Friday 15 April 2011

Wij zijn zelf verantwoordelijk


Wij zijn zelf verantwoordelijk Originally placed on Apr 12, '11 2:17 PM

Engelse versie / English version: We are ourselve responsible

In het tijdschrift van het Leuvense ziekenhuis Gasthuisberg stond onlangs een interview afgenomen door Jan van Rompuy met enkele ouder patiënten. De echtgenote van een kanker hebbende vrouw was helemaal gedesillusioneerd. Hij zag het niet meer zitten en begreep niet dat er zulk een God kon bestaan die hen zo kon doen lijden. Zij hadden hun best gedaan om goed te leven en bij het vernemen dat de vrouw kanker had offerden zij vele kaarsen en baden zij veel. Er stond niet bij tot wie zij hun gebeden richtten en voor wie zij kaarsjes branden. Dat laatste is wel iets verwerpelijks voor God, dus in weze zouden zij met die daad Hem zeker al niet kunnen verzoenen.

Telkens als er ons iets overkomt zoeken wij een dader, een verantwoordelijke voor het slachtoffer en gaan velen er dingen achter plaatsen zoals een bepaalde straf. Rampen worden al snel afgeschreven als straf van God. Vooral fundamentalistische predikers zijn er zeer handig in om dan de mensen nog meer de stuipen op het lijf te jagen.

Genghis Kan zei: "Ik ben de straf van God. ..Indien jullie je niet had toevertrouwd aan geweldige zonden, zou God geen straf als mij op u gestuurd hebben".

Vele godsdiensten zeggen dat hun goden straffen naar die of deze sturen.

Ter gelegenheid van de hevige aardbeving in Japan met een intensiteit van 9 op de Richter schaal en de verwoestende vloedgolf die daarna over Japan kwam met vervolgens de bedreiging van giftige radioactiviteit die van de beschadigde kernreactoren opduikt, deden vele mensen de vraag stellen of wij deze ellenden als straffen van God zouden kunnen beschouwen.

Maar daar kan ik slechts naar de Heilige Schrift verwijzen en hoe daar God wordt afgeschilderd als een liefhebbende, bezorgde of bekommerde, helpende, bevrijdende, strenge maar rechtvaardige positieve God. Als wij nagaan wat er allemaal over die God van hemel en aarde is geschreven moeten wij ons afvragen of die straf door God wel compatibel is met de Bijbelse bevestiging dat "God liefde is" en ons ten goede komt.
Het is waar dat wij voorbeelden in de Bijbel vinden waar God een straf naar zekere personen of zelfs enkele mensen of zelfs steden brengt. In de Bijbel kunnen wij vinden hoe het Joodse Volk ontwikkelde en wetten werden gegeven. Zij zouden die wetten kunnen aannemen of zouden hen kunnen negeren. Zij waren in grote mate vrij om zelf hun koers te bepalen. Wij leren hoe zij zich vestigden in oud Israël en hoe er geschreven staat dat God hen soms voor het ongehoorzamen van Zijn bevelen strafte, welke leidde dat zij hun wegen veranderden. (Lees b.v. 2 Samuel hoofdstukken 12 & 13 en merk wat er met de koning en één van zijn zonen gebeurde: 2 Samuel hoofdstukken 15-19, 21)

Dikwijls wordt boosaardigheid in plaatsen is als de reden vermeld waarom God tussenbeid kwam of op kwam om hen te straffen. De conservatieve groep Repent America in de V.S. bijvoorbeeld beweerde dat de orkaan Katrina in New Orleans een 'daad van God' in oordeel op de stad was omdat er de jaarlijkse gebeurtenis 'Zuidelijke Decadentie' was die duizenden homoseksuelen samen bracht, om hen de gelegenheid te geven om hun sexualiteit bot te vieren. De orkaan sloeg New Orleans en overstroomde tot 80% van de stad, waarbij het meer dan een maand duurde eer het water weg trok en nog steeds kunt u nu puin vinden en kan men nog niet herstelde plaatsten vinden.

Indien deze tragedie gebeurde omdat God boos was op New Orleans kan men de vraag stellen waarom er andere plaatsen zo hevig getroffen waren en wat was dan het punt van de erge verwoesting en verlies van leven veroorzaakt in Mississippi en Alabama? Waarom was dan het Franse Kwartier, het district waar die 'verderfelijke gebeurtenis' zou gehouden worden  een van de minst verwoeste delen van de stad?
Ook claimde de uitgesloten advocaat Fred Waldron Phelps, Sr. (Geboren 13 november 1929) een Amerikaanse dominee die de Westboro Baptistische Kerk (WBC), een onafhankelijke Baptistische kerk in Topeka, Kansas, aanvoert dat die vele verwoestende gebeurtenissen, zoals 11 september, de aardbeving en vloedgolf van december 2004 , de doden in Irak en de weerzinwekkende Orkaan Katrina het resultaat van de woede van God tegen 'gay mensen' is. Trouwens hebben de Irakezen eigenlijk weinig te maken met de homofiele Amerikaanse soldaten die daar dan niet op hun plaats zouden zijn, maar in Amerika thuis horen.

Ook voor de aardbeving in de Indische Oceaan en daarop volgende vloedgolf in de 24ste december 2004 met een omvang van tussen 9,1 en 9,3, de derde grootste aardbeving ooit geregistreerd op een seismograaf in de wereld, zeiden mensen dat het God was die de moslims en ongelovige Hindoes strafte. Maar ook verscheiden Christenen lieten het leven.

Sommige mensen debatteren dat indien God dezelfde gisteren, vandaag en voorgoed is waarom worden wij dan niet op dezelfde wijze gestraft als vroeger?

God heeft in de geschiedenis in Zijn Overeenkomst, met Zijn Beloften en door Zijn Godsverbond met Abraham en zijn nakomelingen geopenbaard als een mogendheid die zich bezorgend, gidsend meevoelend, en helpend opstelde. Het was en is nog steeds een positieve God met een mooi ontwerp voor Zijn creatie. God had vrijheid gegeven aan de mens, maar wist dat hij er niet veel van ging maken. Voor de misstap van de eerste mens was God bereid een offersysteem te voorzien dat naar de toekomst wees waarin Hij een man zou geven die het terug goed zou maken met de Schepper. Gods doel met de aarde zou weer volbracht worden.  Onder de wet werd de mens getoond hoe God met de zondige natuur van de mens omging. De mensheid was verantwoordelijk naar God op die wijze waarop hij afhing van welke vrijstelling waaronder hij leefde. Gebeurde het in de tijd van Onschuld, Geweten, Menselijke Regering, Belofte, Wet, Genade of zal het gebeuren in de tijd van Goddelijke Regering.

Met de komst van Jezus Christus en zijn afgewerkt werk op de houten paal zijn wij de tijd van Genade binnengekomen. De aanbieding van Jezus heeft de gehele mensheid bevrijd. Vandaag gaat God met ons om door het afgewerkte werk van Christus. Jezus heeft aangeboden zijn lichaam als het ultieme Lam en daarom God vereist geen aanbiedingen meer. Jezus was het ultieme slacht-offer, het volmaakte Loskoopoffer en Zoenoffer. Nu wordt de mens niet door zijn geweten verantwoordelijk, maar door zijn aanvaarding of verwerping van de Genade van God. Gratie is de onverdiende goedheid en onverdiende gunst van Almachtige God. Hij verzorgt door Christus, de middelen waardoor wij eeuwig leven kunnen ontvangen. God zal het oordeel over de koppige en slechte mensen laten komen wanneer Jezus terugkeert en wanneer God hen op de laatste dag zal doen opstaan uit de doden en Jezus  hen zal doen samen brengen. Voor die samenkomst met de wedergekomen Jezus zal er geen vervoering in de wolken zijn maar ook geen bestraffing want de mens ontvangt de dood reeds als straf voor zijn zonden. Geen straf voor die tijd, niet op deze aarde, niet in een vagevuur of in een hel.

Wij kunnen er op aan dat God niet veranderd is en voor Hem zijn zij die de stem kunnen horen van het Goed Nieuws en de Gospel van Goede Tijdingen horen preken, de Bevrijding door Christus horen maar niet willen luisteren, en berouwen en naar God toe wensen te komen diegenen die het zullen moeten aandurven hun straf en vernietiging na Armaggedon recht in de ogen te kijken. Voor hen zal na de verrijzenis of opstanding uit de eerste dood in die Eindtijd, de tweede dood hun deel zijn.

De wens van God is dat iedereen gered zal worden. Maar toch zal Hij de vrije wil van de mens niet inperken. Iedereen zal de vrije keuze hebben om al of niet Jezus Christus als de Messias aan te nemen en onderdaan te worden van de Enige Ware God in het Koninkrijk van God.
De Almachtige Vader Elohim Jehovah is geen tiran en wil niemand tot Zijn ideeën dwingen. Iedereen heeft een vrije wil ontvangen en kan doen wat hij of zij graag doet. Maar iedere persoon zal verantwoordelijk voor zijn eigen daden moeten zijn.

Wat wij ooit fabriceren zullen wij zelf onder ogen moeten zien. Wat wij zaaien zullen wij zelf moeten oogsten. Voor alles wat wij doen zullen wij de gevolgen van onze daden moeten dragen. Wij kunnen onze verantwoordelijkheid niet ontlopen. Niemand zal aan de gevolgen van door mensen genomen beslissingen kunnen ontsnappen. Wij zitten nu eenmaal in dezelfde boot. Dat is het enige probleem waar wij niet rond kunnen. Het is namelijk zo dat wat zekere individuen uitvoeren zijn weerslag kan hebben op andere mensen. De gevolgen van een daad van een individu kunnen meer dan één persoon treffen. Dat is niet Gods fout, maar het blijft de fout van mens, die dacht hij de wereld zou kunnen leiden op zijn eigen. Daarom moeten wij heel voorzichtig zijn met wat wij doen. Niet alleen voor onszelf maar ook voor die mensen rond ons.

Wij moeten voorzichtig zijn hoe wij ons wensen te gedragen. Niet enkel voor ons gedrag maar ook voor de reacties naar anderen toe en ook betreft ons gebruik van natuurlijke producten. Wij zouden de risico's van alle dingen in acht moeten nemen en berekenen. Omdat wat wij ook maar doen of gebruiken ons kan treffen maar ook onze buur, zelfs de hele aarde.

Wilt u verder uw eigen gang gaan? Zou u het verkiezen onder de vleugels van Christus Jezus te komen en God als de enige God aan te nemen of wenst u de aarde toe te behoren?

Welke risico's bent u gewillig te nemen en hoe wilt u uzelf en /of anderen beveiligen?


Lees meer over keuzes die de mens kan maken en welke risico's hij al of niet kan nemen en beveiligen:

Nucleaire ramp in Japan doet mensen twee maal nadenken


Energie met vergiftigd geschenk


Nemen van Risico door de maatschappij



Continue reading in following articles:

Japan’s nuclear disaster reason to think twice


A risk taking society


Securing risks

Thursday 14 April 2011

Carelinks outreach to tb hospital in Riga

Carelinks has extended their outreach to a Tuberculosis isolation hospital, run on prison camp lines, near to Riga, thanks to the initiative of one of the Christadelphian sisters in taking literature and Bibles there. This means taking food down there as they go there to give Bible lessons, leaving the lessons from Bible Basics and picking up the answers to the lessons visit by visit. We are pleased to tell you of the baptism of IVAR from this work- here he is being baptized at the Riga Bible Center:

Saturday 9 April 2011

Observance of a day to Remember

The Jews had been yearning for a Messiah who could bring relief from the Roman yoke. Many believed Jesus of Nazareth to be that long-awaited Saviour. For three and a half years, he had been speaking about God's Kingdom. He had cured the sick and fed the hungry. He had even brought comfort to many people. But the religious leaders were chafing under Jesus' burning denunciation of them and were desperate to have him killed. (Mark 10:32).

The chief priests, the scribes, and the principal men could not stand Jesus' actions and public teaching. On Nisan the 11th they had questioned Jesus on whose authority he did all those things.(Matthew 21:23-27)

The last day of Jesus' public ministry before his arrest, trial, and execution Jesus discussed several aspects of 'the sign of his presence.' He emphasized the need to "keep on the watch." Why? "Because, you do not know on what day your Lord is coming." (Luke 21:5, 6; Matthew 24:3, 42; Mark 13:3, 4, 7, 14, 21, 33, 35, 37; Luke 21:10, 11)

Jesus spended Nisan 12 quietly with his disciples. He realized that the religious leaders desperately wanted to kill him, and he did not want them to hinder his Passover celebration the following evening. (Mark 14:1, 2)

On Nisan 13, people were busy making final arrangements for the Passover. Early in the afternoon, Jesus had send Peter and John to prepare the Passover for them in an upper room in Jerusalem. (Mark 14:12-16; Luke 22:8) A little before sundown, Jesus and the other ten apostles met them there for their last Passover celebration.

“and he said to them, “I have really wanted so much to celebrate this Seder with you before I die! for I tell you, it is certain that I will not celebrate it again until it is given its full meaning in the kingdom of god.”” (Luke 22:15-16 CJB)

 “also, taking a piece of matzah, he made the b’rakhah, broke it, gave it to them and said, “this is my body, which is being given for you; do this in memory of me.” he did the same with the cup after the meal, saying, “this cup is the new covenant, ratified by my blood, which is being poured out for you.” (Luke 22:19-20 CJB)

 “while they were eating, Yeshua took a piece of matzah, made the b’rakhah, broke it, gave it to the talmidim and said, “take! eat! this is my body!” also he took a cup of wine, made the b’rakhah, and gave it to them, saying, “all of you, drink from it! for this is my blood, which ratifies the new covenant, my blood shed on behalf of many, so that they may have their sins forgiven.” (Matthew 26:26-28 CJB)

Reason For Observance

Luke 22:19, 20 Also, he took a loaf, gave thanks, broke it, and gave it to them, saying: "This means my body which is to be given in YOUR behalf. Keep doing this in remembrance of me." 20 Also, the cup in the same way after they had the evening meal, he saying: "This cup means the new covenant by virtue of my blood, which is to be poured out in YOUR behalf.
1 Corinthians 11:20, 26 Therefore, when YOU come together to one place, it is not possible to eat the Lord's evening meal. 26 For as often as YOU eat this loaf and drink this cup, YOU keep proclaiming the death of the Lord, until he arrives.
Romans 6:23 For the wages sin pays is death, but the gift God gives is everlasting life by Christ Jesus our Lord

Exodus 12:26,27 26 And it must occur that when YOUR sons say to YOU, 'What does this service mean to YOU?' 27 then YOU must say, 'It is the sacrifice of the passover to Jehovah, who passed over the houses of the sons of Israel in Egypt when he plagued the Egyptians, but he delivered our houses.'" Then the people bowed low and prostrated themselves.

In obedience to Christ's instructions, "Keep doing this in remembrance of me," the 14th day of Nisan should be continued to be observed by his followers till this day as the time for memorializing Christ's death. (Luke 22:19, 20)

Voorbereidingstijd tot een herinneringsmoment

Na onze BijbelStudiedag in Amersfoort zullen wij met onze Broeders samen nog enkele dagen doorbrengen in Apeldoorn waar wij de straat zullen op gaan om te prediken, folders uit te delen en in de brievenbussen te steken.
Van 14 tot en met 23 april zullen het dan intense dagen zijn van actief prekingswerk maar ook van bezinning. Want uiteindelijk zullen wij toch stil staan bij enkele voorname gebeurtenissen in de geshiedenis die de wereld moesten schokken en een hele verandering hebben gebracht in de geschiedenis van de mensheid. Het zal een week van bezinning zijn rond het prachtige offer dat de zoon van God ons aangeboden heeft.

De 11de Nisan was Jezus met zijn leerlingen over de Olijfberg getrokken en had hun over autoriteit verteld, die hem ook in vraag was gesteld door de hoge priesters in de tempel.(Mattheus 21:23-27) Dit bracht ook het onderwerp van Jezus aanwezigheid en het einde der tijden in vraag bij zijn leerlingen. (Mattheus 24:3, 7, 14, 21; Markus 13:3, 4; Lukas 21:10, 11).

De 12de Nisan beleefde Jezus een rustige meditatieve dag met zijn leerlingen en keek hij uit met hen om samen de exodus te gaan vieren, ook al is hij bewust van de wens van de religieuze leiders om hem te doden. (Markus 14:1, 2) de dag er op zond hij Petrus en Johannes om voorbereidingen te treffen. (Markus 14:12-16; Lukas 22:8)

De Nazareen Jezus achtte zich niet minderwaardig om voor zijn leerlingen neer te knielen om hen hun voeten te wassen, en dat is wat hij doet wanneer zij op 14 Nisan samen in de gehuurde bovenkamer zijn. Hij had er geweldig naar verlangd om samen met zijn leerlingen dit belangrijke Joodse feest te vieren.
Als wij dan op zondag 17 april samen komen is het ook om dit memorable ogenblik te herinneren, want dat was een dag met een gebeurtenis die Jezus vroeg om in herinnering te nemen. Wanneer zij samen hadden gegeten nam Jezus het brood en de wijn voor hem en sprak dankgebeden uit vooraleer hij deze symbolen uitdelen aan zijn disgenoten.

“En Hij zeide tot hen: Ik heb zeer begeerd, dit Pascha met u te eten, eer dat Ik lijde; Want Ik zeg u, dat Ik niet meer daarvan eten zal, totdat alles vervuld is, in het Koninkrijk Gods.” (Lukas 22:15-16 Palm)

 “Ook nam Hij brood, en als Hij gedankt hebbende, brak Hij het, en gaf het hun, zeggende: Dat is Mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. Aldus ook deed Hij met de drinkbeker na het avondmaal, zeggende: Deze beker is het Nieuwe Verbond in Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt.” (Lukas 22:19-20 Palm)

 “Terwijl zij nu nog aan de maaltijd zaten, nam Jezus het brood, en, gedankt hebbende, brak Hij het, en gaf het de discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam! En Hij nam de drinkbeker, en, gedankt hebbende, gaf Hij hun die, zeggende: Drinkt allen daaruit! Want dit is Mijn bloed, het bloed van het Nieuwe Testament, dat voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden!” (Mattheüs 26:26-28 Palm)

Op de avond dat hij zou overgeleverd worden bezegelde hij het Nieuwe Verbond en zei duidelijk "Doe dit om mij te gedenken". En dat is dan ook wat wij moeten doen die herinneringsdag.

Dit jaar valt die 14de Nisan ook op een zondag en zullen de meesten die dag ook vrij kunnen hebben om samen te komen. - Andere jaren valt het meestal in de week en is dat praktisch niet altijd voor iedereen te regelen. Daarom nemen wij daarbuiten ook die Christelijke 'Paasdag' om iedereen de kans te geven om tesamen dat Laatste Avondmaal te vieren. Dit jaar zal dat dan de zondag daar op zijn wanneer wij dan met verscheiden Broeders uit België, Frankrijk, Luxemburg en Groot-Brittannië samen zullen komen in onze ecclesia ruimte te Paris. Terwijl zondag 18 eerder een gesloten meeting van al onze medebroeders zal zijn met een gezellig tafelen, zal het de zondag er voor, op de werkelijk te vieren hoogdag 14 Nisan voor iedereen toegankelijk zijn.

Wie weet mogen wij u daar ook verwachten in Leuven, Tervuren, Kraainem of in Mons na zonsondergang op zondag 17 april.

A new exodus and offering of a Lamb

Lord's Evening Meal Instituted.

Over 15 centuries after the Exodus, on Nisan 14 of the year 33 C.E., Jesus gathered with his 12 apostles in Jerusalem to celebrate the last valid Passover, and then, having dismissed the traitorous Judas, he proceeded to institute the memorial of his death by means of the Lord's Supper, or Evening Meal. (Matthew 26:17-30; 1Corinthians 11:23-25)
Before Nisan 14 passed, he died as the Lamb of God.

On Nisan 16, the day the priest at the temple waved the firstfruits of the barley harvest, Jesus, as the firstfruits of the resurrection, was raised up to life again. (Luke 23:54-24:7; 1Corinthians 15:20).

What do we have to do? Remember?

In obedience to Christ's instructions, "Keep doing this in remembrance of me," the 14th day of Nisan continues to be observed by his followers till this day as the time for memorializing Christ's death. (Luke 22:19, 20)

The Hebrews began their day in the evening, after sunset, and ended it the next day at sunset. The day, therefore, ran from evening to evening. "From evening to evening you should observe your sabbath." (Levites 23:32) This follows the pattern of Jehovah's creative days, as indicated at Genesis 1:5: "There came to be evening and there came to be morning, a first day." (Compare Daniel 8:14).
The Hebrews were not the only ones who reckoned a day from evening to evening; the Phoenicians, Numidians, and Athenians also did so. The Babylonians, on the other hand, counted the day from sunrise to sunrise; while the Egyptians and the Romans reckoned it from midnight to midnight (as is commonly done today).

Day of remembrance coming near

A Ransomer and a free Gift of God to remember

"Every good gift and every perfect present" comes down from God, our heavenly Father. (James 1:17)

The Greatest gift that God has given to fallen mankind is provision for their recovery by means of his only-begotten Son, Jesus Christ. Jesus' death as our Ransomer makes possible everlasting life on a paradise earth. At Luke 22:19, we are commanded to memorialize his death.

This day of remembrance is coming near. Shall we be able to meet you?

On the 13th of Nisan lots of people were busy making final arrangements for the Passover, also Jesus and his disciples. Early in the afternoon, Jesus had send Peter and John to prepare the Passover for them in an upper room in Jerusalem. (Mark 14:12-16; Luke 22:8) A little before sundown, Jesus and the other ten apostles met them there for their last Passover celebration.

Jesus had greatly desired to eat this passover with his close friends and told them he was going to suffer. (Luke 22:14, 15)
Jesus knew that one of these men—Judas Iscariot—had already arranged to betray him to the religious leaders. Understandably, he became very distressed. "One of you will betray me," he revealed. The apostles were highly grieved at this. (Matthew 26:21, 22) After celebrating the Passover, Jesus told Judas: "What you are doing get done more quickly."(John 13:27).

Once Judas had left, Jesus introduced a meal to commemorate his impending death. He took a loaf of the unleavened bread, expressed thanks in prayer, broke it, and instructed the 11 to partake. "This means my body," he sayd, "which is to be given in your behalf. Keep doing this in remembrance of me." He then took a cup of red wine. After saying a blessing, he passed the cup to them, telling them to drink out of it. Jesus added: "This means my 'blood of the covenant,' which is to be poured out in behalf of many for forgiveness of sins." (Luke 22:19, 20; Matthew 26:26-28).

During that momentous evening, Jesus taught his faithful apostles many valuable lessons, and among these the importance of brotherly love. (John 13:34, 35) He assured them that they were going to receive a "helper," the holy spirit. (John 14:26)
Later in the evening Jesus said a fervent prayer in their behalf. (John, chapter 17) After singing songs of praise, they left the upper room and followed Jesus out into the cool late-night air.

Sunday, April 17, we shall remember those moments and all the events of that night, when Judas Iscariot arrived with a crowd carrying swords, clubs, and torches in the the garden of Gethsemane. (John 18:1, 2; Luke 22:44; Matthew 26:47-52)
Jesus was arrested and bound, led away to Annas, the former high priest. Then he was taken to Caiaphas, the high priest, to be tried. In the early hours of the morning, the Sanhedrin falsely charged Jesus with blasphemy.

Caiaphas had him taken to Roman governor Pontius Pilate who got him send to Herod Antipas, the ruler of Galilee. Herod and his guards mocked Jesus were after they sent him back to Pilate, who confirmed Jesus innocence. But the Jewish religious leaders pressured him to condemn Jesus to death. After considerable verbal and physical abuse, Jesus was taken out to Golgotha where he was mercilessly nailed to a torture stake and suffered an agonizing death. (Mark 14:50-15:39; Luke 23:4-25)

It would have been the greatest tragedy in history if Jesus' death had brought a permanent end to his life. Happily, that was not the case. On Nisan 16, 33 C.E., his disciples were amazed to find that he had been raised from the dead. In time, more than 500 people were able to  verify that Jesus was again alive. And 40 days after his resurrection, a group of faithful followers saw him ascend to heaven. (Acts 1:9-11; 1 Corinthians 15:3-8).

Luke 22:14-71:
14 At length when the hour came, he reclined at the table, and the apostles with him. 15 And he said to them: “I have greatly desired to eat this passover with YOU before I suffer; 16 for I tell YOU, I will not eat it again until it becomes fulfilled in the kingdom of God.” 17 And, accepting a cup, he gave thanks and said: “Take this and pass it from one to the other among yourselves; 18 for I tell YOU, From now on I will not drink again from the product of the vine until the kingdom of God arrives.” 19 Also, he took a loaf, gave thanks, broke it, and gave it to them, saying: “This means my body which is to be given in YOUR behalf. Keep doing this in remembrance of me.”
20 Also, the cup in the same way after they had the evening meal, he saying: “This cup means the new covenant by virtue of my blood, which is to be poured out in YOUR behalf. 21 “But, look! the hand of my betrayer is with me at the table. 22 Because the Son of man is going his way according to what is marked out; all the same, woe to that man through whom he is betrayed!” 23 So they started to discuss among themselves the question of which of them would really be the one that was about to do this. 24 However, there also arose a heated dispute among them over which one of them seemed to be greatest. 2
5 But he said to them: “The kings of the nations lord it over them, and those having authority over them are called Benefactors. 26 YOU, though, are not to be that way. But let him that is the greatest among YOU become as the youngest, and the one acting as chief as the one ministering. 27 For which one is greater, the one reclining at the table or the one ministering? Is it not the one reclining at the table? But I am in YOUR midst as the one ministering.28 “However, YOU are the ones that have stuck with me in my trials; 29 and I make a covenant with YOU, just as my Father has made a covenant with me, for a kingdom, 30 that YOU may eat and drink at my table in my kingdom, and sit on thrones to judge the twelve tribes of Israel. 31 “Simon, Simon, look! Satan has demanded to have YOU men to sift YOU as wheat. 32 But I have made supplication for you that your faith may not give out; and you, when once you have returned, strengthen your brothers.” 33 Then he said to him: “Lord, I am ready to go with you both into prison and into death.” 34 But he said: “I tell you, Peter, A cock will not crow today until you have three times denied knowing me.” 35 He also said to them: “When I sent YOU forth without purse and food pouch and sandals, YOU did not want for anything, did YOU?” They said: “No!” 36 Then he said to them: “But now let the one that has a purse take it up, likewise also a food pouch; and let the one having no sword sell his outer garment and buy one. 37 For I tell YOU that this which is written must be accomplished in me, namely, „And he was reckoned with lawless ones.‟ For that which concerns me is having an accomplishment.” 38 Then they said: “Lord, look! here are two swords.” He said to them: “It is enough.” 39 On going out he went as customarily to the Mount of Olives; and the disciples also followed him. 40 Having come to the place he said to them: “Carry on prayer, that YOU do not enter into temptation.”
41 And he himself drew away from them about a stone‟s throw, and bent his knees and began to pray, 42 saying: “Father, if you wish, remove this cup from me. Nevertheless, let, not my will, but yours take place.” 43 Then an angel from heaven appeared to him and strengthened him.
44 But getting into an agony he continued praying more earnestly; and his sweat became as drops of blood falling to the ground. 45 And he rose from prayer, went to the disciples and found them slumbering from grief; 46 and he said to them: “Why are YOU sleeping? Rise and carry on prayer, that YOU do not
enter into temptation.” 47 While he was yet speaking, look! a crowd, and the [man] called Judas, one of the twelve, was going before them; and he approached Jesus to kiss him.
48 But Jesus said to him: “Judas, do you betray the Son of man with a kiss?” 49 When those about him saw what was going to happen, they said: “Lord, shall we strike with the sword?” 50 A certain one of them even did strike the slave of the high priest and took off his right ear. 51 But in reply Jesus said: “LET it go as far as this.” And he touched the ear and healed him. 52 Jesus then said to the chief priests and captains of the temple and older men that had come there for him: “Did YOU come out with swords and clubs as against a robber?
53 While I was with YOU in the temple day after day YOU did not stretch out YOUR hands against me. But this is YOUR hour and the authority of darkness.” 54 Then they arrested him and led him off and brought him into the house of the high priest; but Peter was following at a distance. 55 When they lit a fire in the midst of the courtyard and sat down together, Peter was sitting in among them. 56 But a certain servant girl saw him sitting by the bright fire and looked him over and said: “This man also was with him.” 57 But he denied it, saying: “I do not know him, woman.” 58 And after a short time another person seeing him said: “You also are one of them.” But Peter said: “Man, I am not.” 59 And after about an hour intervened a certain other [man] began insisting strongly: “For a certainty this [man] also was with him; for, in fact, he is a Gal·i·le´an!” 60 But Peter said: “Man, I do not know what you are saying.” And instantly, while he was yet speaking, a cock crowed. 61 And the Lord turned and looked upon Peter, and Peter recalled the utterance of the Lord when he said to him: “Before a cock crows today you will disown me three times.” 62 And he went outside and wept bitterly. 63 Now the men that had him in custody began to make fun of him, hitting him; 64 and after covering him over they would ask and say: “Prophesy. Who is it that struck you?” 65 And they went on saying many other things in blasphemy against him. 66 At length when it became day, the assembly of older men of the people, both chief priests and scribes, gathered together, and they haled him into their San´he·drin hall, saying: 67 “If you are the Christ, tell us.” But he said to them: “Even if I told YOU, YOU would not believe it at all. 68 Moreover, if I questioned YOU, YOU would not answer at all. 69 However, from now on the Son of man will be sitting at the powerful right hand of God.” 70 At this they all said: “Are you, therefore, the Son of God?” He said to them: “YOU yourselves are saying that I am.” 71 They said: “Why do we need further witness? For we ourselves have heard [it] out of his own mouth.” (NWT)

Bethézer voorziet verlichting

Engelse Versie / English version: Find out more about the Christadelphian relief fund Bethézer > Bethézer providing relief

Een van de opdrachten van christus was het Goede Nieuws te gaan verkondigen en de naaste lief te hebben. Het liefhebben van die naaste uit zich ook in de vorm van hulpverlening.

Bethézer is overgenomen uit twee Hebreeuwse woorden en betekent Huis van de Hulp. Bethézer's oprichters kozen deze woorden, omdat ze treffend uitdrukking gaven aan de organisatie haar onderliggende doel van het verstrekken van welzijn, noodhulp en ontwikkelingshulp aan de armen en behoeftigen in Zuidoost-Azië en Oceanië.

Bethézer projecten pogen niet enkel om leden te voorzien van de Christadelphian gemeenschap, niet alleen met de mogelijkheid om financieel bij te dragen aan een humanitair alternatief voor populaire hulpfondsen, maar ook om de gelegenheid te bieden om te worden betrokken bij de eigenlijke projecten zelf.

De Bethézer projecten zijn bedoeld om de predikingskansen te vergemakkelijken en het is onze wens om de werkzaamheden door de missie organisaties, zoals de ACBM (Australasian Christadelphian Bijbel missie) en CBM (Christadelphian Bijbel missie) te ondersteunen.
Zo zijn de 'Phnom Penh slaapzaal projecten' in Phnom Penh, Cambodja, nauw verbonden met de ACBM bemande 'Bijbel Educatie Centra' (BEC). ACBM zendelingen wonen dagelijks de slaapzalenprojecten bij voor de ondersteuning van het onderwijs. De Cambodjaanse kinderen krijgen onderdak voor gestructureerd onderwijs om hun zo een degelijke toekomst te geven.

Bethézer is inmiddels ook betrokken in Vanuatu, waar men de vroege opleiding van een 100-tal kinderen van het dorp gaan is versterken door de bouw van een nieuw schoolgebouw en de werking van een particuliere, Christadelphian basisschool. Werken aan een tweede gebouw, zal helpen inspelen op de overvloed aan studenten. De nieuwe Christadelphian School omvat in het curriculum een ​​agrarisch programma met het doel om uiteindelijk tot de verbetering van voedingvoorziening te komen. En het heeft ook een deel van de tijd voorzien  voor instructie in Bijbel lessen en principes.

Bethézer begon een relatie met de ACBM en coördineert projecten en activiteiten met de relevante regionale commissies belast met de opdracht de activiteiten in Vanuatu, Cambodja en Oost-Timor op te bouwen. Als een kwestie van principe, heeft Bethézer getracht de steun en instemming van de Zuid-Australische, Nieuw-Zeeland en Tasmanië regionale commissies voor de nieuwe projecten te verkrijgen.

Vind meer gegevens over het Bethézer Fonds van de Broeders in Christus

Bethézer providing relief

Dutch version / Nederlandse versie: Bethézer voorziet verlichting

Bethézer is taken from two Hebrew words and means House of Help. Bethézer’s founders chose these words because they aptly express the organisation’s underlying purpose of providing welfare, relief and developmental aid to the poor and needy in Southeast Asia and Oceania.

Bethézer projects attempt to provide members of the Christadelphian community, not just the option of contributing financially to a humanitarian alternative to popular aid funds, but also provide an opportunity to be involved in the actual project’s themselves.
Bethézer projects are designed to facilitate preaching opportunities and it is our desire to support the work undertaken by mission organisations such as the ACBM (Australasian Christadelphian Bible Mission) and CBM (Christadelphian Bible Mission). The ‘Phnom Penh Dormitory projects’ operating in Phnom Penh, Cambodia are linked closely with the ACBM manned ‘Bible Education Centre’ (BEC). ACBM missionaries attend the dormitories daily for teaching support. Students from the dormitories also study at the BEC regularly and have significant contact with BEC teaching.

Bethézer has also become involved in Vanuatu, where the early education of up to 100-plus village children has been enhanced by the construction of a new school building and the operation of a private, Christadelphian primary school. Work on a second building, which will help cater for the over-abundance of students enrolled. The new Christadelphian school includes in its curriculum an agricultural program with the goal of eventually improving diet. And it also has a slot of time for instruction in Bible lessons and principles.


Bethézer began to build a relationship with the ACBM and co-ordinate projects and activities with the relevant regional committees tasked with mission activities in Vanuatu, Cambodia and East Timor. As a matter of principle, Bethézer has sought to obtain the support and agreement of the South Australian, New Zealand and Tasmanian regional committees for the new projects.

Find out more > Christadelphian Bethézer Fund, spreading the Good News

Tuesday 5 April 2011

Toewijding van ons

Als wij beweren Christen te zijn moeten wij dit ook omzetten in het bezit nemen van de kenmerken van een Christen: een volgeling van Christus Jezus, de Nazarener Jood die zich volledig toewijdde aan God.

Dat wil niet zeggen dat ook elk van ons die Christen wordt zich volledig ten dienste moet stellen van God en de opdracht die Christus gegeven heeft aan zijn volgelingen.
In zekere zin hangen wij vast aan de wereld. Wij hebben allerlei verplichtingen tegenover haar. Wij moeten ons sociaal in deze maatschappij plaatsen maar dragen ook de verantwoordelijkheid over meerdere wereldse taken. Wij moeten zorgen voor een dak boven ons hoofd en hiervoor betalen. Ons levensonderhoud kost geld dat moet opgebracht worden door taken, die meestal werelds zullen zijn. Door al dat wereldse werk worden wij ook moe en kunnen wij best wat ontspanning gebruiken. Maar deze ontspanning en het dagelijks werk moeten ons niet helemaal in beslag nemen. Wij moeten de belangrijkste bouwstenen van de samenleving niet laten uithollen en verzuipen in de gehele wereldse business. De mens kan zodanig opgeslokt geraken door het wereldse dat de wereld als een plaats van keuze en vrijheid wordt welke weinig betekenis heeft.


Jeffrey Schipper heeft gelijk als hij schrijft: : "Door het loslaten van toewijding, heeft onze narcistische cultuur één ding verloren: geluk. Zonder toewijding worden individuele levens kaal en leeg. Zonder toewijding, heeft ons leven een gebrek aan zin en doel. Immers, als er niets de moeite waard is om voor te sterven, is niets de moeite waard om voor te leven. Maar door middel van toewijding bloeit de maatschappij. Het is een paradox die Christus zo vaak met ons deelde." (CIP)

Niemand verlangt van ons dat wij zo ver in onze toewijding tot God gaan als Jezus heeft gedaan. Wij moeten niet tot in de dood vervroegd uit dit leven stappen. Wij mogen zo lang leven als wij kunnen, maar als Christen zouden wij in dat leven toch moeten tonen aan anderen dat wij werkelijk volgelingen van Jezus zijn. Aan de dood zullen wij niet kunnen ontsnappen, maar wij zouden nu niet reeds als een dode mogen rondlopen in deze wereld.
Wij moeten elk voor ons zelf leven zonder aan jezelf te zijn gestorven. In de doop zijn onze zonden witgewassen en zijn wij als het ware herboren geworden. In dat nieuwe leven moeten wij dan ook getuigen van dat Nieuwe Leven zijn.

Jezus was volledig toegewijd aan God maar ook aan de mensen rondom hem gaf hij toewijding. Zo ook moeten wij nu totaal toegewijd zijn aan God en toegewijd aan Christus met die liefde die hij vertoonde naar de andere mensen. Met Christus' liefde moeten wij toewijding geven aan de mensen rondom ons heen. Als we ons weigeren toe te wijden, missen we één van de grote deugden van het leven. Wanneer we geobsedeerd raken over onszelf, verliezen we de zin van het leven: het kennen en dienen van God en liefhebben van onze naaste.

Wij moeten er op toezien dat wij niet in de spiraal geraken waar zovelen van Gods Volk in verzeild geraakten. Wij moeten op onze beurt vreugdeboden worden en onze voorganger Jesaja in gedachten moeten onze ogen open gaan voor de toestand van vandaag die niet veel verschilt met toen. De woorden die tot het huis van Jakob werden gesproken (Jesaja 58:1)  tonen een situatie die overeenkomsten had met de kerkelijke situatie vandaag. Wij kunnen er niet naast zien hoe in de leeggelopen kerken en gemeenten de bolster beschimmelt is geraakt. Aan de buitenkant zijn er ook die heel godsdienstig lijken te zijn (op het eerste gezicht),.maar hoe is het gesteld met hun hart?

Jezus vertelde voldoende gelijkenissen om de wereld duidelijk te maken dat het er niet op aan kwam op aal het uiterlijk vertoon, maar wel op de gemoedsgesteldheid en de eerlijkheid van de godsdienstbeleving. Jezus gaf te kennen dat diegenen die hem wilden volgen het niet makkelijk zouden hebben, want voor een kameel was het zelfs gemakkelijker om door het oog van een naald te kruipen dan in het Koninkrijk van god te geraken. Doch is het geen hopeloze mogelijkheid. Door Jezus toewijding hebben wij allemaal de kans om tot die mooie eeuwigheid te komen. Maar dan moeten wij wel degelijk stappen ondernemen en ons verootmoedigen, breken met de zonden en de ongerechtigheden en te gaan leven zoals Jezus het wil. En die wil van Jezus is te voldoen aan de Wil van God. En dat betekend toewijding aan Jehovah God, de Allerhoogste Elohim, waarbij wij ook slechts één God mogen aanbidden en niet buigen voor beelden. Voor veel mensen lijkt dat ook zo moeilijk te zijn. Zelfs nu in de moderne tijden zijn er mensen die zoals in de Oudheid graag een gesneden beeld voor zich hebben om naartoe te bidden. Ook willen er velen kaarsjes branden en meerdere offers brengen. Nochtans heeft Jezus zich als volmaakt Offerlam aangeboden. Als Christen zouden wij zijn zoenoffer volledig moeten erkennen en er zeker van zijn dat God die dood van dat Lam van God ook als een volwaardig offer aanvaard. In zijn toewijding heeft Jezus zich als loskoop offer op de slachtbank van de Romeins-Joodse wereld aangeboden. Zijn loskoopoffer was het ultieme Zoenoffer waarbij de schuld voor al de zondaars ter wereld werd afgelost. Zelfs voor dezen die nog zouden voorkomen na de dood van Jezus Christus, de Messias.

Jezus zijn toewijding en offerdaad moet een stimulans voor ons zijn om ook het evangelie uit te dragen en volledige toewijding aan God en Zijn woord te schenken.

Laten wij vol toewijding gevolg geven aan de oproep om ons te bekeren van onze afgoden, van de (verborgen) zonden in ons leven en om ons te wijden aan de ware liefdevolle boodschap. Dat wij het lef durven hebben om anders te zijn dat de meerderheid van de wereld. Door onze toewijding aan God zullen wij ook door Hem gevoed worden en voldoende gesterkt worden om dan ook deze wereld te loslaten.
De toewijding van ons zal de vruchten kunnen dragen van de toewijding van Jezus en onze ketenen met deze wereld losmaken en ons bevrijden. De toewijding zal kunnen groeien in vreugde, vrede, liefde en volle heerlijkheid tot een prachtig vooruitzicht.

Toewijding van Jezus

Reeds op 12jarige leeftijd liet Jezus horen waar zijn hart lag en kon mijn zijn jonge stem mensen doen luisteren naar het Woord van God. Als volwassen man bracht hij enkele jaren zijn voorkeur van toewijding aan zijn Vader duidelijk naar de mensen rondom hem.

In het zich ten dienste stellen van zijn vader wilde hij zeer ver gaan. Hij was zelfs bereid om zijn leven op te geven al sloeg de angst hem toch rond de oren en verzocht hij zijn Vader indien Hij het wenste deze op hem komende moeilijkheden te laten voorbij gaan. God liet ze wel gebeuren. En Jezus droeg dat lijden zonder morren of klagen. Ook nam hij het niet tot zich om weerwerk te gaan bieden of de folteraars te gaan vervloeken en/of te spotten met diegenen die met hem spotten.
In volledige toewijding naar zijn bestemmingsopdracht vervulde hij het Plan van God. Datgene wat de vreugdebode Jesaja had aangekondigd werd nu in het begin van onze huidige tijdrekening tot vervulling gebracht.

Jezus wenste niet over iemand te oordelen (Johannes 12:47) ook al zou hij de woorden van Jezus horen maar ze niet bewaren. Maar tegelijkertijd wijst Johannes op Jezus zijn vermaning in Johannes 15:19, 'Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat ze jullie'.

Jezus hield niet zo van de wereld als vele mensen dat nu verstaan. Hij had wel respect voor de Schepping Gods, maar was niet afhankelijk van die wereld die voor hem lag. Zijn hart en ziel waren bij God de Allerhoogste. Jezus wist dat een wereld zonder God een hel dreigt te worden, waarin egoïsme het laatste woord heeft. Hij kende de geschiedenis van Gods Volk dat regelmatig afgedwaald was en nog steeds zich graag verbond met anderen die het niet zo hoog op hadden met de Elohim.

Sommigen van ons zullen ervoor kiezen niet deel te nemen aan één van de systemen in de wereld, en kiezen ervoor zich te isoleren in een zelfgemaakte christelijke zeepbel. Sommigen denken dat zij christen zijn en verder niets of niemand meer nodig hebben. Veel christenen denken dat zij het Evangelie niet meer nodig hebben omdat dat enkel nodig zou zijn voor niet-christenen om christen te worden. Ook vinden ze het niet echt nodig om regelmatig in de Bijbel te lezen of hun godsdienst te beleven door bijvoorbeeld naar een dienst te gaan. Ook veel christenen bevinden zich in de wereld door middel van een soort pseudo-heilige imitatie

Jezus gaf hun echter het voorbeeld in zijn leven. Hij bezocht regelmatig de synagogen en bad veelvuldig tot zijn Vader. Samen met anderen mediteerde hij vaak over het Woord van God en onderzocht mee met hen wat God de Vader ons te kennen gaf in Zijn Woord, de boekrollen of Heilige Geschriften.

Johannes beschreef het wereld-systeem - de afwijzing van Gods liefde - heel duidelijk. Hij smeekte ons in 1 Johannes 2:15 die houding niet aan te nemen. Johannes vervolgt: 'Want alles wat in de wereld is - zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht -, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid' (1 Johannes 2:16-17).

Jezus deed volledig de wil van God de Vader. Christus wijde zich volledig aan het Werk van zijn Vader en slaagde er ook in om zonder zonde te blijven. Dat laatste is voor ons een waarlijk onmogelijke opdracht.  Omdat christenen blijven zondigen, hebben zij dagelijks het Evangelie nodig. Jezus was de mens wording van het Goede Nieuws. Met momenten zelfs ook de vermenselijking van die Blijde Boodschap, want doorheen zijn levensverhaal kunnen wij lezen over zijn twijfels, angsten, ontberingen en menselijke gevoelens naar anderen toe.

Zoals god in Christus werkte kan Hij ook in ons werken. Om niet te zeggen dagelijks herinnerd Hij er ons aan wat Hij ten uitvoer heeft gebracht. Als volgelingen van Christus moeten wij inzien wat Jezus voor ons heeft gedaan en met welk doel. Willen wij dat doel veronachtzamen?

In zijn toewijding heeft Jezus alles in het werk gesteld om de Redding van God tot ons te laten komen. Door Jezus zijn toewijding zijn wij gerechtvaardigd.