen over geloofsdoop. Dopen is eenmalig, dat mag je niet overdoen, vinden de huidige baptisten nu ook . Maar wanneer de geloofsdoop ,,gevierd wordt als eindpunt van een ontwikkeling van geestelijke inwijding, die met de kinderdoop is begonnen, kan ik daarin geen 'wederdoop' zien'', aldus Großmann. Hij bepleit in kerken waar kinderen worden gedoopt, meer ruimte voor een ritueel van doopvernieuwing.

Het is ,,kwetsend'' wanneer die gemeenten aan de kinderdoop geen enkele betekenis toekennen (een latere geloofsdoop zien ze dan ook niet als 'overdopen'). Hij bepleit dat baptisten de kinderdoop wel als doop gaan zien, zij het als ,,onvolledige'' doop. Toetreders kunnen dan zonder geloofsdoop toch volwaardig gemeentelid worden.

Volgens ons ligt het probleem bij de kerken nu dat zij "zieltjes willen winnen" en dat zij meerdere toegevingen willen doen om meer kerkleden te krijgen. De essentie van de onderdompelingsdoop wordt daarvoor weggewuifd.

Lees meer hierover > http://www.nd.nl/artikelen/2009/juni/03/ruimte-rond-overdoop-en-doopvernieuwing-


Monday 11 May 2009

Nieuwe dopelingen in Caïro

De vorig jaar in Caïro gedoopte broeder Ogun en zuster Bosedi zijn zeer druk in de weer geweest met het evangelizeren. Dit heeft na een Bijbelschool van Carelinks geleidt to de doop van 8 nieuwe broeders. Wegens de moslim omgeving en dat  Orthodoxe Christenen die tegen elke andere groep zijn dan hun eigen, moest Carelinks een private club huren om de doopplechtigheid te laten plaats vinden.

Nieuwe dopelingen in Caïro

De vorig jaar in Caïro gedoopte broeder Ogun en zuster Bosedi zijn zeer druk in de weer geweest met het evangelizeren. Dit heeft na een Bijbelschool van Carelinks geleidt to de doop van 8 nieuwe broeders. Wegens de moslim omgeving en dat  Orthodoxe Christenen die tegen elke andere groep zijn dan hun eigen, moest Carelinks een private club huren om de doopplechtigheid te laten plaats vinden.

Saturday 4 April 2009

Nederlandse Raad van Kerken wil gezamelijke dooperkenning

(KerkNet/RvK/Reformatorisch Dagblad) – De Nederlandse Raad van Kerken wil een gezamenlijke dooperkenning van christelijke Kerken in Nederland. Dat werd beslist op de vergadering van de raad in Utrecht. Het voorstel werd ingediend door de rooms-katholieke bisschop Jan van Burgsteden, geïnspireerd door een ontmoeting tussen protestanten en rooms-katholieken in het Roemeense Sibiu. Sinds 1968 bestaan in Nederland officiële dooperkenningen tussen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), de Remonstrantse Broederschap en de rooms-katholieke Kerk. Duitsland kende in 2007 een soortgelijk initiatief. Daar besloten elf christelijke Kerken tot een gezamenlijke dooperkenning.

> http://www.raadvankerken.nl/?b=667

Friday 26 December 2008

De Weg tot verlossing

English version > The way of salvation
De weg om van redding te genieten:
De weg om het Koninkrijk van god binnen te kunnen gaan is door het Geloof.
Dit omhelst het geloof in God's Woord, de Bijbel, en gehoorzaamheid aan haar verijsten dat mannen en vrouwen hun zonden zouden beleiden, spijt zouden hebben, gedoopt worden en Jezus getrouw zouden volgen.
Uiteindelijk is het enkel bij de gratie van God dat wij door Jezus kunnen gered worden, en niet door dingen die wij zouden doen. (Mt 16:24-27; Mk 16:16; Jn 3:3-5; Hand. 2:37; Eph 2:4-5; 1 Thes 2:13; 2 Tim 3:14-17; Heb 11:6)

+++

Monday 1 December 2008

Pinksterkerken en RKK dichter bij elkaar

Christen worden is iets anders dan lid worden van een kerk. Hier over sprak prof. dr. Cees van der Laan. Alsook sprak dr. Johan Van der Vloet tijdens de 14e bijeenkomst van dialoog tussen rooms-katholieken en vertegenwoordigers van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE), op basis van het recente internationale dialoograpport ”On becoming a Christian”. De bijeenkomst vond deze week in Oosterhout plaats.

Het lijvige rapport ”On becoming a Christian” verscheen eind 2007 en was het resultaat van de dialoog die de Pauselijke Raad voor de Eenheid van de Christenen van 1998 tot 2006 voerde met vertegenwoordigers van de pinksterkerken.

Aan de Nederlandse dialoog, die begon in 1999, nemen de pinkstergelovigen officieel deel namens de VPE. De rooms-katholieken nemen deel op persoonlijke titel, maar hebben over de voortgang van de dialoog regelmatig overleg met bisschop J. van Burgsteden, die vanuit de bisschoppenconferentie aanspreekpunt is voor de oecumene.

 Van der Vloet concludeerde dat de standpunten van de Rooms-Katholieke Kerk en de pinksterkerken ten aanzien van bekering en geloof dichter bij elkaar komen, behalve op het punt van de sacramenten.

Pinkstergelovigen dringen aan op bekering, wat voor hen onder meer betekent een persoonlijke relatie met God aangaan.

Voor pinkstergelovigen is de bekering met daaropvolgende wedergeboorte het moment van christen worden en tegelijkertijd van toetreding tot het lichaam van Christus, aldus Van der Laan. „Met het laatste wordt niet een bepaalde kerk bedoeld, maar het universele lichaam van Christus. De doop is weliswaar belangrijk, maar markeert niet de toetreding tot Christus, het is wel een uiterlijke bevestiging daarvan.”

Van der Laan waardeerde het dat het rapport zo veel overeenkomsten noemt maar toch de verschillen niet wil verdoezelen: „De geloofswegen tussen katholieken en pinkstergelovigen scheiden zich bij het dopen van zuigelingen.”

> Reformatorisch Dagblad

> Doop

> Doopsel

Monday 24 November 2008

Doop in de huiskerk

Op het oude platform van de Vrije Christenen werden er meerdere onderwerpen ter discussie gebracht.  Deze waren niet meer op het net te vinden. Enkele mensen vroegen mij of ik hen toch de teksten kon bezorgen.
Op Bijbelonderzoekers zal ik enkele discussies herplaatsen. Een bijdrage ging o.a. doop in de Huiskerk.
De Doop in de Huiskerk.
Van: Yvan_Kimpen
Bericht 1 in discussie

Hoe worden catechisanten gedoopt in de huiskerken?   Huiskerken functioneren in ieder opzicht als volwaaridge kerken, en dus dopen zij zelf, hoewel ze af en toe met andere huiskerken samen een groot doopfeest zullen willen organiseren. Om te dopen, is er water nodig en dat vindt men op veel plaatsen in verschillende vormen. De doop kan daarom plaatsvinden in een badkuip, een ton, een vijver, een put, een zwembad, een rivier, een meer of in zee. In huiskerken vindt de doop doorgaans plats door middel van onderdompeling, nadat pasbekeerde christenen een persoonlijke belijdenis van hun geloof hebben gedaan. Daarmee volgen zij het nieuwtestamentische voorbeeld.   In sommige culturen worden mensen direct na hun bekering gedoopt, in andere culturen geeft men er de voorkeur aan dat de doopkandidaten een bepaalde voorbereiding ondergaan. In het laatste geval wordt men soms geleid door het streven naar perfectie. Het lijkt echter een gezond nieuwtestamentisch gebruik te zin om bekering en doop niet ver uit elkaar te trekken. Paulus werd drie dagen na zijn bekering gedoopt (Hand. 9), de Ethiopische eunuch werd ter plekke gedoopt (Hand; 8) en de drieduizend die zich op de Pinksterdag bekeerden, lieten zich klaarblijkelijk allemaal nog dezelfde dag dopen (Hand. 2:41). - Huizen die de wereld veranderen - W. Simson, blz. 122.    In het geval van Paulus, de Ethiopische eunuch en de drieduizend in Jeruzalem moeten we opmerken dat zij joden waren en aldus reeds een ruime kennis hadden van Gods geboden en Zijn wil en de Messiaanse profetieën. Hun snelle doop moet in deze context worden gezien.    Wanneer wij als catechisanten personen hebben die een beperkte kennis hebben van de Weg, is het nuttig gebleken hen grondig te onderwijzen zodat zij met volle kennis van zaken ervoor kiezen zich te laten dopen en aldus te worden opgenomen in de ekklesìa.

Bericht 2 in discussie:
Een interessant artikel over de doop kan men vinden via deze link: http://users.pandora.be/vrijechristenen/Artikelenmap_nieuw/Dopen.htm   Yvan

Van: discipel/ Bericht 3 in discussie

Wanneer kan iemand worden gedoopt ?
Moeten zij eerst een fundamentele studie ondergaan van een jaar of meer ?
Naar mijn oordeel niet.

Als iemand zich er van bewust is dat de doop het teken is om duidelijk te maken dat zij van de ene wereld (hun leven zonder de verzoening door Jezus) overgegaan zijn in de andere wereld (verzoend met God door de Here Jezus Christus) en zij hebben die stap gezet is het geoorlooft.

Wel moet ik daarbij aantekenen dat mensen dan wel moeten weten wat de kosten zijn van Jezus volgen.  Zij moeten in staat zijn om de kosten te berekenen en dan deze stap zetten.
Wanneer mensen niet weten wat de kosten zijn van het volgen van Jezus, dan moeten zij daarover specifiek onderwijs ontvangen om daarna wel zelf de kosten te kunnen berekenen van het volgen van Jezus.

Niemand kan dus een dopeling weren wanneer aan deze eisen is voldaan:
Jezus hebben aangenomen als Redder EN HEER.
Weten van God van je vraagt
De kosten kunnen berekenen van het volgen van Jezus en een besluit kunnen nemen om het te doen.

IN Jezus Christus, DE HEER, mijn HEER,

Dirk

Bericht 4 in discussie

Beste Dirk,   Je schreef: "Wanneer mensen niet weten wat de kosten zijn van het volgen van Jezus, dan moeten zij daarover specifiek onderwijs ontvangen om daarna wel zelf de kosten te kunnen berekenen van het volgen van Jezus."
Daar ga ik helemaal mee akkoord. We leven in een land (NL en B) dat sterk onchristelijk is. Vele mensen kennen niet de elementairste bijbelverhalen, laat staan Jezus' onderwijs voor zijn Ekklesìa. Het is noodzakelijk dat mensen eerst toch weten waarmee ze zich verbinden. We kunnen in deze gevallen moeilijk verwijzen naar de voorbeelden in het NT over snelle doop, omdat deze mensen joden waren of proselieten en een Messiaanse verwachtig koesterden. 
Volgens wat ik mij kan herinneren zijn er 2de eeuwse brieven waaruit toch zou blijken dat nieuwelingen een korte proeftijd ondergingen voor ze tot de onderdompeling werden toegelaten. Ik neem aan dat er uitzonderingen zijn van mensen die onmiddellijk of snel doorhebben waar het om gaat en daar is natuurlijk niets op tegen om hen snel tot de onderdompeling toe te laten.
Yvan

Bericht 5 in discussie

Beste Yvan,
Hetgeen je aan haalde over de proefperiode betreft het afzonderen van mensen voor een periode van 40 dagen voor Pasen, waarin zij onderwijs kregen over het volgen van Jezus en de betekenis van de doop.
Met Pasen werden deze mensen dan gedoopt om daarmee extra duidelijk te maken dat zij met Jezus waren gestorven en met Hem zijn opgestaan tot een nieuw leven.

Dat deze manier van handelen niet overeenkomt met de lijn in het Nieuwe Testament, waar men het heeft over Joden, Jodengenoten en vrome mannen en Godvrezenden is logisch.
Uit de bewoordingen blijkt dat zij de God van Israel kennen en dat zij Jezus aanvaarden als DE MESSIAS, de beloofde Verlosser.

Hierbij mag je heel duidelijk veronderstellen dat zij weten wie God is.
Wanneer het echter gaat om mensen die dat niet weten van voor dat zij tot geloof kwamen mag men natuurlijk een periode inlassen om onderwijs te geven, maar als zij duidelijk weten wat de gevolgen zijn voor hun eigen persoonlijk leven hoeft dit wat mij betreft niet op een vaste periode gezet worden die voor allen van toepassing is.
Waarom zouden we deze periode voor iedereen gelijke lang maken, terwijl God in ieders leven op een andere manier heeft gewerkt ?
Door vaste regels hierover vast te stellen zouden wij meer het risico lopen om te vervallen in wettische regels, terwijl wij nu juist vrij zijn van de Wet, door Jezus Christus.

IN Jezus Christus, Dirk

Bericht 6 in discussie

Beste Dirk,    Je schreef: "Waarom zouden we deze periode voor iedereen gelijke lang maken, terwijl God in ieders leven op een andere manier heeft gewerkt ? Door vaste regels hierover vast te stellen zouden wij meer het risico lopen om te vervallen in wettische regels, terwijl wij nu juist vrij zijn van de Wet, door Jezus Christus."  
Daar ben ik het helemaal mee eens (en met de rest van je bericht ook)! De Vader en Jezus behandelen ons als individuele leden van de ekklesìa. In de setting van een huiskerk weet je gewoon of iemand er rijp voor is of niet. Er zijn geen procedures, maar je weet gewoon als ekklesía dat het goed zit. 
Bij Jehovah's Getuigen moet je meer dan 100 vragen beantwoorden, in driemaal, telkens met een oudste - die daarna je kandidatuur voor de doop goedkeuren of afkeuren. Dit is overdreven! 
Yvan
- - - - - - -

Lees meer over doop en doopsel

Dopen en herdopen